Wat: 2.2: Opdracht 1 a en b (kennis) en 2 ,
4,
7 t/m 9 (inzicht). (blz 82 t/m87)
Hoe: Eerste 5 minuten stil, daarna mag je fluisterend overleggen met je buur.
Hulp: Lukt het niet? Vraag eerst je buur. Kom je er samen niet uit, steek dan je hand op.
Tijd: Zie timer.
Uitkomst: De lesstof komt terug op de toets en aan het eind van de les in de quiz!
Klaar: Verschillende keuzes. Lees in je leesboek, maak een samenvatting, of doe de moeilijkere opdracht 6 (ben je heel vroeg klaar, dan mag je deze proef ook wel zelf nameten door hem uit te voeren). Of doe ook de plusopdrachten (de groene kaders).