Thema 2 B5 Seksualiteit

Thema 2 

Voortplanting en seksualiteit

  



B5

 Seksualiteit

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Thema 2 

Voortplanting en seksualiteit

  



B5

 Seksualiteit

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesprogramma 
Les 1
  • Korte herhaling BS4
  • Leerdoelen BS 5: Seksualiteit
  • Uitleg BS5
  • Zelfstandig opdrachten maken
  • Oefen de Flitskaarten en maak Test Jezelf als laatste.
Eerder klaar? 
  •  Context Leefwereld 'HPV-vaccinatie' 
Les 2
  • Condoom practicum
  • Vragenlijst

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel procent was je score?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel procent was je score?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Stellingen
Geef aan: wel of niet eens

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een jongen moet betalen op de eerste date
Eens
Beetje eens
Beetje oneens
Oneens

Slide 8 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Alleen meisjes mogen make-up dragen
Eens
Beetje eens
Beetje oneens
Oneens

Slide 9 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Een vrouw is verantwoordelijk voor de anticonceptie.
Eens
Beetje eens
Beetje oneens
Oneens

Slide 10 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Seksualiteit is de normaalste zaak van de wereld, hier mag je over praten met iedereen.
Eens
Beetje eens
Beetje oneens
Oneens

Slide 11 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen B5
  1. Je kunt kenmerken van de geestelijke en lichamelijke ontwikkeling van pubers en adolescenten benoemen.

  2. Je bent je bewust van de seksuele diversiteit en de verschillen in normen en waarden over seksualiteit in de samenleving.


  3. Je kunt uitleggen wat consent op het gebied van seksualiteit inhoudt. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Levensfasen 

Puberteit: levensfase waarin de mens lichamelijk volwassen wordt (ongeveer 10-17 jaar). 

Adolescentie: levensfase waarin de mens mentaal volwassen wordt (ongeveer 17-24 jaar). 

Slide 13 - Tekstslide

De levensfase waarin het lichaam volwassen wordt, heet de puberteit. De periode loopt van ongeveer 10 tot 17 jaar, maar is per mens verschillend. De levensfase waarin een mens geestelijk volwassen wordt, heet adolescentie. In Nederland vinden veel mensen dat de adolescentie begint aan het einde van de puberteit en eindigt tussen de 20 en 25 jaar, maar soms wordt ook de puberteit als deel van de adolescentie gezien.
De geestelijke en lichamelijke veranderingen in de puberteit zijn de voorbereidingen op zelfstandig worden en de voortplanting. Tijdens deze periode ontwikkel je secundaire geslachtskenmerken en word je misschien voor de eerste keer verliefd. De hersenen ontwikkelen zich en de hormonen gieren door je lijf. Door al deze veranderingen kun je je onzeker voelen.
Na de overgang kan een vrouw niet meer zwanger worden. De voorraad follikels in de eierstokken neemt af, waardoor een vrouw uiteindelijk minder oestrogeen maakt. De overgang begint meestal tussen de 40 en 60 jaar. In 5 tot 10 jaar tijd verandert de hormonale regeling en komt tot een nieuw evenwicht. Sommige vrouwen hebben tijdens de overgang last van klachten zoals opvliegers, onregelmatig bloedverlies, hoofdpijn of stemmingswisselingen.
Ook bij mannen verandert de hormoonhuishouding naarmate ze ouder worden. Ze produceren geleidelijk minder testosteron. Sommige mannen hebben minder vaak een erectie. Mannen blijven meestal tot op hoge leeftijd vruchtbaar doordat ze spermacellen blijven produceren.
LHBTIQA+
L= lesbisch
H = homoseksueel
B = biseksueel
T = transgender
I = intersekse
Q= queer
A = aseksueel

Slide 14 - Tekstslide

Queer is een overkoepelend begrip voor onder andere homoseksuele, biseksuele, panseksuele, transgender, intersekse en non-binaire (ook wel 'genderqueer) mensen. De term wordt meestal gebruikt om uit te leggen dat iemand zich niet thuisvoelt binnen de hetero- en cisgendernormen en zogeheten 'hokjes' in twijfel trekt.
LHBTIQA+
Seksuele oriëntatie
Gender/ geslacht
L= lesbisch
H = homoseksueel
B = biseksueel
T = transgender
I = intersekse
Q= queer
A = aseksueel

Slide 15 - Tekstslide

Queer is een overkoepelend begrip voor onder andere homoseksuele, biseksuele, panseksuele, transgender, intersekse en non-binaire (ook wel 'genderqueer) mensen. De term wordt meestal gebruikt om uit te leggen dat iemand zich niet thuisvoelt binnen de hetero- en cisgendernormen en zogeheten 'hokjes' in twijfel trekt.
Intersekse

Slide 16 - Tekstslide

Intersekse personen zijn geboren met mannelijke en vrouwelijke geslachtskenmerken. Soms is dat zichtbaar, omdat de uitwendige geslachtsdelen een combinatie zijn. Bijvoorbeeld een vergrote clitoris of een micropenis met vulvalippen (zie afbeelding 41). Andere keren is het niet zichtbaar en zijn de uitwendige geslachtsdelen die van een man of een vrouw, maar zijn de inwendige geslachtsorganen anders ontwikkeld. Bijvoorbeeld: de uitwendige geslachtsdelen van een vrouw en inwendig geen vrouwelijke geslachtsdelen, maar wel teelballen. Ook kan het zo zijn dat de hormonen of chromosomen niet volledig overeenkomen met de geslachtskenmerken. Dan kan het bijvoorbeeld gebeuren dat secundaire geslachtskenmerken zich anders ontwikkelen dan verwacht.
Gender
Gender: geheel van sociale en culturele kenmerken die maatschappelijk worden gekoppeld aan een bepaalde sekse.


