Bakker de Jong heeft de volgende kostenfunctie: TK = 0,50q + 14.000. In 2016 zijn de marginale kosten van ieder extra brood?
A
0,50
B
0
C
14.000
D
7.000
1 / 27
volgende
Slide 1: Quizvraag
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Onderdelen in deze les
Bakker de Jong heeft de volgende kostenfunctie: TK = 0,50q + 14.000. In 2016 zijn de marginale kosten van ieder extra brood?
A
0,50
B
0
C
14.000
D
7.000
Slide 1 - Quizvraag
Bakker de Jong heeft de volgende kostenfunctie: TK = 0,50q + 14.000. De variabele kosten per brood zijn?
A
0,50
B
0
C
14.000
D
7.000
Slide 2 - Quizvraag
Bakker de Jong heeft de volgende kostenfunctie: TK = 0,50q + 14.000. Bij een productie van 20.000 broden zijn de gemiddelde totale kosten per brood?
A
24.000
B
0,50
C
1,20
D
7
Slide 3 - Quizvraag
Lesdoelen
Aan het einde van de les kun je de verschillende opbrengsten uitrekenen (TO, MO, GO), winst berekenen (TO-TK), break even punt berekenen (TO=TK), winstmaximalisatie aflezen (MO=MK),
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Winstmaximalisatie MO = MK
Slide 8 - Tekstslide
De stukadoor q1=break even q2=maximale winst
Slide 9 - Tekstslide
Samenvatting
TO = totale omzet/opbrengts = p x q
GO = gemiddelde opbrengst = TO/q
MO = marginale opbrengst
TW = totale winst = TO - TK
Maximale winst: mo=mk
Maximale omzet: mo=0
Break even punt: TO=TK of P=GTK
Slide 10 - Tekstslide
Aardbeienkweker Jansen heeft te maken met sterk wisselende omstandigheden. Zijn totale kosten in euro’s (TK) hangen als volgt af van het aantal kratjes aardbeien TK = 3,2q + 11.520. In het jaar 2017 was de productie 4.000 kratjes aardbeien die voor € 8 per kratje werden verkocht. Bereken de break-evenafzet voor Jansen in 2017.
Slide 11 - Open vraag
Met welke twee vergelijkingen kun je het break-evenpunt berekenen?
A
to=tk
B
tw=tk
C
p=gtk
D
gtk=q
Slide 12 - Quizvraag
maximale omzet als:
A
MO=0
B
MO=MK
C
GO=GTK
D
MK=GTK
Slide 13 - Quizvraag
- kosten per product zijn € 5 - er is € 15 aan constante kosten. - verkoopprijs is € 10 per stuk
A
MK = 5 + 15/q
B
MK = 15
C
MO = 10
D
MO = 10q
Slide 14 - Quizvraag
Maximale winst, behaalt de monopolist door:
A
MO = MK te berekenen
B
GO - GTK uit te rekenen
C
GO = GTK te berekenen
D
MO - MK uit te rekenen
Slide 15 - Quizvraag
Wat is de formule voor het berekenen van het break even afzet?
TO=45Q TK =42Q+150.000 Hoeveel is de break even afzet
A
50.000
B
3334
C
1.724
D
5.000
Slide 19 - Quizvraag
Voor een ondernemer geldt het volgende : p=110 TVK=10q TCK=1.000 De productiecapaciteit bedraagt 100 stuks. Als deze ondernemer streeft naar maximale winst, dan geldt
A
GTK= 10
omzet= €11.000
winst= €10.000
B
GTK =20
omzet = €11.000
winst = €9.000
C
GTK = 20
omzet=€10.000
winst=€10.000
D
GTK=20
omzet=€11.000
winst=€10.000
Slide 20 - Quizvraag
Lesdoelen
Aan het einde van de les kun je de verschillende opbrengsten uitrekenen (TO, MO, GO), winst berekenen (TO-TK), break even punt berekenen (TO=TK), winstmaximalisatie aflezen (MO=MK), Maximale omzet berekenen (MO=0).
Slide 21 - Tekstslide
In welke mate zijn de lesdoelen behaalt?
Slide 22 - Poll
Zijn er nog vragen en/of onduidelijkheden?
Slide 23 - Open vraag
Huiswerk
Digitaal maken module 2 hoofdstuk 2 vraag 16 t/m 26