g: Eerste mensen moesten rondtrekken want het voedsel op één plaats raakte snel op en dan moesten ze verdertrekken naar een nieuwe plaats met nieuwe voedselbronnen.
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Besluit
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Wanneer vestigde de homo sapiens zich voor het eerst in Europa?
40 000 jaar geleden (duid aan op tijdlijn p.44)
De mens kwam aan in een koude periode = ijstijd
Slide 13 - Tekstslide
c) Waarom waren grote delen van Noord-Europa onbewoonbaar voor de mens?
Grote delen waren permanent met ijs bedekt.
d) Waar in Europa vond men de meeste sporen van mensen uit de laatste ijstijd terug?
Tussen noordelijke ijskap en Middellandse Zee
Slide 14 - Tekstslide
Toendra
landschap waar homo sapiens in Europa in terecht kwam
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Jagen op grote dieren tijdens de laatste ijstijd
De mens moest jagen op grote en vaak gevaarlijke dieren.
Samenwerken was essentieel: alleen maakte je geen kans.
Men ging jagen in groep: er was een plan en taakverdeling nodig: taal is dan noodzakelijk om te communiceren.