ingrijpen in de voortplanting

Ingrijpen in de voortplanting
  • hulp bij zwanger worden
  • voorbehoedsmiddelen
  • voorkomen soa's
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Ingrijpen in de voortplanting
  • hulp bij zwanger worden
  • voorbehoedsmiddelen
  • voorkomen soa's

Slide 1 - Tekstslide

Hulp bij het zwanger worden
kunstmatige inseminatie (KI)
Intra Uteriene Inseminatie (IUI)
In Vitro Fertilisatie (IVF)
Intracellulaire Inseminatie(ICSI)
Draagmoederschap*

*wanneer bv de vrucht niet voldragen kan worden in de baarmoeder of er zijn geen geschikte eicellen

Slide 2 - Tekstslide

In-vitrofertilisatie (ivf)

Slide 3 - Tekstslide

ICSI= zaadcelinjectie gevolgd door IVF

Slide 4 - Tekstslide

Welk hormoon kan, na kunstmatige toediening, het rijpen van meer eicellen tegelijk bevorderen?
(dit wordt bv. gedaan bij IVF)
A
FSH
B
LH
C
oestrogeen
D
progesteron

Slide 5 - Quizvraag

Zodra een zygote ontstaat na de IVF/ICSI is de cel...
A
haploïd, n
B
haploïd, 2n
C
diploïd, n
D
diploïd, 2n

Slide 6 - Quizvraag

Ivf - Wat is het meest geschikte moment om de bevruchte eicel terug te plaatsen in de baarmoeder?
A
Op een willekeurig tijdstip tijdens de menstruatiecyclus
B
Op dag 1 van de menstruatiecyclus
C
Op dag 14 van de menstruatiecyclus
D
Op dag 21 van de menstruatiecyclus

Slide 7 - Quizvraag

Zet het proces van IVF in de juiste volgorde
1
2
3
4
5
6
Door extra hormonen rijpen er meerdere cellen
Bij de eicellen wordt sperma gedaan
Een bolletje cellen wordt in de baarmoeder gebracht
Rijpe eicellen worden uit de eierstokken gehaald
Eicellen worden in een schaaltje gedaan
In het schaaltje vindt bevruchting plaats

Slide 8 - Sleepvraag

zwangerschap en/of SOA's voorkomen

Slide 9 - Tekstslide

voorbehoedsmiddelen
  • condoom (voorkomt zwangerschap en soa's)
  • anticonceptiepil
  • prikpil
  • implanon
  • hormoonspiraaltje
  • koperspiraaltje
  • sterilisatie

Slide 10 - Tekstslide

natuurlijke methoden
  • periodieke onthouding
  • coitus interruptus

Veel minder betrouwbaar dan voorbehoedsmiddelen!

Slide 11 - Tekstslide

noodmaatregelen
  • morning-after pil
  • overtijdbehandeling (tot 16 dagen na verwachte menstruatie)
  • abortus (legaal tot 24 weken)

Slide 12 - Tekstslide

NOOD MAATREGEL
HORMONALE ANTICONCEPTIE
NIET-HORMONALE ANTICONCEPTIE
'NATUURLIJKE METHODEN'

Slide 13 - Sleepvraag

Koppel de voorbehoedsmiddelen aan de juiste uitspraak
Voorkomt innestelen bevruchte eicel
voorkomt een rijpe eicel
voorkomt dat een zaadcel bij een eicel kan komen

Slide 14 - Sleepvraag

soa's
bacterieel:
  • Chlamydia
  • Gonorroe
  • Syfilis

parasitair:
  • Trichomonas vaginalis
  • schaamluis
viraal:
  • HPV
  • Hepatitis B
  • Herpes genitalis 
  • HIV

Slide 15 - Tekstslide

Hiv/Aids
HIV heb je je hele leven...

Slide 16 - Tekstslide

Welke soa wordt/welke soa's worden veroorzaakt door een virus?
A
Chlamydia
B
Aids
C
Herpes genitalis
D
Genitale wratten

Slide 17 - Quizvraag

Hoe kan een soa worden overgedragen?
A
Wanneer je uit het glas drinkt van iemand die een soa heeft
B
Bij contact tussen slijmvliezen in de penis en de vagina
C
Bij contact met een vieze wc bril
D
Via het bloed. Bijvoorbeeld door het gebruik van besmette drugsnaalden

Slide 18 - Quizvraag

Hoe voorkom je een SOA?
A
Anticonceptie pil
B
Goed wassen na de seks
C
Antibiotica
D
Condoom

Slide 19 - Quizvraag