Thema 3 Blok 2 Romeinen laatste les voor de toets

Blok 2. Romeinen
            Laatste les voor de toets
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Blok 2. Romeinen
            Laatste les voor de toets

Slide 1 - Tekstslide

Start
Lesdoel: Herhalen en oefenen blok 2 - Romeinen
Wat gaan we behandelen?
-Kennen en kunnen
-Begrippen
-Zelftoets
Herhaling:
Waarom hebben mensen nu meer vrije tijd dan vroeger?

Slide 2 - Tekstslide

Kennen en kunnen
Als je klaar bent met dit blok, kun je:
-de belangrijkste steden, wateren en grenzen van het Romeinse Rijk aanwijzen op een kaart.
-beschrijven wie de baas waren in het Romeinse Rijk.
-beschrijven hoe het Romeinse Rijk groter werd.
-uitleggen hoe de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa kon verspreiden.
-beschrijven waarom het jodendom en het christendom anders waren dan de godsdiensten die al bestonden.
-het verschil uitleggen tussen natuurlijke en kunstmatige grenzen en hiervan voorbeelden geven.
-voorbeelden geven van cultuurverspreiding in onze tijd.







Slide 3 - Tekstslide

Begrippen
Welk begrip past bij deze afbeelding?
Kunstmatige grens: 
Grens die door mensen is getrokken. Tussen Engeland en Schotland trokken de Romeinen een kunstmatige grens: ze bouwden er een muur

Slide 4 - Tekstslide

Welk begrip past bij deze afbeelding?
de romanisering
Vreemde volken in het Romeinse Rijk namen de cultuur van de Romeinen over. De romanisering in Gallië begon toen de Romeinen het land veroverden. De Galliërs namen steeds meer Romeinse gebruiken over.

Slide 5 - Tekstslide

de staatsgodsdienst
De officiële godsdienst van een land. In Engeland is de anglicaanse kerk de staatsgodsdienst. De koning of de koningin is het hoofd van de kerk.
In de derde eeuw na christus veranderde het geloof van het Romeinse rijk. Hoe noem je het geloof van een staat?

Slide 6 - Tekstslide

Welk begrip past bij deze afbeelding?
de natuurlijke grens
Grens die is ontstaan door een natuurlijke hindernis, zoals een rivier of gebergte. De noordgrens van het Romeinse Rijk was een natuurlijke grens: de rivier de Rijn.

Slide 7 - Tekstslide

Zelftoets - Romeinen 
  • Vul de antwoorden alleen voor jezelf in
  • We bespreken het pas als we klaar zijn met de vragen.
  • Hierna nabespreken

Slide 8 - Tekstslide

1. Wat hoort bij elkaar?

  1. Consul                                                                      A. Julius Caesar
  2. Senator                                                                    B. Augustus
  3. Generaal                                                                  C. rijke burgers
  4. Keizer                                                                        D. gekozen leider

Slide 9 - Tekstslide

2. Welke persoon heeft alle macht?
  • Consul
  • Dictator
  • Koning Willem-Alexander
  • Minister-president
  • Senator




Slide 10 - Tekstslide

4. Is het een natuurlijke of kunstmatige grens?


1 Middellandse Zee
2 Muur van Hadrianus
3 De Donau
4 Grens tussen Nederland en Duitsland
5 Tuinhek
6 Veluwemeer

Slide 11 - Tekstslide

5. Wat is romanisering?

  • Ergens een boek over schrijven.
  • Het overnemen van de Romeinse cultuur.
  • Iets heel gevoelig en lief doen.


Slide 12 - Tekstslide

6. Klopt de zin?
Goed  of Fout
  1.  De Romeinen geloofden in één god.
  2.  De joden geloofden in één god.
  3. De christenen geloofden in één god.
  4. In het Romeinse Rijk mocht je alleen Romeinse goden vereren.
  5. Het jodendom werd in 394 de staatsgodsdienst.

Slide 13 - Tekstslide

Hoe noem je een land zonder koning. Kies het juiste antwoord.
A
Republiek
B
Koninkrijk
C
Keizerijk
D
democratie

Slide 14 - Quizvraag

Kies de juiste bestuursvormen van het oude Romeinse rijk.
A
Republiek
B
Koninkrijk
C
Keizerijk
D
democratie

Slide 15 - Quizvraag

Het Romeinse rijk is op veel verschillende manieren bestuurd. Leg uit hoe het rijk werd bestuurd nadat de laatste keizer (Superbus) werd verjaagd door het volk.

