Thema 6 - les 1a en 1b




Thema 6 - communiceren
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les




Thema 6 - communiceren

Slide 1 - Tekstslide

Typ het woord ....

Slide 2 - Open vraag

Slide 3 - Tekstslide

Moet je altijd consequent zijn?

Iemand rijdt veel te hard omdat zijn dochter naar het ziekenhuis moet. Moet hij een boete krijgen?
0100

Slide 4 - Poll

Op welke manieren kun je met elkaar communiceren?

Slide 5 - Woordweb

Slide 6 - Tekstslide

Je belt naar huis om te vertellen dat je bij een vriendje gaat spelen.
A
verbale communicatie
B
non-verbale communicatie

Slide 7 - Quizvraag

Je wilt je nichtje van 2 duidelijk maken dat ze bij je moet komen en wenkt haar.
A
verbale communicatie
B
non-verbale communicatie

Slide 8 - Quizvraag

Je begroet je ouders, nadat je terugkomt van 3 dagen schoolkamp met een omhelsing.
A
verbale communicatie
B
non-verbale communicatie

Slide 9 - Quizvraag

Je kijkt naar het treurige gezicht van je vriendin en denkt; die is verdrietig.
A
verbale communicatie
B
non-verbale communicatie

Slide 10 - Quizvraag

verkeersborden
A
verbale communicatie
B
non-verbale communicatie

Slide 11 - Quizvraag

Soms is het ook verstandiger om even niets te zeggen.
A
Hoge bomen vangen veel wind.
B
Spreken is zilver, zwijgen is goud.
C
Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens.
D
Hij heeft de klok horen luiden, maar weet niet waar de klepel hangt.

Slide 12 - Quizvraag

Verhaal blz. 40 - 41

Slide 13 - Tekstslide

Tim en Roos zitten bij elkaar in de klas en zijn ..... nooit stil.
A
achterhalen
B
verband
C
oogcontact
D
nagenoeg

Slide 14 - Quizvraag

'We gaan rekenen. Kunnen jullie .... hoeveel 72:8 is?'
A
achterhalen
B
verband
C
oogcontact
D
nagenoeg

Slide 15 - Quizvraag

Tim zoekt ... met Roos.
A
achterhalen
B
verband
C
oogcontact
D
nagenoeg

Slide 16 - Quizvraag

'En let op, er is een .... tussen het antwoord bij deze som
en de tafel van 8!'
A
achterhalen
B
verband
C
oogcontact
D
nagenoeg

Slide 17 - Quizvraag