Werkwoordspelling - blok 1 - les 1.6

werkwoordspelling
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

werkwoordspelling

Slide 1 - Tekstslide

Doel van dit blok
Correct kunnen schrijven van:
  • Persoonsvorm t.t. 
  • Persoonsvorm v.t. - sterke en zwakke w.w.
  • Voltooid deelwoorden
  • Bijvoeglijk gebruikt v.dw. 

Slide 2 - Tekstslide

TT: Tegenwoordige tijd
NU

Slide 3 - Tekstslide

T
VT : Verleden Tijd
TOEN

Slide 4 - Tekstslide

Werkwoordsvormen:
  • persoonsvorm
  • hele werkwoord
  • voltooid deelwoord 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Het regent de hele dag.

Wat is de persoonvorm?
A
dag
B
regent
C
het
D
hele

Slide 7 - Quizvraag

Het regent de hele dag.

Wat is het onderwerp?
A
dag
B
regent
C
het
D
hele

Slide 8 - Quizvraag

De vrachtwagen reed met een snelheid van 100 km per uur.
Wat is de persoonsvorm?
A
de vrachtwagen
B
reed
C
een snelheid
D
per uur

Slide 9 - Quizvraag

De vrachtwagen reed met een snelheid van 100 km per uur.
Wat is het onderwerp?
A
de vrachtwagen
B
reed
C
een snelheid
D
per uur

Slide 10 - Quizvraag

persoonsvorm + onderwerp
Weet je het onderwerp van de zin?

Dan kun je de juiste spellingregel toepassen op de persoonsvorm.

Slide 11 - Tekstslide

Doel van deze les
Het verschil leren tussen:
  • stam van een werkwoord
  • ik-vorm van een werkwoord

Slide 12 - Tekstslide

 Les 1.6  Stam en ik-vorm

Slide 13 - Tekstslide

Waarom stam en ik-vorm kennen?

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Stam van een werkwoord

hele werkwoord - en

Slide 16 - Tekstslide

hele werkwoord - en
hele ww.   -en            stam

fietsen                          fiets
lopen                             lop
leven                              lev

Slide 17 - Tekstslide

hele werkwoord - en
hele ww.   -en            stam                         ik-vorm 

fietsen                          fiets                          fiets
lopen                             lop                             loop
leven                              lev                             leef

Slide 18 - Tekstslide

Wat is de stam van DURVEN?

Slide 19 - Open vraag

Wat is de ik-vorm van DURVEN?

Slide 20 - Open vraag

Wat is de stam van ZINGEN?

Slide 21 - Open vraag

Wat is de ik-vorm van ZINGEN?

Slide 22 - Open vraag

Wat is de stam van KLIKKEN?

Slide 23 - Open vraag

Wat is de ik-vorm van KLIKKEN?

Slide 24 - Open vraag

Maken Spelling - blok 1 - les 1.6
timer
10:00
Klaar?

  • Nieuwbegrip Vuurwerk afmaken 
  •  Je inloggegevens staan in Teams. 

Slide 25 - Tekstslide

Wat is de stam van BEGRIJPEN?

Slide 26 - Open vraag

Wat is de stam van WETEN?

Slide 27 - Open vraag

Afsluiting
  • Doelen herhalen
  • Huiswerk: les 1.6 afmaken
  • Volgende les: les 2.6 en 2.7 - persoonsvorm tegenwoordige tijd

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide