H2 Langere teksten schrijven 2.5 Informatief artikel

Artikel schrijven
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Artikel schrijven

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 2
Langere teksten schrijven

Slide 2 - Tekstslide

Paragraaf
2.5 informatief artikel

Slide 3 - Tekstslide

Onderwerp
Een informatief artikel schrijven

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen
- Je kunt een informatief artikel schrijven

Slide 5 - Tekstslide

Waar denk je aan bij het woord artikel? 

Slide 6 - Woordweb

Wat maakt een artikel volgens jou een goed artikel? 

Slide 7 - Woordweb

informatief artikel
In een informatief artikel vertel je de feiten over een bepaald onderwerp. 
Je geeft niet je eigen mening. Je kunt wel de meningen van andere mensen over het onderwerp geven. 

Slide 8 - Tekstslide

de lezer
Denk bij het schrijven van een informatief artikel aan je lezers: wat vinden zij interessant? Wat weten zij al?

Ze moeten tot slot iets van jou leren of te weten komen!

Slide 9 - Tekstslide

opbouw artikel
Een artikel bestaat uit 3 delen:
- inleiding
- middenstuk
- slot

Slide 10 - Tekstslide

inleiding schrijven
Maak je lezers nieuwsgierig naar de rest van de tekst met een pakkende inleiding. Noem hierin het onderwerp en probeer je lezers daarvoor te interesseren. Dat kan op verschillende manieren:

Slide 11 - Tekstslide

inleiding schrijven
  • vertel de aanleiding voor het schrijven van het artikel (=de reden)
  • geef een voorbeeld van het onderwerp
  • vertel een leuk, kort verhaaltje over het onderwerp
  • stel één of meer vragen die je in het middenstuk gaat beantwoorden

Slide 12 - Tekstslide

middenstuk schrijven
Schrijf over de verschillende deelonderwerpen. 
Zet elk deelonderwerp in een aparte alinea in het middenstuk. 

Slide 13 - Tekstslide

slot schrijven
Geef een conclusie, advies of korte samenvatting van het belangrijkste uit je artikel. 

Slide 14 - Tekstslide

signaalwoorden schrijven
Een artikel wordt duidelijker als je af en toe een tussenkopje gebruikt. De verbanden tussen zinnen en alinea's maak je duidelijk met signaalwoorden
Een lijst met allerlei verschillende signaalwoorden vind je in bijlage 1 van je lesboek op blz. 231.

Slide 15 - Tekstslide

schrijfplan
Maak voor een langer artikel altijd een schrijfplan

Slide 16 - Tekstslide

Schrijfplan
Onderwerp
Publiek
Tekstvorm
Hoofdgedachte
Inleiding
Alinea
1
2
3
4
Deelonderwerp

onderwerp + hoofdgedachte (antwoorden op 5W+1H-vragen)
Aanvullende informatie
Schrijfplan voorbeeld

Slide 17 - Tekstslide

Uitdelen leeg schrijfplan

Slide 18 - Tekstslide

Een artikel in een krant is een.....
A
Amuserende tekst
B
Betogende tekst
C
Informatieve tekst
D
Overtuigende tekst

Slide 19 - Quizvraag

Wat is een artikel?
A
een betoog
B
een brief
C
een nieuwsbericht
D
een folder

Slide 20 - Quizvraag

Een artikel heeft altijd een titel.
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quizvraag

In een artikel.....
A
geef je de lezer informatie over een onderwerp.
B
geef je je mening over een onderwerp.
C
moet je u gebruiken.
D
gebruik je signaalwoorden, zoals ten eerste, vervolgens en tot slot zijn belangrijk.

Slide 22 - Quizvraag

In een artikel moet je altijd een .... vermelden
A
titel
B
titel, handtekening, naam
C
Titel, voornaam, achternaam
D
handtekening, titel

Slide 23 - Quizvraag

Een artikel bestaat uit
A
inleiding, middenstuk
B
Slot, titel, middenstuk
C
handtekening, inleiding, middenstuk, slot
D
inleiding, middenstuk,slot

Slide 24 - Quizvraag

Onder een artikel zet je altijd:
A
slotformule
B
je eigen naam (voor- en achternaam)
C
groetjes,
D
bedankt

Slide 25 - Quizvraag

Is dit een artikel of een brief?
A
artikel
B
brief

Slide 26 - Quizvraag

Is dit een artikel of een brief?
A
artikel
B
brief

Slide 27 - Quizvraag


Bekijk de kop en de foto van dit artikel.
Wie werd(en) bedreigd?
Jongens (15) bedreigen tramconducteur
A
de bestuurder van een bus
B
de bestuurder van een tram
C
de conducteur van een bus
D
de conducteur van een tram

Slide 28 - Quizvraag

In een informatief artikel...
A
...staan alleen feiten
B
...staan alleen meningen
C
...kunnen feiten en meningen staan

Slide 29 - Quizvraag


Is dit artikel nepnieuws of niet?
A
Nepnieuws
B
Geen nepnieuws

Slide 30 - Quizvraag


Is dit artikel nepnieuws of niet?
A
Nepnieuws
B
Geen nepnieuws

Slide 31 - Quizvraag

Betrouwbaar artikel?
A
Ja
B
Nee

Slide 32 - Quizvraag

Leren voor het instellingsexamen
- Je kunt een informatief artikel schrijven

Slide 33 - Tekstslide

Maken
Blz. 109-111, opdracht 1 + examenopdracht

Digitaal: opdracht 1 + examenopdracht + extra opdracht 1
Rustig werktempo? Maak dan opdracht 1 + examenopdracht

Slide 34 - Tekstslide