1. De
oppervlakte van de doorsnedes van de bloedvaten neemt toe/af naarmate het bloed van het hart afstroomt omdat....
2. De oppervlakte van de doorsnedes van de bloedvaten neemt toe/af naarmate het bloed naar het hart toestroomt omdat....
3. De stroomsnelheid van het bloed neemt toe/af naarmate het bloed van het hart afstroomt omdat....
4. De stroomsnelheid van het bloed neemt toe/af naarmate het bloed naar het hart toestroomt omdat....