1C + D Le passé composé eerste les

Bonjour
Qu'est-ce qu'on va faire?

-Les Phrases-Clés C, page cinquante-deux
-13C, 13e, 15 
-Le Passé Composé
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1-3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Bonjour
Qu'est-ce qu'on va faire?

-Les Phrases-Clés C, page cinquante-deux
-13C, 13e, 15 
-Le Passé Composé

Slide 1 - Tekstslide

Bonjour 2HD
Apprendre les Phrases-Clés C, page cinquante-deux
Répéter vocabulaire A + B, page cinquante 

timer
5:00

Slide 2 - Tekstslide

Prends ton livre page trente
On va faire:
-Tuyau
-13C
-Ensemble: 13e, 14, 15 (10 minutes)

1 Londres               3 Bruxelles
2 Barcelone.         4 Pisa

timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

1D LE PASSÉ COMPOSÉ 

Slide 5 - Tekstslide

Ik weet al wat een voltooid deelwoord is in het Nederlands
OUI
NON

Slide 6 - Poll

De werkwoorden op -ER

Slide 7 - Tekstslide

De werkwoorden op -ER
= Ik eet een banaan
= Ik heb een banaan gegeten

Slide 8 - Tekstslide

Wat is een passé composé?
De passé composé is hetzelfde als in het Nederlands het voltooid deelwoord.

Ik heb gelopen / wij hebben gefietst / zij zijn gegaan
(je hebt iets gedaan)

Slide 9 - Tekstslide

Hoe maak je een passé composé?
STAPPENSCHEMA

Slide 10 - Tekstslide

STAP 1
Kies voor de passé composé de juiste 
vorm van  

AVOIR

Slide 11 - Tekstslide

STAP 1
Ik heb                                    = J'ai
Jij hebt                                  = Tu as 
Hij/zij/men heeft              = Il/elle/on a
Wij hebben                         = Nous avons, on a
Jullie hebben / u heeft   = Vous avez 
zij hebben                            = Ils / elles ont 

Slide 12 - Tekstslide

STAP 2
Maak het voltooid deelwoord 
(in dit geval met een werkwoord op -ER)
donner

Slide 13 - Tekstslide

Voltooid deelwoord zelf maken:
donner
donné

Slide 14 - Tekstslide

Voilà! Le passé composé
WW
Passé Composé
Exemple
donner
donné
J'ai donné (ik heb gegeven)
parler
parlé
J'ai parlé (ik heb gesproken)
manger
mangé
J'ai mangé (ik heb gegeten)

Slide 15 - Tekstslide

Uitzonderingen
WW
Passé Composé
Exemple
avoir
eu
J'ai eu (ik heb gehad)
être
été
J'ai été (ik ben geweest)
faire
fait
J'ai fait (ik heb gemaakt/ gedaan)

Slide 16 - Tekstslide

Uitzonderingen
WW
Passé Composé
Exemple
avoir
eu
J'ai eu (ik heb gehad)
être
été
J'ai été (ik ben geweest)
faire
fait
Tu as fait (ik heb gedaan/ gemaakt)
 Uit je hoofd leren!

Slide 17 - Tekstslide

SAMENVATTING Passe Composé
Kies de juiste vorm van avoir: 
j'ai - tu as - il/elle/on a - nous avons - vous avez - ils/elles ont

voor het voltooid deelwoord haal je haal -ER van het hele werkwoord af
Bijv PARL -ER en vervangt ER voor É -> PARLÉ
Bijv J'ai parlé (ik heb gepraat)

Slide 18 - Tekstslide

Nu JIJ!!!

Slide 19 - Tekstslide

Welke is juiste vorm van GAGNER (=winnen) voor de passé composé?
A
gagnee
B
gangé
C
gagné
D
ganné

Slide 20 - Quizvraag

Welke is juiste vorm van DONNER (=geven) voor de passé composé?
A
donné
B
donee
C
doné
D
donner

Slide 21 - Quizvraag

Welke is juiste vorm van AIMER (=houden van) voor de passé composé?
A
aimer
B
aimé
C
aimee
D
aime

Slide 22 - Quizvraag

Il a....... (regarder, passé composé) ?
(= hij heeft gekeken)
A
regarder
B
regarde
C
regardé
D
regardes

Slide 23 - Quizvraag

Elles..... (regarder, passé composé)
A
ont regardé
B
a regarder
C
as regardé
D
a regardée

Slide 24 - Quizvraag

Ils ............. (acheter = kopen). Wat is de passé composé?
A
ont acheté
B
a acheté
C
a achtent
D
as acheter

Slide 25 - Quizvraag

Vous........ (parler)
(passé composé)
A
avez parlé
B
as parlé
C
sont parler
D
avons parler

Slide 26 - Quizvraag

Nous... (envoyer =verzenden, passé composé)
A
avons envoyé
B
sont envoyé
C
envoyais
D
allons envoyer

Slide 27 - Quizvraag

Je....... (aimer) passé composé
A
Je ai aimé
B
J'aime
C
Je aimes
D
J'ai aimé

Slide 28 - Quizvraag

Tekst
Tu
Nous
Ils
J'
as parlé
avons demandé
ont envoyé
ai aidé

Slide 29 - Sleepvraag

Ik weet nu (een beetje) hoe ik de passé composé moet toepassen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 30 - Poll

Wat gaan we doen?
Je kent de Phrases-Clés page cinquante-deux 
(2H: Frans-Nederlands) (2V: Nederlands - Frans)

Je leert alle vormen van avoir uit je hoofd (=herhaling)
Je weet hoe je de passé composé maakt.
Dit allemaal staan in Teams

Slide 31 - Tekstslide