woordenschat H3 les 2

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Nederlands

Woordenschat H3 les 1 

Wat gaan we vandaag doen?

• Kennis ophalen, wat weet je nog/al? 
• Aan de slag. 
• nabespreken opdrachten.

Een voorvoegsel kan je helpen om

1. een woord in de verleden tijd te zetten.
2. de betekenis van een woord te vinden.
3. een woord te verkleinen.
4. het lidwoord goed te gebruiken.

Geef een voorbeeld van een voorvoegsel.

Als je je misdraagt, krijg je straf.
Wat betekent misdraagt?

1. gek doet
2. goed gedraagt
3. verkeerd gedraagt
4. niet luistert

Het is onverstandig om zo laat naar bed te gaan.
Wat betekent onverstandig?

1. slim
2. niet verstandig
3. raar
4. beter

De gemeente laat de omgewaaide toren herbouwen.
Wat betekent herbouwen?

1. opnieuw bouwen
2. bijbouwen
3. slopen
4. omgewaaid

Hij zat non-stop op zijn nagels te bijten.
Wat betekent non-stop?

1. met tussen pauzes
2. ongeduldig
3. tot dat het bloed
4. zonder te stoppen

Ik vind dat sommige YouTubers echt een wansmaak hebben.
Wat betekent wansmaak?

1. een smaak
2. slechte smaak
3. goede smaak
4. smakelijk

Meneer De Wilde is een ex-buurman van ons.
Wat betekent ex-buurman?

1. buurman van vroeger
2. oude verkering
3. vroegere vriend van je moeder
4. rare buurman

De interlandwedstrijd werd gewonnen door Spanje.
Wat betekent interlandwedstrijd?

1. een wedstrijd in het buitenland
2. een wedstrijd tussen twee landen
3. een wedstrijd in je eigen land
4. een wedstrijd om het kampioenschap

Oké dat ging al erg goed! 

Nu verder met het volgende.. 

Wat gaan we doen?

Les 1: maak opdracht 1 t/m 5 van woordenschat. Niet af? Dan is het huiswerk voor de volgende les.

Les 2: starten we met de quizlet. Daarna ga je verder met de rest van opdrachten. Niet af? Dan is het huiswerk voor de volgende les.

Zijn hier nog vragen over?

Succes! 

Toppers! 

Jullie hebben super gewerkt allemaal! 

Wat ging goed vandaag?

Wat vond je nog lastig?

Dat was het dan weer voor vandaag! 

Morgen kijken we de opdrachten samen nog na.