In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.
Onderdelen in deze les
Welkom
Economen!
Slide 1 - Tekstslide
Hoofdstuk 4
Paragraaf 2 - Wat is er thuis verzekerd?
3TL
Slide 2 - Tekstslide
Wat moet je kennen/ kunnen?
Welke verzekeringen zijn er?
Wat is een AVP verzekering?
Wat is een inboedelverzekering?
Wat is een opstalverzekering?
Over- of onderverzekerd?
Slide 3 - Tekstslide
Hoe zat het ook al weer?
Verzekeren doe je voor een onzeker voorval (=je weet niet zeker of het gebeurt) in de toekomst.
Hoe hoger het risico dat het onzekere voorval gebeurt, hoe hoger de premie (=bedrag per maand om verzekerd te zijn) die je betaalt
Als je een eigen risico (=je betaalt een deel van de schade zelf) neemt betaal je minder premie.
Slide 4 - Tekstslide
Je sluit een verzekering af. De premie bedraagt €48,50. De poliskosten zijn €4,50 de assurantiebelasting is 21%. Bereken de verzekeringskosten.
timer
2:00
Slide 5 - Open vraag
Slide 6 - Video
Hoe noemen we de verzekeringsmaatschappij ook wel?
timer
0:15000
A
De verzekerde.
B
De verzekeraar.
Slide 7 - Quizvraag
Waar betaal je assurantiebelasting over?
timer
0:30000
A
Alleen over de premie.
B
Alleen over de polis.
C
Over de premie en de polis.
D
Wat is assurantiebelasting?
Slide 8 - Quizvraag
AVP
AVP = Aansprakelijkheidsverzekering Voor Particulieren
Doel = Dekt schade die je aan anderen toebrengt buiten je eigen schuld. Ook de schade van je kinderen en huisdieren.
Voorwaarden:
1. De schade mag niet opzettelijk zijn veroorzaakt.
2. De schade moet van een ander zijn.
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
Inboedelverzekering
Doel = Vergoedt de schade aan alles wat zich binnenin huis bevindt, na een brand, inbraak of wateroverlast.
Voorbeeld = Je meubels, je tv, je kleding.
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
Opstalverzekering
Doel = Vergoedt de schade aan de buitenkant van je huis door blikseminslag, brand, of stormschade
Voorbeeld: Dakpannen, dakgoten, kozijn.
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
Inboedelverzekering
Opstalverzekering
Slide 15 - Tekstslide
Als je een koophuis hebt is het verstandig om een...….. af te sluiten
A
inboedelverzekering
B
inboedelverzekering en opstalverzekering
C
opstalverzekering
D
geen van alle antwoorden is juist
Slide 16 - Quizvraag
Over of onder verzekerd?
Oververzekerd = Dat je voor een hoger bedrag verzekerd bent dan de werkelijke waarde van je spullen.
Voorbeeld je fiets is €500,- waard maar hij is voor €750,- verzekerd?
LET OP! Dit heeft geen zin! Je betaalt te veel premie en krijgt nooit meer dan de werkelijke schade uitgekeerd!
Slide 17 - Tekstslide
Over of onder verzekerd?
Onderverzekerd = Dat je voor een lager bedrag verzekerd bent dan de werkelijke waarde van je spullen.
Voorbeeld je fiets is €500,- waard maar hij is voor €250,- verzekerd.
Gevolg = je krijgt een lager bedrag uitgekeerd dan de werkelijk schade!
Formule om de schadevergoeding te berekenen, zie blz.106
Slide 18 - Tekstslide
Premie woonhuisverzekering
De herbouwwaarde van je huis is € 250.000. De jaarpremie is € 1,20 per € 1.000
verzekerd bedrag.
Bereken de premie woonhuisverzekering
Slide 19 - Tekstslide
Schadevergoeding bij onderverzekering
Jan heeft zijn inboedel verzekerd voor €54.000. Na een brand heeft hij €8.000 schade. De werkelijke waarde van zijn inboedel is €64.000.
Vraag 1 Is Jan over of onderverzekerd?
Vraag 2 Hoeveel schadevergoeding krijg Jan uitgekeerd?
Slide 20 - Tekstslide
Jan heeft zijn inboedel verzekerd voor €50.000. Na een brand heeft hij €30.000 schade. De werkelijke waarde van zijn inboedel is €40.000. Vraag 1 Is Jan over of onderverzekerd?