DUITS_N2HV_du_week 12_K5_D+E

Freitag, den 24. März 2023
Lernziel:

  • Ik kan eenvoudige teksten over eten begrijpen.
  • Ik ken de betekenis van de woorden van de Lernliste D-N: D Lesen.
  • Ik ken de regels voor de uitgangen van ein- en kein-.
  • Ik kan de bezittelijke voornaamwoorden gebruiken.
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo, havo, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Freitag, den 24. März 2023
Lernziel:

  • Ik kan eenvoudige teksten over eten begrijpen.
  • Ik ken de betekenis van de woorden van de Lernliste D-N: D Lesen.
  • Ik ken de regels voor de uitgangen van ein- en kein-.
  • Ik kan de bezittelijke voornaamwoorden gebruiken.

Slide 1 - Tekstslide

Weißt du es noch?
Übersetze die Personalpronomen.

Slide 2 - Tekstslide

1. Magst ... (jij) Reis?

Slide 3 - Open vraag

2. ... (het) ist so heiß hier!

Slide 4 - Open vraag

3. Sitzt ... (zij) oft an der Bar?

Slide 5 - Open vraag

4. ... (ik) kann sehr gut kochen.

Slide 6 - Open vraag

5. Haben ... (u) schon gewählt?

Slide 7 - Open vraag

6. ...(hij) trinkt den Kaffee ohne Zucker.

Slide 8 - Open vraag

7. Versucht ... (jullie) pünktlich zu sein, bitte?

Slide 9 - Open vraag

8. ... (jullie) bestellt immer das gleiche Gericht.

Slide 10 - Open vraag

9. Am Sonntag frühstücken (wij) immer ziemlich spät.

Slide 11 - Open vraag

10. Meine Eltern sind beide Vegetarier, aber Fisch essen ... (zij) schon.

Slide 12 - Open vraag

Tijd voor aantekeningen!

Slide 13 - Tekstslide

Unterstreichen und ergänzen
Neem onderstaande zinnen over in je aantekeningenschrift.
Onderstreep de woorden zoals in het voorbeeld. 
vb. Das Kind heißt Leni.

1. Ein Kind ist klein.
2. Ein Mann ist groß.
3. Eine Frau ist schön.
4. Der Mann heißt Kai.
5. Die Frau heißt Katja.
6. Kein Kind ist gern allein.
7. Kein Mann wird 150 Jahre alt.
8. Keine Frau wird 150 Jahre alt.
9. Die Leute sprechen alle Deutsch.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Dein Fisch ist auch lecker.
Unser Salat schmeckt toll.
Wir möchten eine Suppe.
Willst du meine Milch?
Ich nehme sein Glas Orangensaft.
Wir haben kein Salz mehr.
Hier sind ihr Kartoffeln!
Eure Nudeln sind so lecker!
Jouw vis is ook lekker.
Onze salade smaakt geweldig.
Wij willen graag een soep.
Wil je mijn melk?
Ik neem zijn glas sinaasappelsap.
Wij hebben geen zout meer.
Hier zijn uw aardappels!
Jullie pasta is zo lekker!

Slide 17 - Sleepvraag

Voor de volgende (online)les...
  • Heb je deze LessonUp les gemaakt
  • Ken je Grammatik C van Kapitel 4
  • Leer je de woordjes uit de Lernliste
     Kapitel 4 D/Farben/D* (N-D)
  • Heb je opdracht 3-5 + 9-13 online gemaakt

Slide 18 - Tekstslide