Basisstof 4: evolutie in populaties + Basisstof 5: onderzoek naar evolutie

Biologie
Mevr. Zwijns (zwn@sgdc.nl)
WELKOM!
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Biologie
Mevr. Zwijns (zwn@sgdc.nl)
WELKOM!

Slide 1 - Tekstslide

Biologen houden zich bezig met de levende natuur.
Een levend wezen noem je een organisme
Feitje van de dag

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regels
Actief meedoen
Aandacht voor elkaar
Als ik praat...

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mededelingen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het einde van deze les:
  • je kunt beschrijven hoe de genetische eigenschappen van een populatie kunnen veranderen
  • je kunt enkele onderzoeksmethoden naar verwantschap noemen
  • je kunt verschillen en overeenkomsten herkennen tussen organen en orgaanstelsels van de mens en van verschillende diersoorten
  • je kunt een stamboom aflezen en construeren 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling 
+ huiswerk bespreken

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Leg in 3 stappen (VSR) uit waarom er na verloop van tijd meer bruine dan gele vlinders zijn.

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Basisstof 4: evolutie in populaties
Thema 4: Evolutie

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soortvorming
  • geografisch:  doordat twee populaties van elkaar gescheiden worden
  • in zelfde gebied :
    geen voorplanting door mutaties, verschil baltsgedrag

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

geografische isolatie

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Definities
  • Populatie = Alle individuen van een soort die in een bepaald gebied leven en onderling voortpanten

  • Genenpool is alle verschillende genen  die voorkomen in een populatie 

  • Gene flow = (incidentele) uitwisseling van genen tussen populaties 


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stel dat....
- Populaties volledig gescheiden zijn 
- Ze groot genoeg zijn 
- Er geen evolutie optreedt
(allelen hebben dus geen specifiek voordeel) 

Dan blijkt dat de allelfrequenties
in populaties constant blijven 

(voorbeeld bij mensen is oogkleur of bloedgroep)

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sommige allelfrequenties zijn stabiel (bloedgroepen bij mensen).

Veel allelfrequenties worden beïnvloedt door gebeurtenissen. 

Specifieke richting -> Evolutie 
Door toeval -> Genetic Drift
4.4 Evolutie in populaties

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Allelfrequentie sikkelcelanemie

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In heterozygote toestand (HbNHbS) verzooraakt het slechts een lichte vorm van anemie (bloedarmoede).
Sikkelcelanemie wordt veroorzaakt door het allel HbS.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

allel frequentie
Geen selectie (bv. oorlelletje):
allelfrequenties blijven gelijk

Wel selectie (bv. Sikkelcelanemie)
allelfrequenties veranderen

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Basisstof 5: onderzoek naar evolutie
Thema 4: Evolutie

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Embryonale ontwikkeling laat de lijn van evolutie zien

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

homologe organen

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Homoloog

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

homologie <-> analogie
homologie
  • zelfde ontstaansgeschiedenis
  • zelfde bouwplan
  • verschillende functies

verwantschap
analogie
  • verschillende ontstaansgeschiedenis
  • verschillend bouwplan
  • zelfde functies

geen verwantschap

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verwantschap
vroeger: uiterlijke kenmerken

nu:
DNA analyse =  de specifieke nucleotidenvolgorde van DNA (de DNA-sequentie) bepalen
 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evolutie stamboom
Is de leeuw meer verwant aan de wolf of de beer?
Is de vlinder meer verwant aan een worm of een krokodil?
Welke groepen organismen ontstonden er volgens deze stamboom als eerste?
Welke groep organismen ontstonden er volgens deze stamboom als laatste?

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Basisstof 4 & 5: opdrachten
  • Lees Thema 4, basisstof 4 & 5 goed door 
  • Maak: opdr. 49-52, 54-60, 71-75, 78

  • Hulp nodig? kom naar mijn bureau
  • Klaar? Maak de context opdracht
    aan het einde van het hoofdstuk

timer
10:00

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het einde van deze les:
  • je kunt beschrijven hoe de genetische eigenschappen van een populatie kunnen veranderen
  • je kunt enkele onderzoeksmethoden naar verwantschap noemen
  • je kunt verschillen en overeenkomsten herkennen tussen organen en orgaanstelsels van de mens en van verschillende diersoorten
  • je kunt een stamboom aflezen en construeren 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


A
Homoloog
B
Analoog
C
Rudimentair

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
Homoloog
B
Analoog
C
Rudimentair

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De arm van een mens en de voorpoot van een hond
A
Homoloog
B
Analoog

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een vleugel van een vleermuis en een vleugel van een vogel
A
Homoloog
B
Analoog

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stamboom slangen.
Welk soort is als eerste ontstaan?
A
1
B
2
C
3
D
7

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan welk dier is de neushoorn volgens deze stamboom het meest verwant?
A
kangoeroe
B
nijlpaard
C
ringelrob
D
zebra

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies



Aan welke groep zijn de gorilla’s het meest verwant volgens de stamboom?

A
de chimpansees
B
de gibbons
C
de halfapen
D
aan de apen van de oude wereld

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke van de nu nog levende katachtige is volgens deze stamboom het meest verwant aan de poema?
A
cheetah
B
de Europese lynx
C
de huiskat
D
de jaguar

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In de afbeelding is een stamboom van het plantenrijk te zien. Welk van de onderstaande antwoorden is juist?
A
Bij bladmossen zijn vaatbundels te zien
B
Bij wolfsklauwen zijn vaatbundels te zien
C
Vanaf wolfsklauwen zijn vaatbundels te zien
D
Vanaf bladmossen zijn vaatbundels te zien

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Volgens de evolutietheorie hebben de Aziatische en de Afrikaanse olifant zich ontwikkeld uit ‘oer-olifantachtigen’ die ruim 50 miljoen jaar geleden op aarde leefden.
In de afbeelding is deze ontwikkeling weergegeven in een stamboom
Welke uitspraken zijn juist?
1 Zowel de Aziatische als de Afrikaanse olifant heeft zich ontwikkeld uit de Moeritherium.
2 De Wolharige mammoet is uitgestorven in het Pleistoceen.
A
uitspraak 1 is juist
B
uitspraak 2 is juist
C
beide uitspraken zijn juist
D
beide uitspraken zijn onjuist

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Thema 4, lees basisstof 4 & 5 goed door

Maak: opdr. 49-52, 54-60, 71-75, 78

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies