T2 - Les 4. Schatten maar!

Leerdoel
Na deze les kan je laten zien hoe je geldbedragen kan schatten.

1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 4

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.

time-iconLesduur is: 55 min

Onderdelen in deze les

Leerdoel
Na deze les kan je laten zien hoe je geldbedragen kan schatten.

Slide 1 - Tekstslide

Kom je toe met 150€?
A
ja
B
nee

Slide 2 - Quizvraag

17 miljoen
5 km/uur
4 meter lang
2 meter breed
1,80 meter lang
80 kg
3,5 kg

Slide 3 - Sleepvraag

Hoe hoog schat je deze menselijke piramide?

Slide 4 - Open vraag

Er staan 96 auto's in de file.
Hoe lang is die file ongeveer?

Slide 5 - Open vraag

Rond het getal af
33
A
32
B
32
C
30
D
31

Slide 6 - Quizvraag

rond het getal af
88
A
85
B
89
C
90
D
100

Slide 7 - Quizvraag

rond het getal af
44
A
45
B
43
C
40

Slide 8 - Quizvraag

rond het getal af
123.456
A
123.460
B
123.455
C
123.457
D
123.500

Slide 9 - Quizvraag

Geld schatten

* Afronden van geldbedragen.

* Wat kost het ongeveer?

* Heb je genoeg geld bij je?

* Hoeveel geld houd je ongeveer over?

Slide 10 - Tekstslide

Waarom is het belangrijk dat je
geldbedragen kunt schatten?

Slide 11 - Woordweb

Geld schatten

* Afronden van geldbedragen.

* Wat kost het ongeveer?

* Heb je genoeg geld bij je?

* Hoeveel geld houd je ongeveer over?

Slide 12 - Tekstslide

timer
3:00
Maak zelf deze oefening in je boek. 
pg 23 oef 3.

Slide 13 - Tekstslide

Rond de prijzen af naar makkelijke bedragen:
 Prijzen afronden is gemakkelijker rekenen en sneller.









Dit zijn bedragen waar je handig mee kunt rekenen.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

€ 24,78 is afgerond?
A
€ 25
B
€24,50
C
€24

Slide 16 - Quizvraag

€ 3,78 is afgerond?
A
€ 4
B
€ 3
C
€ 3,50

Slide 17 - Quizvraag

Hoeveel is € 2,98 en € 12,15 ongeveer samen?
A
€ 14
B
€ 15
C
€ 16

Slide 18 - Quizvraag

Je wilt 4 broodjes van €2,45 per stuk en je hebt € 10,- bij je. Heb je genoeg?
A
Ja
B
Nee

Slide 19 - Quizvraag

Je koopt vijf broodjes van €4,45 per stuk. Je hebt €20,00 bij je. Is dat genoeg?
A
Ja
B
nee

Slide 20 - Quizvraag

Maak zelf deze oefening in je boek. 
pg 23 oef 4.
timer
3:00

Slide 21 - Tekstslide

Kijk eens bij je buur.
Verbeter elkaar indien nodig.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Pagina 24 oef 5-6-7
Maak deze individueel op punten.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

We gaan nu schatten met procenten.

Slide 26 - Tekstslide

Sebastiaan koopt een spijkerbroek deze kost € 100. Wanneer is hij voordeliger uit?
A
20% korting
B
Kortingsbon van € 25

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Tekstslide

Prijs van de fiets 1 600 €
Schat hoeveel korting je
krijgt.
A
400 €
B
500 €
C
600 €
D
800 €

Slide 29 - Quizvraag

Maak individueel oefening 13-14

Boek pagina 27

Slide 30 - Tekstslide

Eens iets ander, 
maar ook over cijfers.

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video

Hoe zou het komen dat er nu minder jonge slachtoffers zijn dan vroeger?

Slide 33 - Open vraag

Slide 34 - Video

Hoeveel verkeersdoden waren er nog in 2015?
A
540
B
762

Slide 35 - Quizvraag

Slide 36 - Video

Slide 37 - Tekstslide

Hoe komt het dat er een forse daling is in dodelijke ongevallen bij jonge mensen?

Slide 38 - Open vraag

Slide 39 - Video

Waarom denk jij dat het vaker jonge mannen zijn dan jonge vrouwen?

Slide 40 - Open vraag

Slide 41 - Video

Slide 42 - Video