Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Dinsdag 19 november 2024
1 / 32
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
In deze les zitten
32 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
80 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Dinsdag 19 november 2024
Slide 2 - Tekstslide
Programma
- Lezen
10 min
- Terugblik vorige les
10 min
- Huiswerk bespreken
10 min
- "Tekstsoorten"
15 min
-Oefenen
30 min
-Afsluiting
5 min
Slide 3 - Tekstslide
Stillezen
Je pakt je leesboek voor je en je gaat stillezen!
Slide 4 - Tekstslide
Terugblik vorige les
Spelling en Grammatica
Gezegde
Zinsdelen
Persoonsvorm
Slide 5 - Tekstslide
Wat is de persoonsvorm in deze zin:
Ik ga op zoek naar de persoonsvorm.
A
Ik
B
Persoonsvorm
C
Op zoek
D
Ga
Slide 6 - Quizvraag
Wat is de persoonsvorm in de zin:
"Marianne weet wat de persoonsvorm is."
A
Marianne
B
weet
C
persoonsvorm
D
Is
Slide 7 - Quizvraag
Persoonsvorm:
Als het onderwerp meervoud is, moet de persoonsvorm ook meervoud zijn.
A
waar
B
niet waar
Slide 8 - Quizvraag
Wat is het gezegde?
Slide 9 - Open vraag
Wat is het verschil tussen een naamwoordelijk gezegde en een werkwoordelijk gezegde?
Slide 10 - Open vraag
Een naamwoordelijke gezegde zegt wat iemand/iets [...............].
Een werkwoordelijk gezegde zegt wat iemand/iets [...............]
Slide 11 - Open vraag
Zinsdeel
Een zin bestaat uit
zinsdelen
.
Een
zinsdeel
kan uit
één woord
bestaan, maar ook uit
twee of meer woorden.
Eén zinsdeel ken je al: de persoonsvorm
Slide 12 - Tekstslide
zinsdeel 1
zinsdeel 2
zinsdeel 3
Mijn
vriend
eet
een
broodje
kroket
Slide 13 - Sleepvraag
| Een zin | bestaat | uit zinsdelen. |
Alles wat voor de persoonsvorm staat of
kan
staan is 1 zinsdeel.
Slide 14 - Tekstslide
Zinsdelen
Verdeel de zin in zinsdelen.
Zet een streep ( | ) tussen de zinsdelen.
| Verdeel | de zin | in zinsdelen. |
Slide 15 - Tekstslide
Verdeel de zin in vijf zinsdelen door de woorden naar de vakjes te slepen.
zinsdeel 1
zinsdeel 2
zinsdeel 3
zinsdeel 4
zinsdeel 5
Larissa
gaat
morgen
op
de
fiets
naar
school
Slide 16 - Sleepvraag
Huiswerk
Hoofdstuk Spelling en Grammatica
Paragraaf 11 > zinsdelen > bladzijde 154 t/m 157
Opdracht 3 t/m 7
Paragraaf 12 > hoofdwerkwoord en hulpwerkwoord> bladzijde 158 t/m 161
Opdracht 1 t/m 3 en opdracht 5
Slide 17 - Tekstslide
WOORDENSCHAT
Slide 18 - Tekstslide
Betekenis decennium
A
vaak
B
periode van tien jaar
C
grootte van iets ten opzichte van iets anders
D
zonder te stoppen
Slide 19 - Quizvraag
Welk woord is goed gespeld?
A
heimwee
B
hijmwee
Slide 20 - Quizvraag
Wat is heimwee?
A
Ziekte van een onbekende oorsprong
B
Blij gevoel bij het reizen
C
Verlangen naar een vertrouwde plek
D
Vreugde om nieuwe ervaringen
Slide 21 - Quizvraag
Wat is een telescoop?
A
een soort telefoon
B
een verrekijker
C
een microscoop
D
een beeldscherm
Slide 22 - Quizvraag
uitvoerig
A
kort
B
simpel
C
voldoende
D
uitgebreid
Slide 23 - Quizvraag
Woordenschat
Betalen voor
Te veel
Niet goed
Zonder naam
Helemaal
Doen alsof het niet bestaat
Uitgeven
Overdreven
Mis
Anoniem
Totaal
Negeren
Slide 24 - Sleepvraag
Leerdoelen
Ik weet welke verschillende tekstsoorten er zijn.
Ik kan drie soorten teksten en hun kenmerken herkennen.
Ik kan uitleggen waarom een tekst bij een bepaalde soort hoort.
Ik kan zelf een tekst schrijven die past bij een tekstsoort.
Slide 25 - Tekstslide
Teksten
Je kunt teksten in 3 hoofdsoorten verdelen.
* Verhalende teksten
* Informerende teksten
* Waarderende teksten
Slide 26 - Tekstslide
1. Verhalende teksten
Het gaat hier om personages, gebeurtenissen en gevoelens
Verhalen kunnen waargebeurd of verzonnen zijn
Slide 27 - Tekstslide
2. Informerende teksten
Hier gaat het om feiten, wat echt is gebeurd.
Slide 28 - Tekstslide
3. Waarderende teksten
Hier gaat het om meningen.
Slide 29 - Tekstslide
Verhalende tekstsoort
Informerende tekstsoort
Waarderende tekstsoort
gesprek
dagboek
kort verhaal
stripverhaal
werkstuk
gebruiksaanwijzing
nieuwsbericht
aankondiging
klachtenbrief
review
column
discussie
Slide 30 - Sleepvraag
Oefeningen
Ga aan de slag met de volgende oefeningen:
Hoofdstuk 2 paragraaf 2 Tekstsoorten
Bladzijde 34 t/m 37
Opdracht 1 t/m 6
KLAAR?
Opdracht 7
Sprookjesbundel eindopdracht ( inleveren Classroom)
Slide 31 - Tekstslide
Welke leerdoelen beheers je nu?
Deze leerdoelen beheers ik nu al
Deze leerdoelen beheers ik nog niet. Dus ga ik hier nog mee verder oefenen/lezen. Anders vraag ik hulp aan de docent.
Ik weet welke verschillende tekstsoorten er zijn.
Ik kan zelf een tekst schrijven die past bij een tekstsoort.
Ik kan drie soorten teksten en hun kenmerken herkennen.
IIk kan uitleggen waarom een tekst bij een bepaalde soort hoort.
Slide 32 - Sleepvraag
Meer lessen zoals deze
Donderdag 14 november 2024
22 dagen geleden
- Les met
44 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Les 4 dinsdag 10 september
September 2024
- Les met
30 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
T2 Taalverz grammatica/meewerkend vw
Maart 2021
- Les met
35 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Quiz Nederlands 2 vmbo-basis/kader
26 dagen geleden
- Les met
42 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 2
H2 Grammatica Zinsdelen - WG
November 2021
- Les met
30 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Tekstsoorten
September 2024
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
2.7 Grammatica - werkwoordelijk gezegde en zinsdelen
Januari 2023
- Les met
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
1hv grammatica tm bwb
December 2022
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2