H1 Formuleren - Correct begrenzen van zinnen

Formuleren - zinnen correct begrenzen
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwoo, havoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Formuleren - zinnen correct begrenzen

Slide 1 - Tekstslide

- Je leert over zinnen correct begrenzen.
- Videofragment: uitleg zinnen begrenzen
- Theorie: zinnen begrenzen (herhaling videofragment)
Nederlands TW3
Hoe ging het? 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

Theorie
Hieronder volgt de theorie nog eens uitgebreid uitgelegd.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Zinnen
Zinnen beginnen met een hoofdletter en eindigen met een punt/vraagteken/uitroepteken.
In samengestelde zinnen worden de zinnen meestal van elkaar gescheiden door een komma, een puntkomma of een dubbele punt.

Slide 8 - Tekstslide

Zinnen: komma
De komma is een leesteken dat wordt gebruikt als scheidingsteken tussen delen van een zin. Tussen twee persoonsvormen wordt een komma geplaatst of voor het voegwoord tussen de twee zinnen.

Vb. Wereldrecords kunnen niet steeds opnieuw verbroken worden, want er zit een grens aan de mogelijkheden van het menselijk lichaam.

Slide 9 - Tekstslide

Zinnen: puntkomma
Net als de punt sluit de puntkomma een mededeling af, maar tegelijkertijd maakt hij duidelijk dat er een directe band is met de volgende mededeling.

Vb. We hebben een mooie zomer gehad; vooral augustus was heerlijk zonnig.

Slide 10 - Tekstslide

Zinnen: dubbele punt
Een dubbele punt gebruiken we vóór een opsomming, een citaat, een verklaring, aankondiging, omschrijving, toelichting, conclusie of gedachte.
Het eerste woord na de dubbele punt krijgt meestal geen hoofdletter (tenzij het een hoofdletterwoord is, zoals een naam). Na de dubbele punt schrijf je wel een hoofdletter als er een volledige zin geciteerd wordt.
Vb.  De minister heeft gezegd: "Hier is geen geld meer voor."

Slide 11 - Tekstslide

Begrenzen van zinnen
Dit kan op 2 manieren fout gaan:
1) Een bijzin die zinsdeel is in een samengestelde zin, wordt als losse zin geschreven. Dit is grammaticaal niet correct.

Vb. Veel mensen vinden het moeilijk om nee te zeggen. Omdat ze bang zijn een ander te kwetsen.

Slide 12 - Tekstslide

Begrenzen van zinnen
Dit kan op 2 manieren fout gaan:
2) Twee zelfstandige zinnen (hoofdzinnen) worden ten onrechte samengevoegd.
Ook dit is grammaticaal niet correct.
Vb. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden verschillende landen door Duitsland bezet, hier kwamen veel mensen tegen in opstand.

Slide 13 - Tekstslide

Welke uitspraak klopt over zinnen begrenzen?

A
Zet achter elke zin een punt, uitroepteken of een vraagteken. Plaats een komma tussen persoonsvormen.
B
Zet een punt voor verbindingswoorden, als doordat, want en zodra
C
Maak heel lange zinnen
D
Plaats NOOIT een komma tussen persoonsvormen

Slide 14 - Quizvraag

Wij gaan zondag naar familie. Daarom bak ik nu een taart.
A
Zinnen foutief begrenzen
B
Zin is goed

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Nu doen:
Je gaat een brief schrijven naar de directeur van de school, je schrijft alleen de adressering en de aanhef. De directeur heet Wim Kokx. Bepaal zelf welke van de onderstaande gegevens je nodig hebt:
Hofstad Lyceum
Colijnplein 9
2555 HA Den Haag
Tel: 070-368 76 70

info@hofstadlyceum.nl
www.hofstadlyceum.nl


Slide 18 - Tekstslide

Huiswerk
Maak Schrijven 3.4 opdracht 5 en 6

blz. 206-207

Slide 19 - Tekstslide

Extra korte oefening
Cambiumned
https://www.cambiumned.nl/stijl/formuleren/

Slide 20 - Tekstslide