Adverbien und Konjunktionen
Bijwoorden en voegwoorden.
Bijwoord: geeft aan hoe, waar of wanneer iets gebeurd is (wann, wenn, als, damals, anders, sonst, während, her, hin)
Voegwoord: verbindt zinsdelen of woorden met elkaar (oder, ob, entweder..., oder..., weil, denn, dass)
--> Zie handboek