Les 9 - Hoofdstuk 6 evalueren en afronden

Mens en Activiteit


Hoofdstuk 6 - Activiteiten uitvoeren en afronden
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Mens en Activiteit


Hoofdstuk 6 - Activiteiten uitvoeren en afronden

Slide 1 - Tekstslide

Aan het eind van dit hoofdstuk:
Kun je de activiteit uitleggen aan de deelnemers.
Weet je hoe je de activiteit moet begeleiden.
Weet je hoe je moet samenwerken.
Weet je hoe je een activiteit moet afronden.

Slide 2 - Tekstslide

Uitleg

Aandachtspunten
Stemgebruik
Enthousiasme
Duur van de uitleg
Structuur uitleg
Welkom
Uitleg activiteit
Indelen
Opstelling
Regels

Slide 3 - Tekstslide

Begeleiden

Kijk naar je deelnemers:
Gaat het goed?
Hebben ze plezier?
Doet iedereen mee?
Heeft iemand hulp nodig?

Wat kan je doen als er iets niet goed gaat tijdens de activiteit?
Onderbreken
Scheidsrechter
Belonen

Slide 4 - Tekstslide

Samenwerken
Met elkaar werken aan een gezamenlijk doel.

Je bent met meer mensen dus je kan meer werk verzetten.
Samen weet je meer.

Samenwerken gaat alleen goed als de volgende zaken duidelijk zijn:
Doel
Afspraken(regels duidelijk)
Planning





Slide 5 - Tekstslide

Afronden
1. Deelnemers
Je kijkt nog even terug naar de activiteit; wat ging goed, wat ging minder goed. Je helpt daarna iedereen opweg naar huis door bijvoorbeeld de jas aan te trekken.

2. Collega’s:
Met collega’s bepreek je de belangrijke zaken. Is er iets gebeurd wat iedereen moet weten of moeten anderen ingelicht worden omdat er een voorval heeft plaatsgevonden?

Opruimen:
Het hoort erbij maar je moet altijd de ruimte weer netjes achterlaten en de materialen die je gebruikt hebt terugzetten op hun plek.



Slide 6 - Tekstslide


Conflicten bespreken

Slide 7 - Tekstslide

Ruzie maken,
waar denk je aan?

Slide 8 - Woordweb

Jongeren kunnnen soms een beetje opvliegend zijn, dit hoort er bij....
...Maar hoe zou jij reageren op deze situaties?

Slide 9 - Tekstslide

Je ziet iemand een pen van je
pakken zonder het te vragen!

Slide 10 - Open vraag

...Iemand loopt in een drukke
gang keihard tegen je aan!

Slide 11 - Open vraag

...Je staat in de rij om een
broodje te kopen en
iemand dringt voor!

Slide 12 - Open vraag

...Je hoort dat iemand een nare
roddel over jou verspreid heeft!

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Video

...Wat is voor jou een goede
manier om jezelf te kalmeren?

Slide 15 - Open vraag

Hoe los jij het liefst een ruzie
met familie of vrienden op?

Slide 16 - Open vraag

Wat is een conflict eigenlijk? Voor de één is het een flinke vechtpartij terwijl het voor de ander al begint bij een boze blik. 

Denk er even over na en bekijk dan het filmpje voor je de uitleg. 
Conflicten 

Slide 17 - Tekstslide

Wat zijn volgens jou redenen dat er conflicten ontstaan? Probeer er 3 te noemen.
Hoe doe je het nu?

Slide 18 - Open vraag

Instructie:

1. Doe dit testje met je buurman

2. Pak één stoel 

3. Ga op de stoel zitten. Degene die blijft staan heeft verloren. 

4. Wat is hier het conflict en hoe zou je dit conflict kunnen oplossen?
     Omgaan met conflicten  

Slide 19 - Tekstslide

Als mensen een conflict hebben gaan ze daar op verschillende manieren mee om. 

Sommige mensen zullen een conflict liever mijden terwijl andere het juist als een strijd zien en willen doorvechten. 

Bekijk de afbeelding en bedenk hoe jij meestal reageert als een conflict dreigt. 
Hoe gaan mensen om met een conflict?
    Omgaan met conflicten 

Slide 20 - Tekstslide

Bij een conflict zijn altijd twee partijen aanwezig: Jij en de ander. Probeer bij een conflict te kijken naar wat voor jou belangrijk is en wat voor de ander belangrijk is. 

Als je dit beide doet zit je rechtsboven bij samenwerken.

Dit is een win-win.

Maar samenwerken werkt in een conflict niet altijd. Bekijk op de volgende slide welke manier je in een bepaalde situatie kunt gebruiken.
Samenwerken
Oplossen    

Slide 21 - Tekstslide

Probeer in de win/win situatie te komen.


Wanneer doordrukken?
Als je in een conflict doordrukt ga je de strijd aan. Je houdt vooral je eigenbelang in de gaten.

Een conflict oplossen door door te drukken doe je:
  • Als het om een situatie gaat die voor jou heel belangrijk is en je vindt de relatie met de ander niet/minder belangrijk
  • Je wilt per se je zin krijgen.
Wanneer samenwerken?
In een conflict is de ideale situatie dat je beide tevreden het conflict verlaat. Je kunt dit doen door samen te werken.

Een conflict oplossen door samen te werken doe je:
  • Diegene waarmee je ruzie hebt is belangrijk voor je
  • Je hebt genoeg tijd om samen een oplossing te vinden.
Wanneer vermijden?
Als je een conflict vermijd ga je een conflict niet aan. De confrontatie vindt niet plaats. Je verliest beide een beetje, want geen van beide heeft een oplossing voor het conflict gekregen.

Een conflict vermijden doe je als:
  • je de sfeer wilt goedhouden
  • je geen energie/zin hebt in een conflict
Wanneer toegeven?
Als je toegeeft zet je jouw eigen belang opzij. Toegeven kan soms heel sterk zijn, want de kans is groot dat het conflict niet uit de hand loopt en de relatie goed blijft.

In een conflict toegeven doe je:
  • Als je de relatie met de ander heel belangrijk vindt
  • Als je ook echt weet dat je fout zat kan toegeven een enorme opluchting zijn.
Oplossen    

Slide 22 - Tekstslide

Instructie: 

1. Doe deze test weer met je buurman/buurvrouw

2. Pak één stoel

3. Verzin twee oplossingen voor het conflict waarin je samenwerkt. 
Oplossen  

Slide 23 - Tekstslide

Test je kennis!
In deze les heb je geleerd:

  • Dat je op verschillende manieren kunt omgaan met conflicten
  • Dat je in een conflict rekening moet houden met jezelf en de ander
  • Dat samenwerken een manier kan zijn om een conflict op te lossen. 

 
Afsluiting 

Slide 24 - Tekstslide