In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Bonjour!
Log in op LessonUp (code onderin beeld)
Pak opdracht 42B en 43 erbij (p. 80-81)
Slide 1 - Tekstslide
Programme
Objectif: Tu sais ce qu'il faut mieux apprendre pour le test.
D-toets
Evaluatie: wat herhalen?
Slide 2 - Tekstslide
42B
On va corriger ensemble.
Slide 3 - Tekstslide
Test diagnostique
We gaan een diagnostische toets maken in LessonUp. Doe dus je boek weg!
Houd voor jezelf zelf bij welke onderdelen goed gingen, en welke minder. Aan het eind vraag ik jullie aan te geven waar je nog meer uitleg over wil!
Slide 4 - Tekstslide
Vertaal de volgende Franse woorden naar het Nederlands (noteer woord en vertaling): la galère, gérer, sage, se nourrir, consister en, davantage
Slide 5 - Open vraag
Vertaal de volgende woorden naar het Frans: overdrijven, de slaap, gezond, de huisarts, de twijfel, vol
Slide 6 - Open vraag
Welke woorden missen in de zinnen? Quand tu es stressé, il est important de ne pas _______.
A
avouer
B
redoubler
C
flipper
D
réussir
Slide 7 - Quizvraag
Quand les personnes ont toutes sortes de problèmes, elles peuvent consulter______.
A
le dentiste
B
le médecin généraliste
C
le pharmacien
D
le dermatologue
Slide 8 - Quizvraag
___________ un problème de santé, je ne peux pas aller à l'école.
A
À cause d'
B
Alors qu'
C
Puisqu'
D
À tout prix
Slide 9 - Quizvraag
Il faut ________ que j'exagère parfois mes problèmes.
A
redoubler
B
consommer
C
utiliser
D
avouer
Slide 10 - Quizvraag
Grammaire A: in welke drie situaties gebruik je het gérondif?
Slide 11 - Open vraag
Kies in de volgende zinnen de juiste vertaling van het gérondif: Je me détends en faisant du yoga.
A
door yoga te doen
B
terwijl ik aan yoga doe
Slide 12 - Quizvraag
Je me prépare pour les exposés en lisant plusieurs fois mon texte.
A
door te lezen
B
terwijl ik lees
Slide 13 - Quizvraag
Je me promène dans les rues en mangeant des biscuits.
A
door te eten
B
terwijl ik eet
Slide 14 - Quizvraag
Je m'entraine en faisant du sport.
A
door te sporten
B
terwijl ik sport
Slide 15 - Quizvraag
Je fais mes devoirs en écoutant de la musique.
A
door te luisteren
B
terwijl ik luister
Slide 16 - Quizvraag
Grammaire A: hoe maak je een gérondif?
Slide 17 - Open vraag
Verander de volgende werkwoorden in een gérondif: présenter, regarder, faire, surprendre
Slide 18 - Open vraag
Grammaire B: zet de werkwoorden tussen haakjes in de juiste tijd: Je (prendre, présent) _____ toujours des petites portions.
Slide 19 - Open vraag
Mes parents (éteindre, imparfait) ______ toujours la lumière dans ma chambre.
Slide 20 - Open vraag
Pour gagner le championnat, j' (devoir, passé composé) ___ m'entrainer tous les jours.
Slide 21 - Open vraag
Si tu fais tes devoirs, tu (apprendre, futur) ____ mieux.
Slide 22 - Open vraag
Si j'avais l'argent, je (surpendre, conditionnel) ___ tout le monde avec un cadeau.
Slide 23 - Open vraag
Grammaire C: wanneer gebruik je een delend lidwoord?
Slide 24 - Open vraag
Kies het juiste lidwoord in de volgende zinnen: Il faut avoir _____ temps pour s'entrainer.
A
du
B
de la
C
de l'
D
des
Slide 25 - Quizvraag
_____ élèves doivent beaucoup apprendre.
A
Le
B
La
C
Les
D
L'
Slide 26 - Quizvraag
Je n'ai pas ____ question pour toi.
A
la
B
de la
C
de
D
une
Slide 27 - Quizvraag
Ils ont peu _____ discipline.
A
la
B
de
C
de la
D
une
Slide 28 - Quizvraag
J'aime beaucoup ______ bière.
A
de
B
la
C
une
D
des
Slide 29 - Quizvraag
Vous n'êtes pas _____ athlète.
A
d'
B
un
C
de l'
D
l'
Slide 30 - Quizvraag
Lees de uitgedeelde tekst. Er staat een vraag onder. Noteer het antwoord op die vraag hier.
Slide 31 - Open vraag
Schrijven: pak opdracht 43 erbij, ruil deze met je buren. Kijk elkaar werk na, en noteer hier de sterke en zwakke punten van de tekst van je buren.
Slide 32 - Open vraag
Einde van de diagnostische toets
Slide 33 - Tekstslide
Welke onderdeel ging het best, volgens jou?
Vocabulaire
Grammaire A: le gérondif
Grammaire B: les verbes irréguliers
Grammaire C: les articles
Lezen
Schrijven
Slide 34 - Poll
Welke onderdeel ging het slechtst?
Vocabulaire
Grammatica A: le gérondif
Grammatica B: les verbes irréguliers
Grammatica C: les articles
Lezen
Schrijven
Slide 35 - Poll
Stof voor de toets over chapitre 2:
Vocabulaire A, B & C: de Frans-Nederlandse woorden leer je ook alleen van het Frans naar het Nederlands, Nederlands-Franse woorden leer je beide kanten op (FA-NL & NL-FA).
Grammaire A: weten waarvoor je het gérondif gebruikt + het maken van (regelmatige) gérondifs.
Grammaire B: vier werkwoorden + afgeleiden, alle tijden, alle vormen.
Grammaire C: alle lidwoorden + weten wanneer je welk lidwoord gebruikt.
Slide 36 - Tekstslide
Stof voor de toets over chapitre 2:
Lire:HAVO-examenteksten over het thema gezondheid.
Écrire: schrijven over stress & anti-stress tips, schrijven over wat je doet om gezond te leven, schrijven over sport en sportieve ambities + wat je moet doen om die te bereiken, aanhef en afsluiting van een formele brief (écrire B).
Slide 37 - Tekstslide
Heb je op het moment nog vragen over de toets, die je graag nu beantwoord ziet?
Slide 38 - Open vraag
Tot slot...
...Ik ga een link met jullie delen in Teams, met een vragenlijst over mij (voor mijn stage).
Vul deze naar eerlijkheid in! Dus, probeer je mening over het vak Frans in het algemeen los te koppelen van je mening over mij als docent.
Slide 39 - Tekstslide
Le prochain cours...
...herhaling van de stof.
Devoirs: - begin met leren voor de toets; - noteer eventuele vragen.