Thema 10 zintuigen basisstof 4 De iris en de ooglens

Thema 10 zintuigen basisstof 4 De iris en de ooglens
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 10 zintuigen basisstof 4 De iris en de ooglens

Slide 1 - Tekstslide

Nakijken

Opdracht 1 t/m 3 in je boek op  BLZ 192
en 
opdracht 5 t/m 7 in je schrift op BLZ 193-194

Slide 2 - Tekstslide

Het OOG: de binnenkant
netvlies
oogzenuw
lens

Slide 3 - Sleepvraag

Hoe heten de volgende onderdelen van het oog?
Netvlies
Pupil
Hoornvlies
Blinde vlek

Slide 4 - Sleepvraag

Leerdoelen
Basisstof 3 De iris en de ooglens

10.4.1 Je kunt beschrijven hoe de pupilreflex de grootte van de pupil regelt.
10.4.2 Je kunt beschrijven hoe op het netvlies een scherp beeld ontstaat.

Slide 5 - Tekstslide

Huiswerk

Opdracht 1 t/m 3 in je boek op  BLZ 192
en 
opdracht 5 t/m 7 in je schrift op BLZ 193-194

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Tekstslide

Lichtbreking bolle lens

Slide 9 - Tekstslide

Bijstellen lens op afstand
Accomonderen

Slide 10 - Tekstslide

Veraf zien
• De kringspieren rond de lens ontspannen.
• De opening in de kringspieren rond de lens wordt groter.
• De lensbandjes worden hierdoor strak gespannen en rekken de lens uit.
• De lens wordt daardoor minder bol, waardoor je scherp kunt zien in de verte.

Slide 11 - Tekstslide

Dichtbij zien
• De kringspieren rond de lens trekken samen.
• De opening waarin de lens hangt, wordt kleiner.
• De lensbandjes verslappen.
• De lens wordt minder ‘uitgerekt’ en wordt door de elasticiteit boller. De lichtstralen buigen sterker af bij een bolle lens. Daardoor kun je een voorwerp dat dichtbij is (minder dan ongeveer 5 m) scherp zien

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Huiswerk

Opdracht 1 t/m 3 in je boek op  BLZ 192
en 
opdracht 5 t/m 7 in je schrift op BLZ 193-194

Slide 14 - Tekstslide

Oogartsen gebruiken soms oogdruppels bij onderzoek van het oog. Door het samentrekken van spieren in de iris wordt de pupil groter als de oogdruppels in het oog worden gedruppeld. In de afbeelding worden twee typen spiertjes in de iris aangegeven.

Welke spieren trekken zich dan samen?
A
Alleen de Kringspier
B
Alleen de lengtespieren
C
Zowel de kringspier als de lengtespieren

Slide 15 - Quizvraag

Maud en Evi zitten in een vrij donkere kamer. Maud heeft een blinddoek om. Evi heeft een verrassing vlak voor Maud op tafel gezet. Maud tilt stiekem even heel snel haar blinddoek op.

Kan Maud in dat moment haar verrassing goed zien?
A
Ja
B
Nee

Slide 16 - Quizvraag

In de afbeelding zie je een pupil die abnormaal groot is. De oorzaak is dat bepaalde spieren in de iris verlamd zijn.

Kies het juiste woord.
De verlamming is opgetreden in ....
A
Lengtespieren
B
Kringspieren

Slide 17 - Quizvraag

Het OOG: de binnenkant
netvlies
oogzenuw
lens

Slide 18 - Sleepvraag

Hoe heten de volgende onderdelen van het oog?
Netvlies
Pupil
Hoornvlies
Blinde vlek

Slide 19 - Sleepvraag