wk 15 kenmerkende aspecten

Geschiedenis Inschrijfuur 

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Geschiedenis Inschrijfuur 

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
  1. doelen 
  2. Kenmerkende aspecten: hoe zit dit ook alweer?
  3. Kahoot
  4. Afsluiting 

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel

  • Je kunt uitleggen in welke vijf perioden en tien tijdvakken de geschiedenis is ingedeeld. 
  • Je hebt je kennis over de  kenmerkende aspecten van geschiedenis herhaald.

Slide 3 - Tekstslide

Geschiedenis en vroeger
Vaak worden de woorden 'vroeger', 'historie' en 'geschiedenis' door elkaar gebruikt. Daar is niets mis mee. Maar het vak geschiedenis is iets anders dan geschiedenis in de betekenis van 'het verleden' of 'alles wat vroeger is gebeurd'.

Vak geschiedenis: Het beeld dat wij hebben van 
het leven van mensen in het verleden.

Slide 4 - Tekstslide

Geschiedenis en vroeger
Het woord 'beeld' in de omschrijving betekent hier 'idee'. Wij hebben namelijk een bepaald idee, een bepaalde voorstelling, van het leven vroeger.

Die informatie halen we bij het 'vak geschiedenis' uit bronnen, zoals bijvoorbeeld: opgegraven skeletten, een muntschat, schilderijen, brieven en dagboeken van mensen, officiële documenten, oude helmen en zwaarden, potten en pannen, enz.
Bron: Alles wat informatie geeft over het verleden.

Slide 5 - Tekstslide

Waarom geschiedenis?
  • Geschiedenis geeft je een idee over wie je bent.
  • Geschiedenis helpt je om de wereld te begrijpen.
  • Geschiedenis leert je afvragen wat waar is in het verleden.
  • Geschiedenis leert je af te vragen waarom iemand een bepaalde mening heeft.
  • Geschiedenis laat je nadenken over wat goed of slecht is om te doen.

Slide 6 - Tekstslide

Geschiedenis en tijd
De mens bestaat zo'n 2,5 miljoen jaar. Deze lange tijd is ingedeeld in perioden en tijdvakken om alle gebeurtenissen en ontwikkelingen in de geschiedenis te ordenen. 

Door de perioden en tijdvakken namen te geven, weten we wat er belangrijk is in een bepaalde fase van de geschiedenis.

Slide 7 - Tekstslide

In de geschiedenis wordt een periode van 100 jaar, een eeuw, gebruikt voor het tellen en ordenen van de tijd.
In Nederland en in veel andere delen van de wereld worden de jaren geteld volgens de christelijke jaartelling. Er zijn gebeurtenissen voor het jaar dat Jezus Christus is geboren (v.Chr.) en gebeurtenissen na dat jaar (n.Chr.).

Slide 8 - Tekstslide

Overzicht van de vijf perioden en tien tijdvakken van het vak geschiedenis. 

Slide 9 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten
Leerlingen die in de bovenbouw geschiedenis hebben, moeten voor hun eindexamen van elk tijdvak in het verleden, van de prehistorie tot en met het heden, de zogenaamde kenmerkende aspecten kennen en kunnen herkennen en begrijpen.  


-> Kenmerkend aspect: Wat kenmerkend is voor een bepaalde tijd in het verleden.

In paragraaf xx.8 vind je altijd de kenmerkende aspecten (en begrippen en een tijdlijn).




Slide 10 - Tekstslide

tijdvak 1
tijdvak 2
tijdvak 3
tijdvak 4
tijdvak 5
tijdvak 6
tijdvak 7
tijdvak 8
tijdvak 9
tijdvak 10
Ontdekkers en hervormers
Steden en staten
Jagers en boeren
Grieken en Romeinen
Wereld- oorlogen
Televisie en computer
Pruiken en revoluties
Monniken en ridders
Regenten en vorsten
Burgers en stoommachines

Slide 11 - Sleepvraag

Kun jij deze tijdvakken op de juiste volgorde zetten?

Slide 12 - Sleepvraag

Wat houdt een kenmerkend aspect in?

Slide 13 - Open vraag