Slide 17 - Tekstslide

Het woord gender gaat niet over iemands geslacht, maar over of iemand zich meer vrouwelijk of mannelijk voelt of gedraagt en hoe de maatschappij naar vrouwelijk en mannelijk kijkt.
Soms herkent iemand zich niet in het geslacht waarmee die persoon is geboren. Zo iemand, een transgender persoon (zie afbeelding 40), heeft bijvoorbeeld het geboortegeslacht man en voelt zich vrouw, of andersom. Ook kan het zo zijn dat een transgender persoon zich een beetje van allebei voelt (genderqueer) of juist allebei niet (non-binair). Wanneer een transgender persoon zich volledig met de gender identificeert die niet overeenkomt met het geboortegeslacht, heet dat genderdysforie. In dat geval kan iemand kiezen voor hormoonbehandelingen en een geslachtsaanpassende operatie, maar dit willen niet alle transgender personen. Transgender personen kunnen hun geslacht laten veranderen in hun paspoort.

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wensen/ grenzen

Slide 19 - Tekstslide

In een (seksuele) relatie is het belangrijk elkaars wensen en grenzen te leren kennen en te respecteren. Wensen en grenzen zijn heel persoonlijk en dus voor iedereen verschillend. Bijvoorbeeld, de een vindt orale seks (met de mond) heerlijk, de ander vindt het vies. Als partners is het belangrijk om van elkaar te weten wat elk van jullie fijn vindt en wat niet. Sommige mensen vinden het best lastig om daarover te praten, maar een relatie wordt er beter van en de seks leuker.
Als jij ooit in een situatie komt waarbij je je onzeker of onprettig voelt of dingen doet die je eigenlijk niet wilt, dan moet je ermee stoppen. Neem je gevoelens serieus en zeg het tegen de ander. Ga niet verder dan je (op dat moment) wilt, ook niet om een ander een plezier te doen. Iemand die om jou geeft, laat jou nooit verdergaan dan waar jij je fijn bij voelt. Iemand die jouw grenzen niet respecteert, is de relatie niet waard.
Respecteer de grenzen van een ander. Let ook goed op signalen die een ander je geeft. Bijvoorbeeld niet terug zoenen, niet genieten van seks, geen initiatief nemen en het lichaam wegdraaien kunnen eigenlijk ‘nee’ betekenen.
Menu
Inhoud

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Seksueel ongewenst gedrag
  • Ongewenste intimiteit
  • Aanranding
  • Verkrachting

Slide 21 - Tekstslide

Helaas leidt seksueel gedrag soms tot ongewenst en grensoverschrijdend seksueel gedrag. Altijd geldt dat als jij geen toestemming geeft of ‘ja’ zegt, er niets mag gebeuren. Ook als je niet duidelijk ‘nee’ zegt, betekent dat nog geen ‘ja’. Elke partner moet altijd eerst nagaan of de ander wel wil.
Als iemand jouw grenzen niet respecteert en je bijvoorbeeld aanraakt, terwijl jij dat niet wilt of seksueel getinte opmerkingen maakt en jij je daar niet fijn bij voelt, spreek je van ongewenste intimiteit (zie afbeelding 42).
Als iemand zonder het te vragen aan je geslachtsdelen zit, je zoent tegen je zin in of je dwingt om geslachtsdelen van iemand anders aan te raken, is dat aanranding. Als onder geweld of dreiging het lichaam (mond, vagina of anus) wordt binnengedrongen met vingers, een penis of een voorwerp, dan heet dat verkrachting.
Seks met een minderjarige is strafbaar. Aanranding, verkrachting of seksueel ongewenst gedrag door een familielid met een minderjarige wordt incest genoemd en is strafbaar.
Maak nu opdracht 66 t/m 75
Klaar?
  • Oefen de Flitskaarten en Test Jezelf van B5

Klaar?
  • Neem de Context Leefwereld 'Sexting, wanneer wel en wanneer niet' door en maak opdracht 76-78

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesafsluiter B5
  1. Je kunt kenmerken van de geestelijke en lichamelijke ontwikkeling van pubers en adolescenten benoemen.
  2. Je bent je bewust van de seksuele diversiteit en de verschillen in normen en waarden over seksualiteit in de samenleving.
  3. Je kunt uitleggen wat consent op het gebied van seksualiteit inhoudt. 



Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les 2: Condoompracticum

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragenlijst
Ga naar: https://vil.fss.uu.nl/vragenlijst
Vul hier je leerlingcode in 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies