Week 36 Lezen 1.5 Feit, mening & argument

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat staat er op de planning?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we vandaag doen?
  • Herhalen: tekstopbouw en signaalwoorden
  • Nieuwe theorie: 1.5 Feit, mening en argument
  • Zelfstandig aan de slag

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een goede tekstopbouw heeft:
A
een inleiding en een slot
B
een titel
C
inleiding, middenstuk en slot
D
deelonderwerpen

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De tekstopbouw bestaat uit een driedeling.
De laatste alinea bestaat vaak uit een herhaling van de tekst.

Deze uitspraak is:
A
waar
B
niet waar
C
geen idee

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Boven een inleiding lees ik de titel 'inleiding'.
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

timer
1:30

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Lees de inleiding
nauwkeurig.

Wat is de functie van de inleiding?
A
alleen de aandacht trekken
B
het onderwerp noemen
C
centrale vraag stellen
D
samenvatting geven

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het middenstuk
van een tekst is...
A
altijd aan het einde van een tekst
B
het kleinste gedeelte van een tekst
C
het grootste gedeelte van een tekst
D
bestaat altijd uit één klein stukje

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In het
middenstuk ......


A
wordt het belangrijkste uit een tekst herhaald
B
staat de meeste informatie
C
maak je kennis met het onderwerp van een tekst

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In het slot wordt......
A
het belangrijkste uit de tekst wordt herhaald
B
kennis gemaakt met het onderwerp van de tekst

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het nut van de slotalinea?
A
Er is dan een einde aan de tekst.
B
De schrijver kan daar zijn mening kwijt.
C
Er wordt nog even kort samengevat waar de tekst over gaat.
D
Een slotalinea heeft geen nut.

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Even vooraf:
Welke signaalwoorden ken jij?

Slide 14 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies


 Om welk tekstverband gaat het hier?
 Ik kreeg een hapje en een drankje. 
A
reden
B
opsomming
C
oorzaak-gevolg
D
tegenstelling

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

 Opdracht 1: lees de tekst en beantwoord daarna vragen

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


 Welke twee signaalwoorden zitten er in zin 2?
A
ze - aan
B
aan - met
C
toen - haal
D
eerst - toen

Slide 17 - Quizvraag

EERST: volgorde
TOEN: tijd

  Om welk tekstverband gaat het in zin 2?
A
volgorde in tijd
B
opsomming
C
reden
D
conclusie

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag......
Maken opdracht 4 en 5

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Week Lezen 1.5 Feit, mening & argument

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies