Russische Revolutie

Leerdoel
Aan het einde van de les kan je kunt je de oorzaken noemen van de Russische Revolutie.




1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Leerdoel
Aan het einde van de les kan je kunt je de oorzaken noemen van de Russische Revolutie.




Slide 1 - Tekstslide

Rusland voor 1917
  • Keizerrijk (Russische keizer is een tsaar).

  • Grote verschillen tussen arm en rijk.

  • Bondgenoot van Engeland en Frankrijk vóór en tijdens de Eerste Wereldoorlog (tot 1917).

  • Zeer slecht geïndustrialiseerd.

Slide 2 - Tekstslide

De druppel in 1917...
  • Grote voedseltekorten.
  • Er braken rellen uit.
  • Tsaar raakte in paniek

Slide 3 - Tekstslide

.... Start van de Russische revolutie



Opstand die begon in februari 1917 en eindige in oktober van dat jaar, toen de communisten in Rusland de macht grepen.

Slide 4 - Tekstslide

Oorzaken Russische Revolutie
  1. Economisch: Armoede onder de boeren.
  2.  Politiek: Gebrek aan democratie. 
  3. Oorlog duurde te lang......

Slide 5 - Tekstslide

0

Slide 6 - Video

Gevolgen Russische Revolutie
1. Rusland stopt met de oorlog.
2. Politiek: Einde van de macht van de tsaar.  Lenin komt aan de macht. 
3. Economisch: Begin van het communisme. 

Slide 7 - Tekstslide

Het Communisme
  • Wilt een samenleving waarin iedereen gelijk is
  • Grond, grondstoffen en fabrieken zijn van de overheid.
  • Lenin beloofde van alles, hierdoor wist hij de macht te grijpen.

Slide 8 - Tekstslide

Rusland na 1917
Rusland voor 1917
Volledige gelijkheid
Grote verschillen tussen arm en rijk 
Tsar
Sovjet-Unie

Slide 9 - Sleepvraag

Wat is het communisme?
A
Er wordt gestreefd naar gelijkheid in bezit
B
Er wordt gestreefd naar gelijkheid
C
Er wordt gestreefd naar ongelijkheid
D
Er wordt gestreefd naar ongelijkheid in bezit

Slide 10 - Quizvraag

Bij het communisme:
A
Zijn er grote verschillen tussen arm en rijk.
B
Wordt gestreefd naar een maatschappij van gelijkheid.
C
Worden andere rassen als minderwaardig gezien.
D
Zijn bedrijven in handen van particuliere ondernemers.

Slide 11 - Quizvraag

Het communisme wil...
A
Een sterke leider, aan wie iedereen gehoorzaam is.
B
Gelijke verdeling van bezit en macht.
C
Democratie
D
De mogelijkheid om winst te maken en rijk te worden

Slide 12 - Quizvraag

Wat was de Russische Revolutie?
A
Een militaire coup in Rusland in 1914.
B
Een politieke omwenteling in Rusland in 1917.
C
Een economische crisis in Rusland in 1905.
D
Een religieuze beweging in Rusland in 1920.

Slide 13 - Quizvraag

Wat is geen oorzaak voor de Russische Revolutie?
A
Mensen hadden veel honger.
B
Mensen waren arm.
C
Er waren veel slachtoffers gevallen in de Eerste Wereldoorlog.
D
De communisten kwamen aan de macht.

Slide 14 - Quizvraag

Wie was de leider van de Russische Revolutie?
A
Karl Marx
B
Lenin
C
Stalin
D
Hitler

Slide 15 - Quizvraag

Wanneer was de Russische Revolutie?
A
1914
B
1916
C
1917
D
1918

Slide 16 - Quizvraag


Wie is deze man?

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide