In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Au programme
Testez votre vocabulaire
Grammaire; répéter
Slide 1 - Tekstslide
Animal domestique
Slide 2 - Woordweb
le lapin
l'oiseau
la poule
la vache
Slide 3 - Sleepvraag
des animaux
un serpent
des oiseaux
un chat
un cheval
un lion
un chien
un éléphant
un poisson
une tortue
Slide 4 - Sleepvraag
aller en ville
A
naar het dorpje gaan
B
naar de stad gaan
C
gaan
D
gamen
Slide 5 - Quizvraag
Ik ben het enig kind
Slide 6 - Open vraag
Ik heb een kleine zus
Slide 7 - Open vraag
We vinden het leuk om te sporten
Slide 8 - Open vraag
Ik heb een hond en vis
Slide 9 - Open vraag
dormir
A
kiezen
B
geven
C
wachten
D
slapen
Slide 10 - Quizvraag
casse-pied
A
actief
B
bestaan
C
vervelend
D
schattig
Slide 11 - Quizvraag
Ik heb een tweelingbroer
Slide 12 - Open vraag
Ik heb een tweelingzus
Slide 13 - Open vraag
prendre
A
wachten
B
nemen
C
zoeken
D
lachen
Slide 14 - Quizvraag
bestaan
A
exister
B
dormir
C
acheter
D
aimer
Slide 15 - Quizvraag
vanavond
A
encore
B
ce soir
C
ce lapin
D
ce sont
Slide 16 - Quizvraag
Heureusement
A
anders
B
gelukkig (maar)
C
omdat
D
nieuw
Slide 17 - Quizvraag
Ik heb een kat. Hij is schattig en cool
Slide 18 - Open vraag
la vache
A
de kip
B
de koe
C
het uitzicht
D
het ijsje
Slide 19 - Quizvraag
le vetement
A
het kledingstuk
B
de verjaardag
C
de slaapkamer
Slide 20 - Quizvraag
Vocabulaire
Op de volgende slides zie je een verhaaltje staan. Daarin zijn de woorden verwerkt die je hebt moeten leren. Vertaal het verhaaltje.
Slide 21 - Tekstslide
Aujourd'hui c'est l'anniversaire de mon copain. Il est fils unique. Ses parents sont divorcés alors il a deux cadeaux. Sa mère est allée en ville pour lui acheterdes vêtements. Son père a acheté un nouveau game pour jouer à la console.