Brandwonden praktijkles 2

Brandwonden
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
EHBOMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Brandwonden

Slide 1 - Tekstslide

Brandwonden

Slide 2 - Tekstslide

Brandwonden

Slide 3 - Tekstslide

Wat weet je al van
brandwonden?

Slide 4 - Woordweb

Eerst water, de rest komt later!
  • Lauw, zachtstromend water (niet direct op de wond)

Wat zou je doen als er geen kraan in de buurt is?

Slide 5 - Tekstslide

eerste                           tweede                              derde 

Slide 6 - Tekstslide

Kenmerken verbranding.

Eerstegraads verbranding:
De huid is niet stuk, soms opgezwollen, rood/ roze verkleurde, droge huid, prikkelend tot pijnlijk gevoel


Oppervlakkig tweedegraads brandwond:
Opperhuid is beschadigd tot in de lederhuid, glazende/ rode huid, nat, blaren, pijnlijk, voelt soepel
Tweedegraads brandwond:
De lederhuid is meer aangetast dan bij een oppervlakkige tweedegraads brandwond, roodwitte kleur, nat, blaren, pijnlijk, voelt soepel


Derdegraads brandwond:
Zowel de opperhuid als de lederhuid zijn volledig beschadigd tot in het onderuids vetweefsel, wit, beige tot donkerbruin van kleur, droog, nauwelijks pijnlijk, stug

Slide 7 - Tekstslide

Wat moet je doen als je een brandwond hebt?

Slide 8 - Open vraag

  • Koelen met lauw 10 min, zachtstromend water
  • Tijdens het koelen kun je de sieraden af doen
  • Alleen kleding verwijderen die niet vastgeplakt zit
  • Kleding die vastgeplakt zit moet je nat houden
  • Het slachtoffer geruststellen
Wat moet je altijd doen?

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Link

Waarom is z'n koud/nat verband nodig?

Slide 11 - Open vraag

Eerstegraads brandwonden
  • Pijnlijk
  • Huid is rood en dikker dan normaal

Slide 12 - Tekstslide

1e graads brandwond

Geen blaar of wond, dus de huid is niet stuk
Soms wat opgezwollen
Rood en/of roze
Droog
Prikkelend tot pijnlijk

Slide 13 - Tekstslide

Hoe komt een 1ste graads brandwond?

Slide 14 - Open vraag

Tweedegraads brandwonden
  • Zeer pijnlijk
  • Huid is rood en dikker dan normal
  • Er ontstaan blaren met geel vocht

Wat zou je doen bij een tweedegraads brandwond?

Slide 15 - Tekstslide

  • Koelen, minstens 10 minuten 
  • De brandwond losjes afdekken 
  • Slachtoffer naar de huisarts brengen

Let op! 
De blaren mag je niet doorprikken!
Wat te doen bij een 
tweedegraads brandwond:

Slide 16 - Tekstslide

Waarom mag je een blaar niet door prikken
A
Dan komt al het vocht er uit
B
De huid gaat dan open en hierdoor komen er bacteriën bij
C
Je krijgt er littekens van
D
Het is juist goed als je een blaar doorprikt

Slide 17 - Quizvraag

Diepe 2e graads
De lederhuid is meer aangetast dan bij een oppervlakkige tweedegraads brandwond
Rood/wit
Nat
Blaren
Pijnlijk
Voelt soepel

Slide 18 - Tekstslide

Derdegraads brandwond
  • Geen pijn, de zenuwen zijn verbrand
  • Huid om de wond heen is wel pijnlijk
  • Vuur? -> zwarte huid
  • Water? -> grijze / witte huid

Slide 19 - Tekstslide

  • Koelen, minstens 10 minuten
  • De brandwond losjes afdekken
  • Slachtoffer naar de huisarts brengen

Wat doen bij een 
derdegraads brandwond:

Slide 20 - Tekstslide

Hoe kun je een 3de graads brandwond voorkomen?

Slide 21 - Open vraag

Brandwonden
1e graads
2e graads
3e graads
Pijnlijk, rood, droog
Pijnlijk, rood, nat, blaren
Niet pijnlijk, wit of zwart, droog, 

Slide 22 - Tekstslide

Wat moet je doen bij een brandwond?

Slide 23 - Open vraag

Hulp bij brandwonden
Ga naar SEH of bel 112 bij brandwonden:
  • aan gezicht, oren, handen, voeten, gewrichten of geslachtsdelen
  • die volledig rond de nek. romp of ledematen lopen
  • aan de luchtwegen
  • waarbij de huid tot de diepste laag verbrand is

Slide 24 - Tekstslide

We gaan eigen wonden maken

Slide 25 - Tekstslide

Aan het einde van deze les...
  • Kun je verschillende soorten brandwonden herkennen
  • Kun je kenmerken van een eerste, tweede én derdegraads brandwond benoemen
  • Weet je hoe je iemand met een brandwond kunt helpen

Slide 26 - Tekstslide

Bedankt voor jullie aandacht!
Zouden jullie het formulier voor mij willen invullen?

Slide 27 - Tekstslide