Slide 16 - Open vraag

Hieronder staan twee zinnen over Julius Caesar:

I. Julius Caesar riep zichzelf uit tot dictator.

II. Julius Caesar was gekozen door de senatoren als nieuwe keizer.

III. Julius Caesar was populair onder het volk.

A
Bewering I, II, III zijn juist.
B
Alleen bewering II en III zijn juist.
C
Alleen bewering I en III zijn juist.
D
Alle beweringen zijn onjuist.

Slide 17 - Quizvraag

Dictators zijn van alle tijden. Leg uit met twee voorbeelden wat hiermee wordt bedoelt. Gebruik hierbij één voorbeeld uit het Romeinse rijk en één voorbeeld uit een andere tijd.

Slide 18 - Open vraag

Na de laatste wrede koning (Superbus) verandert het rijk van bestuursvorm. Leg uit waarom de macht hierna niet meer bij één persoon kwam te liggen.

Slide 19 - Open vraag

Welk gebouw laat de afbeelding ons zien?

Slide 20 - Open vraag

Bekijk nog een keer de afbeelding. Wat is de functie van dit gebouw? Geef hiervan ook een voorbeeld.

Slide 21 - Open vraag

Welke bouwstijl, die typisch Romeins is, laat de afbeelding ons zien?
A
Cement/ beton techniek.
B
Wegen.
C
Pilaren.
D
Bogen.

Slide 22 - Quizvraag

Archeologen vinden in het noorden van Nederland veel resten uit de Romeinse tijd, bijvoorbeeld munten.

Waarom zijn er in het zuiden van Nederland meer Romeinse munten gevonden dan in het noorden van Nederland?

A
Omdat er in het zuiden van Nederland geen munten gebruikt werden.
B
Omdat de Romeinen alleen het noorden van Nederland hadden veroverd.
C
Omdat archeologen alleen nog maar in het noorden hebben gezocht.
D
Geen van de antwoorden is juist.

Slide 23 - Quizvraag

Bekijk de afbeelding. Welke twee antwoord zijn juist.
A
Het Romeinse rijk bestond alleen uit het huidige Italië en Griekenland.
B
De Romeinen hadden een goed georganiseerd leger en bewaakte de grens.
C
Landen sloten zich graag aan bij het Romeinse rijk.
D
De Romeinen veroverde grote gebieden in Italië en daarbuiten.

Slide 24 - Quizvraag

Benoem twee Romeinse uitvindingen die wij vandaag de dag nog steeds (elke dag) gebruiken.

Slide 25 - Open vraag

Leg uit wat het begrip romanisering betekend.

Slide 26 - Open vraag

Wat nemen andere volken over van de Romeinse cultuur. Benoem er twee.

Slide 27 - Open vraag

Er heersde twee eeuwen rust en vrede in het romeinse rijk. Hoe noem je deze periode?
A
Romana vurum
B
Pax Romana
C
Romanisering
D
polytheisme

Slide 28 - Quizvraag

Wat zijn natuurlijke grenzen? Kies het antwoord met de juiste voorbeelden.
A
Bergen, rivieren en forten
B
Forten, woestijnen en zeeën
C
Rivieren, woestijnen en zeeën
D
Forten, woestijnen en bergen

Slide 29 - Quizvraag

Bekijk de afbeelding.
Wat voor type grens is dit?
A
Kunstmatige grens.
B
Natuurlijke grens.
C
Het is geen grens.

Slide 30 - Quizvraag

Welke betekenis past bij het begrip staatsgodsdienst? Kies het juiste antwoord.
A
Het vereren van meerdere goden.
B
Het geloven in één god.
C
De vrijheid van geloof.
D
De officiële godsdienst van een land.

Slide 31 - Quizvraag

Extra uitleg
  • Vind je iets nog lastig?
  • Of moet ik nog iets extra uitleggen?
  • Laat het mij weten! 
  • Geen extra uitleg nodig? 
  • Ga dan aan de slag met de samenvattingsopdracht

Slide 32 - Tekstslide

Einde

Slide 33 - Tekstslide