Marketing 1.11 en 1.12

Welk verdienmodel is het meest voorkomend?
A
transactiemodel
B
abonnementsmodel
C
instapmodel
D
advertentiemodel
1 / 27
volgende
Slide 1: Quizvraag
MarketingMBOStudiejaar 2,3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Welk verdienmodel is het meest voorkomend?
A
transactiemodel
B
abonnementsmodel
C
instapmodel
D
advertentiemodel

Slide 1 - Quizvraag

Welk verdienmodel hanteert Booking.com?
A
hybridemodel
B
abonnementsmodel
C
yield-model
D
advertentiemodel

Slide 2 - Quizvraag

Welk verdienmodel hanteert de Jumbo supermarkt?
A
transactiemodel
B
abonnementsmodel
C
instapmodel
D
advertentiemodel

Slide 3 - Quizvraag

Welk verdienmodel gebruiken 'Sla je slag' en 'Vakantieveilingen'?
A
yield-model
B
abonnementsmodel
C
veilingmethode
D
advertentiemodel

Slide 4 - Quizvraag

Welk verdienmodel hanteren Netflix en Videoland?
A
verhuurmodel
B
advertentiemodel
C
veilingmethode
D
licentiemodel

Slide 5 - Quizvraag

Een bureau voor werving en selectie brengt mensen die een nieuwe baan zoeken in contact met bedrijven die een vacature hebben.
Welk verdienmodel is hiervoor het meest geschikt?
A
yield-model
B
abonnementsmodel
C
makelaarsmodel
D
advertentiemodel

Slide 6 - Quizvraag

Bij Spotify kun je een gratis versie gebruiken waarbij je veel reclame tussendoor hoort. Hoe heet dit verdienmodel?
A
yield-model
B
hybridemodel
C
instapmodel (freemium)
D
advertentiemodel

Slide 7 - Quizvraag

Welk verdienmodel wordt voornamelijk gehanteerd bij RTL4?
A
veilingmethode
B
abonnementsmodel
C
instapmodel (freemium)
D
advertentiemodel

Slide 8 - Quizvraag


A
yield-model
B
instapmodel (freemium)
C
veilingmodel
D
advertentiemodel

Slide 9 - Quizvraag

Welk verdienmodel gebruiken 'Sla je slag' en 'Vakantieveilingen'?
A
transactiemodel
B
veilingmethode
C
yield-model
D
licentiemodel

Slide 10 - Quizvraag

Welk verdienmodel hanteren Netflix en Videoland?
A
yield-model
B
abonnementsmodel
C
instapmodel
D
advertentiemodel

Slide 11 - Quizvraag

Welk verdienmodel hanteert Booking.com?
A
hybridemodel
B
abonnementsmodel
C
yield-model
D
advertentiemodel

Slide 12 - Quizvraag

Welk verdienmodel hanteren Netflix en Videoland?
A
yield-model
B
makelaarsmodel
C
instapmodel
D
advertentiemodel

Slide 13 - Quizvraag

KARWEI verhuurt én verkoop apparatuur. Welk verdienmodel hanteert zij?
A
verhuurmodel
B
advertentiemodel
C
veilingmethode
D
hybridemodel

Slide 14 - Quizvraag

concurrentiegeoriënteerde prijsstrategie
vraaggeoriënteerde prijsstrategie
kostengeoriënteerde prijsstrategie
afroomprijsstrategie (skimming)
penetratieprijsstrategie
Bij de introductie van een product een hoge prijs om de kosten snel terug te verdienen. Na verloop van tijd daalt de prijs geleidelijk.
De prijs van de concurrenten geldt als uitgangspunt.
Eerst een lage prijs hanteren en na verloop van tijd veranderen in een hogere prijs zodra marktaandeel op de concurrenten is gewonnen.
Je neemt de kosten als basis voor je verkoopprijs.
De klant staat centraal. Hierbij bepaal je de prijs op basis van wat potentiële klanten bereid zijn te betalen voor het product en hoeveel vraag ernaar is.

Slide 15 - Sleepvraag

Een fabrikant wil een nieuw product op de markt brengen. Uit recent verricht haalbaarheidsonderzoek blijkt dat hiervoor veel belangstelling bestaat. Snelheid is echter geboden, want enkele concurrenten hebben dezelfde plannen. Welke prijsstrategie kan de fabrikant het beste toepassen?
A
afroomprijsstrategie
B
kostengeoriënteerde prijsstrategie
C
penetratieprijsstrategie
D
vraaggeoriënteerde prijsstrategie

Slide 16 - Quizvraag

Een producent van babyluiers stimuleert detaillisten om grotere orders te plaatsen. Daarom krijgt elke klant, bij een bestelling van meer dan 1.200 pakken, 4% korting. Van welke kortingsvorm is hier sprake?
A
actiekorting
B
functionele korting
C
kwantumkorting
D
prestatiekorting

Slide 17 - Quizvraag

De Intratuin verkoopt alle kerstartikelen vanaf januari met korting. Van welke korting is sprake?
A
actiekorting
B
functionele korting
C
kwantumkorting
D
seizoenskorting

Slide 18 - Quizvraag

Een elektronicafabrikant brengt een nieuw product op de markt. De ontwikkeling hiervan heeft veel geld gekost. Dankzij de toekenning van een patent heeft de fabrikant het exclusieve recht op het uitbaten van deze uitvinding. Welke prijsstrategie is het meest geschikt?
A
afroomprijsstrategie
B
penetratieprijsstrategie
C
vraaggeoriënteerde prijsstrategie
D
concurrentiegeoriënteerde prijsstrategie

Slide 19 - Quizvraag

Wat is introductiekorting?
A
korting op de prijs door een bepaald jaargetijde
B
korting om tijdelijk een product te stimuleren
C
korting voor snelle betalers
D
korting om een nieuw product sneller in de markt te krijgen

Slide 20 - Quizvraag

Bij de garage krijg je korting omdat je jouw oude auto inruil. Van welke korting is dan sprake?
A
inruilkorting
B
betalingskorting
C
functionele korting
D
kwantumkorting

Slide 21 - Quizvraag

Wat is omzetbonus?
A
korting op de prijs door een bepaald jaargetijde
B
korting om tijdelijk een product te stimuleren
C
korting op basis van het afnamevolume
D
korting voor een vaste klant

Slide 22 - Quizvraag

Wat is een functionele korting?
A
inruilkorting
B
relatiekorting
C
seizoenskorting
D
actiekorting

Slide 23 - Quizvraag

Wat is een kwantumkorting?
A
korting bij het plaatsen van grote orders
B
korting om tijdelijk een product te stimuleren
C
korting voor snelle betalers
D
korting voor een vaste klant

Slide 24 - Quizvraag

Een leverancier van bouwmaterialen wil zijn klanten stimuleren om sneller te betalen. Daarom krijgen klanten 3% korting bij betaling binnen acht dagen. Van welke vorm van korting is hier sprake?
A
actiekorting
B
betalingskorting
C
functionele korting
D
kwantumkorting

Slide 25 - Quizvraag

De Efteling bestelt en verkoopt al jaren de Unox rookworst in het park en ontvangt daarom korting. Van welke korting is sprake?
A
inruilkorting
B
betalingskorting
C
relatiekorting
D
kwantumkorting

Slide 26 - Quizvraag

Wat is een functionele korting?
A
inruilkorting
B
relatiekorting
C
seizoenskorting
D
functionele korting voor Adidas

Slide 27 - Quizvraag