Na afloop van 5.3 kun je:
- Plantaardige voedingsvezels noemen die gevormd zijn uit glucose (voortgezette assimilatie)
- Functie van houtvaten en bastvaten noemen
- Aangeven waar reservevoedsel in planten wordt opgeslagen
beschrijven dat organismen door fotosynthese autotroof zijn
het fotosyntheseproces in cellen met bladgroenkorrels beschrijven
beperkende factoren voor fotosynthese aangeven
rol van blad met huidmondjes voor de fotosynthese en verbranding aangeven
het verschil tussen bruto primaire productie en netto primaire productie uitleggen