2. Beschrijf samen met je groepsgenoten wat er in het lichaam gebeurt als er COVID-19 aanwezig is. Gebruik hierbij minimaal 10 begrippen uit de hoofdstukken van het basisboek pathologie.
3. Beschrijf met je groepsgenoten welke observaties een verpleegkundige kan doen bij zorgvragers met COVID-19. Gebruik hier onder andere de informatiebronnen voor die hiervoor in deze opdracht beschreven zijn. Gebruik bij de beschrijving van de observaties medische terminologie. Beschrijf bijvoorbeeld niet hoge hartslag maar tachycardie en niet hoge bloeddruk maar hypertensie.
4. Voeg een bronnenlijst toe van alle bronnen die je gebruikt hebt
5. Voeg een verklarende woordenlijst toe