1KA Cursus 7 Spelling Hoofdletters

WELKOM
  • Ga alvast zitten volgens de plattegrond.
  • Zorg dat je je boek en schrift op tafel hebt liggen.
timer
3:00
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

WELKOM
  • Ga alvast zitten volgens de plattegrond.
  • Zorg dat je je boek en schrift op tafel hebt liggen.
timer
3:00

Slide 1 - Tekstslide

Cursus 7 - Spelling
Paragraaf 1: Hoofdletters

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je leert hoofdletters op de juiste manier gebruiken. 
  • Je oefent met het gebruiken van hoofdletters. 
  • Je werkt aan je persoonlijke leerdoelen. 
  • Al jouw vragen zijn gesteld en beantwoord.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Een hoofdletter gebruik je
A
bij dagen van de week
B
bij maanden van het jaar
C
bij namen

Slide 5 - Quizvraag

Een hoofdletter gebruik je bij
A
alle vakken op school
B
alle afkortingen
C
alle onderdelen van een naam
D
aan het begin van elke zin

Slide 6 - Quizvraag

Je gebruikt hoofdletters om een tekst leesbaar te maken.
Je gebruikt hoofdletters:
. aan het begin van elke zin
. bij namen
. bij woorden die van namen afgeleid zijn

Slide 7 - Tekstslide

Sommige namen hebben tussenvoegsels
. Het eerste tussenvoegsel krijgt een hoofdletter las je geen voornaam of voorletter gebruikt.
Daniëlle van der Vaart
mevrouw D. van der Vaart
mevrouw Van der Vaart

Slide 8 - Tekstslide

Welk woord schrijf je met een hoofdletter?
A
kledingzaak
B
supermarkt
C
albert heijn
D
winkel

Slide 9 - Quizvraag

Welk woord schrijf je met een hoofdletter?
A
aardrijkskunde
B
techniek
C
nederlands
D
muziek

Slide 10 - Quizvraag

Welk woord schrijf je met een hoofdletter?
A
lente
B
zomervakantie
C
pasen
D
oktober

Slide 11 - Quizvraag

Welk woord schrijf je met een hoofdletter?
A
straat
B
winkelstraat
C
station
D
zuiderweg

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Video

Zelf aan de slag!
Onderstreep de woorden die je met een hoofdletter moet schrijven.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Hoofdletters

Slide 16 - Woordweb

Maak een zin waarin minstens twee hoofdletters voorkomen.

Slide 17 - Open vraag

Lesdoelen
  • Je leert hoofdletters op de juiste manier gebruiken. 
  • Je oefent met het gebruiken van hoofdletters. 
  • Je werkt aan je persoonlijke leerdoelen. 
  • Al jouw vragen zijn gesteld en beantwoord.

Slide 18 - Tekstslide

Wat heb jij gedaan om aan je persoonlijke leerdoelen te werken?

Slide 19 - Open vraag

Lesdoelen
  • Je leert hoofdletters op de juiste manier gebruiken. 
  • Je oefent met het gebruiken van hoofdletters. 
  • Je werkt aan je persoonlijke leerdoelen. 
  • Al jouw vragen zijn gesteld en beantwoord.

Slide 20 - Tekstslide