H1L18 - 1THE - Dinsdag 10 oktober - Grammatica zinsdelen 1.7

Welkom 1THE : )

Planning van het eerste uur 
  • Inplannen repetitie (toetsweek) 
  • Theorie Grammatica
  • Huiswerk nakijken + zelfstandig werken 






Aan het einde van deze les
  • weet je hoe je de persoonsvorm van de zin vindt;
  • weet je hoe je de zinsdeelproef doet. 


Pak alvast je laptop erbij
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom 1THE : )

Planning van het eerste uur 
  • Inplannen repetitie (toetsweek) 
  • Theorie Grammatica
  • Huiswerk nakijken + zelfstandig werken 






Aan het einde van deze les
  • weet je hoe je de persoonsvorm van de zin vindt;
  • weet je hoe je de zinsdeelproef doet. 


Pak alvast je laptop erbij

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Grammatica


Vandaag:
Persoonsvorm + zinsdeelproef
Grammatica zinsdelen
Grammatica woordsoorten 

Slide 3 - Tekstslide

Grammatica



Structuur van een zin doorgronden
Grammatica zinsdelen
Grammatica woordsoorten 

Slide 4 - Tekstslide

Grammatica


Vandaag:
Persoonsvorm + zinsdeelproef
Grammatica zinsdelen
Grammatica woordsoorten 

Slide 5 - Tekstslide

Wat is ook alweer de persoonsvorm?

Slide 6 - Tekstslide

Persoonsvorm
  • Elke zin heeft een persoonsvorm 
  • Vorm van het werkwoord (meestal één woord) 
  • De persoonsvorm geeft belangrijke informatie over de zin
  • Je kunt aan de persoonsvorm zien of de zin over vroeger of over nu gaat 
  • Hij staat in het enkelvoud of in het meervoud 

Hij danste op de straat. 

Slide 7 - Tekstslide

           Samenwerken 
timer
1:00
Wat
Vertel aan je buurman of buurvrouw hoe jij de persoonsvorm in de zin vindt. Wissel daarna om.

Voorbeeldzin: 
'Onverschrokken en met grote moed waagde de ijzeren soldaat zijn leven voor zijn basisschoolvriend.'
Hoe
Rustig overleggen
Hulp
Elkaar, ik loop lang
Tijd
Eén minuut
Uitkomst
We gaan straks verder praten over manieren om de persoonsvorm te vinden.
Klaar
Wacht rustig tot we verder gaan 

Slide 8 - Tekstslide

Zo vind je de persoonsvorm
Tijdproef

1. Zet de zin in een andere tijd
2. Het woord dat verandert, is de persoonsvorm

Slide 9 - Tekstslide

Zo vind je de persoonsvorm
Tijdproef

1. Zet de zin in een andere tijd
2. Het woord dat verandert, is de persoonsvorm

Met wie gaat Frank altijd naar de bakker om taart te kopen?
Met wie ging Frank altijd naar de bakker om taart te kopen?


Slide 10 - Tekstslide

Wat is ook alweer een zinsdeel?

Slide 11 - Tekstslide

Wat is ook alweer een zinsdeel?

Vul de zin aan:

'Een zinsdeel is...'
Wat
Maak opdracht 5 t/m 8 van 1.7 Grammatica zinsdelen (in je boek) 
Hoe
In stilte, individueel  
Hulp
Geen
Tijd
Vijftien minuten    
Uitkomst
Deze leerstof (grammatica zinsdelen) moet je kennen voor de toets
Klaar
Maak een extra opdracht (vraag opdrachtblad bij docent)
timer
1:00

Slide 12 - Open vraag

Zinsdeel
  • Een stukje van de zin 
  • Eén woord of een paar woorden die bij elkaar horen
  • Heeft een functie

pv

Slide 13 - Tekstslide

Zinsdelen
De grote man | eet | een kleine taart | met zijn vork.

Slide 14 - Tekstslide

De hond sluipt door het bos samen met zijn baasje.

Uit welke zinsdelen bestaat deze zin?
Typ de zin over en zet strepen tussen de zinsdelen.
Wat
Maak opdracht 5 t/m 8 van 1.7 Grammatica zinsdelen (in je boek) 
Hoe
In stilte, individueel  
Hulp
Geen
Tijd
Vijftien minuten    
Uitkomst
Deze leerstof (grammatica zinsdelen) moet je kennen voor de toets
Klaar
Maak een extra opdracht (vraag opdrachtblad bij docent)
timer
1:00

Slide 15 - Open vraag

Zinsdeelproef

        1               2
De hondsluipt door het bos | samen met zijn baasje.


één zinsdeel

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Voorbeeld
  1. De hond | sluipt | door het bos | samen met zijn baasje.

  2. Door het bos | sluipt | de hond | samen met zijn baasje.

  3. Samen met zijn baasje | sluipt | de hond | door het bos.

Slide 18 - Tekstslide

Stappenplan zinsdeelstrepen zetten
1 Onderstreep de pv.
       Mandy wacht op haar moeder in de tuin. 

2 Zet voor en achter de pv zinsdeelstrepen.
       Mandy | wacht | op haar moeder in de tuin. 

3 Verander de volgorde van de zin: kijk welke woorden je samen voor de pv kunt zetten.
       Op haar moeder | wacht | Mandy in de tuin.
       In de tuin | wacht | Mandy op haar moeder. 

4 Ga daar mee door tot je alle zinsdelen hebt gevonden. Zet voor en na elk zinsdeel een streep. 
      | Mandy | wacht | op haar moeder | in de tuin. |

Slide 19 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Wat
Kijk opdracht 2 na (met nakijkblad). 
Maak 3 t/m 7 van 1.7 Grammatica zinsdelen (in je boek) 
Hoe
Rustig overleggen
Hulp
Steek je vinger op, dan kom ik langs
Tijd
Tot het einde van de les
Uitkomst
Deze leerstof (grammatica zinsdelen) moet je kennen voor de toets
Klaar
Maak in Talent (online) 'Versterk jezelf' > 'Grammatica zinsdelen' > 'De zinsdeelproef'

Hier ook mee klaar? Werk aan je boekenkaft. 

Slide 20 - Tekstslide

Samenvatting van de les
Jij
  • weet hoe je de persoonsvorm van de zin vindt;
  • weet hoe je de zinsdeelproef doet. 

Huiswerk
  • Maak 3 t/m 7 van 1.7 Grammatica zinsdelen (in je boek) 
  • Donderdag gaan we tijdens de les aan de boekenkaft werken. Lees daarom nog eens goed de opdracht van de kaft door en bedenk of je vragen hebt. Heb je die? Schrijf ze op in je schrift en stel ze tijdens de les. 

    Slide 21 - Tekstslide