STAPPENPLAN BEWERINGSVRAGEN.
Dit zijn juist/onjuist vragen
1. Lees eerst de antwoorden en streep je zoekterm aan (een woord per bewering): Namen ( eigennamen, bedrijven, merken)
2. Plaatsen ( landen, steden ...)
3. Hoeveelheden ( de meerderheid, een kleine groep) tijdsaanduidingen (vandaag de dag, in het begin) -
4. "Internationale" woorden ( discriminatie, autoriteit, informatica)
5. Heb je geen van de bovenstaande drie punten, dan zoek je op het woord dat JIJ herkent.
6. Let op: bij signaalwoorden staan antwoorden.
7. Kom je er echt niet meer uit ? Slim gokken:
- Staan er woorden in de bewering die antwoorden fout maken?
- Past het in de grote lijn?