Revision Grammar CH 3 - Adjectives & Adverbs

Welcome!
Please have a seat.
 Get your books, pen and notebook. 

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welcome!
Please have a seat.
 Get your books, pen and notebook. 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Today's planning:
Today's schedule:
  • Warming-up
  • Revision on adjectives and adverbs
  • Practice with this grammar topic
  • Checking answers
  • Time for questions
  • End of class

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesson goal
  • At the end of this class you know the difference in use between adjectives and adverbs.
  • At the end of this class you know how to form adverbs from adjectives.
  • At the end of this class you can use adjectives to describe a person, animal or object.
  • At the end of this class you can use adverbs to describe an action, adjectives or adverb

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Adjectives
Adverbs
Beautiful
Beautifully
Crisp
Adorable
Well
Good
Happy
Happily
Adorably
Automatic
Automatically
Very

Slide 4 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

The door _____ opens
She is wearing a ______ dress.
The car ______ drives up the hill
He sings ________
It is ________ one o'clock
Automatically
Beautifully
Slowly
Beautiful
Exactly

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies


Grammar notes:


Take out your notebook and pen. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Adjectives & Adverbs

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ADJECTIVES

Slide 8 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord
ADJECTIVES: bijvoeglijk nmw
Zegt iets over een noun = een zelfstandig naamwoord. Je kunt hierbij de 'wat' vraag stellen.
ADJECTIVES:
  • An awful song.
  • The song was awful. (na het werkwoord 'to be')
  • That tastes awful. (na werkwoorden die te maken hebben met zintuigen - to taste, to feel, to sound, etc.)

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ADVERBS: bijwoorden
Zegt iets over:

- Een werkwoord
- Een ander bijvoeglijk naamwoord
- Een ander bijwoord

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ADVERBS: bijwoorden
Je kunt hierbij de 'hoe' vraag stellen. Zegt iets over:

- Een werkwoord: My brother drives carefully.

- Een ander bijvoeglijk naamwoord: Frank is an extremely good singer.

- Een ander bijwoord: Frank sings absolutely beautifully.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ADVERBS: bijwoorden (vorm)
Vorm van het bijwoord:
- eindigt op 'ly'

Uitzonderingen:
  • Woorden die eindigen op medeklinker + y -> ily
easy -> easily
  • Woorden die eindigen op 'le'-> le wordt ly
terrible -> terribly

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ADVERBS: bijwoorden (vorm)
Uitzonderingen:
  • Woorden die eindigen op ic -> ally
fantastic -> fantastically
  • Woorden die niet veranderen -> fast / hard / long
  •  Woorden die een eigen bijwoord hebben
good -> well
Bijvoeglijk naamwoord: He is a good singer.
Bijwoord: He sings well.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Handig stappenplan:
  1. Kan je de 'wat'- vraag stellen? Gebruik dan een bijvoeglijk naamwoord:    GEEN ly
  2. Kan je de 'hoe' - vraag stellen?      Gebruik dan een bijwoord: + ly  
 ** Leer ook de uitzonderingen! Niet elk bijwoord schrijf je met: ly 

Werkt de wat/hoe vraag niet? volg dan de volgende stappen. Zegt het woord wat je moet invullen iets over een werkwoord? GEEN ly 
Zegt het woord wat je moet invullen iets over een zelfstandig naamwoord? x ly 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

koppelwerkwoorden 
- to be
- to look
- to appear
- to seem

Werkwoorden met  zintuigen

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

"What aspect of the adjectives and adverbs explanation did you find most clear and what would you like to see explained further?"

Slide 18 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Individual Practice
  • What - Do the exercises on the worksheet about adjectives and adverbs
  • How - On your own and in silence
  • Time - 10 minutes
  • Help? - Raise your hand
  • Done - Do extra practice exercises online on this grammar topic or study the theme words and sentences of chapter 3!
  • https://engelsklaslokaal.nl/en/english-grammar-exercises/miscellaneous/adverb-adjective/
timer
10:00

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Exercise 1
  1. sad
  2. seriously
  3. extremely
  4. wonderful
  5. happy
  6. terribly
  7. delicious
  8. poorly
  9. quickly
  10. early

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Exercise 1
  • 11. fast
  • 12. slowly
  • 13. confidently
  • 14. tasty
  • 15. best
  • 16. phenomenal
  • 17. careless
  • 18. upset
  • 19. delighted - well
20. ironically



Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Adjectives and adverbs
She skates ....
A
fastly
B
fast
C
fastily
D
fasty

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Adjectives and adverbs
They make ......... bread.
A
deliciously
B
delicious

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Adjectives and Adverbs
Adjectives zijn:
A
zelfstandige naamwoorden
B
bijvoeglijke naamwoorden
C
bijwoorden
D
werkwoorden

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Adjectives and Adverbs
Adverbs zijn:
A
zelfstandige naamwoorden
B
bijvoeglijke naamwoorden
C
bijwoorden
D
werkwoorden

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Adjective or adverb?
You can__________ open this tin. (easy)

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Adjective or adverb?
My mom drives__________ . (careful)

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Adjective or Adverb?
"He ... accepted the offer." (happy)

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Do you have any questions regarding the adjectives and adverbs?
Yes, I do
No, I don't

Slide 29 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

What is the difference between adjectives and adverbs?

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Make 2 sentences with adjectives and 2 with adverbs.

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

End of class
Thank you for your hard work! See you tomorrow :)

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies