Warmte is een vorm van energie. Energie kun je moeilijk meten, maar kun je vaak wel voelen. Energie komt in verschillende vormen voor, bijvoorbeeld elektrische energie, warmte of licht. De ene vorm kan worden omgezet in de andere vorm.
Hoe warmer iets aanvoelt, hoe meer warmte er is. De afwezigheid van warmte voel je als koud.
Slide 2 - Tekstslide
Warmtebronnen
Alles wat warmte afgeeft is een warmtebron. Een warmtebron kan heel klein zijn, zoals een kaarsje of een lampje, maar ook heel groot. De grootste warmtebron die we kennen is natuurlijk de zon.
Een warmtebron kan op twee manieren werken, op elektriciteit of op een brandstof
Slide 3 - Tekstslide
Chemische warmtebron
- Werkt op een brandstof (vuur)
- Zet chemische energie om in warmte
- Hoe meer brandstof er wordt verbrand, hoe warmer
Bijv: gasfornhuis, haardvuur
Elektrische warmtebron
- Werkt op elektriciteit (stekker of batterijen)
- Zet elektrische energie om in warmte
Bijv: broodrooster, föhn
Slide 4 - Tekstslide
Centrale verwarming
In de CV-ketel wordt aardgas verbrand. Door de warmte die hierbij ontstaat wordt het water in de warmtewisselaar verwarmd. De pomp zorgt ervoor dat het hete water door de radiatoren in je huis gaat.
Slide 5 - Tekstslide
Verbrandingsproducten
Bij het verbranden van aardgas ontstaat koolstofdioxide en waterdamp.
Slide 6 - Tekstslide
Volledige verbranding:
Er is voldoende zuurstof Je ziet blauwe vlammen Er ontstaat koolstofdioxide en waterdamp
Onvolledige verbranding:
Er is te weinig zuurstof Je ziet gele vlammen Er ontstaat koolstofmono-oxide, roet en waterdamp
Wat is het gevaar van koolstofmono-oxide?
Slide 7 - Tekstslide
Koolstofmono-oxide
Koolstofmono-oxide is een giftig gas, maar je kunt het niet zien of ruiken. Elk jaar overlijden er nog mensen door slechte CV-ketels.
Je kunt dit voorkomen door te zorgen voor genoeg frisse lucht bij je CV-ketel, en door je ketel elk jaar te laten controleren.
Slide 8 - Tekstslide
https:
Slide 9 - Link
Aan de slag!
Lees blz 170 t/m 172 van je boek (plusstof hoeft niet)
Maak opgave 1 t/m 15 op blz 174 t/m 177. Opgave 11 hoef je niet te doen.
Je mag ook digitaal werken.
Klaar? Maak dan de test jezelf via de site en oefen met de flitskaarten.
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.