Opdracht 1: luister naar de woorden en zet ze in het juiste rijtje
Opdracht 2: Ken je de woorden al in het Engels? (en in de tweede ronde: had je ze goed?)
Opdracht 5: Luister naar de woorden en schrijf ze op
Opdracht 3: Schrijf alle woorden in het Engels (in het juiste rijtje)
Opdracht 4: Schrijf de Engelse woorden in de juiste rij
Opdracht 6: Schrijf het Nederlandse briefje in het Engels op in de kladversie. Laat het nakijken door de juf. Pas daarna schrijf je het in het net.