Par 8.1: Bronnen: Spanje in beeld

Vooraf 
De komende weken ben je zelfstandig bezig met de leerstof.

Je moet bij het doornemen van deze les de aantekeningen die in de GELE slides staan overnemen in je aantekeningenschrift.
Als er tijdens de les een opdracht verschijnt dan maak je die. Je docent kan je voortgang bekijken.
Als je vragen hebt dan kan je die in teams stellen aan je docent.
Succes!
1 / 55
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 55 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Vooraf 
De komende weken ben je zelfstandig bezig met de leerstof.

Je moet bij het doornemen van deze les de aantekeningen die in de GELE slides staan overnemen in je aantekeningenschrift.
Als er tijdens de les een opdracht verschijnt dan maak je die. Je docent kan je voortgang bekijken.
Als je vragen hebt dan kan je die in teams stellen aan je docent.
Succes!

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 8 paragraaf 1
Bronnen: Spanje in beeld
In deze les maak je kennis met het land Spanje. Vakantieland bij uitstek. Misschien ben je er zelf al geweest.
In deze paragraaf bekijk je een aantal dingen over Spanje die je tijdens een vakantie misschien niet zou bekijken.
Wat is er allemaak voor nodig om jou daar vakantie te laten vieren?

Slide 2 - Tekstslide

Ben je weleens in Spanje geweest?
A
ja
B
nee

Slide 3 - Quizvraag

Vertel Kort wat je al weet over Spanje.

Slide 4 - Open vraag

Leerdoelen par 8.1
  • Je kent de topografie van Spanje (opdr 1 in je werkboek)
  • Je kan iets vertellen over het landschap -de Meseta- en klimaat van Spanje: Droogte, regen, overstromingen
  • Je weet wat natuurlijke bevolkingsgroei en sociale bevolkingsgroei zijn en kan de begrippen die daarbij horen uitleggen
  • Je weet wat beroepsbevokling en BNP zijn en hoe dit in Spanje zit
  • Je weet wat autonome gebieden zijn

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

8.1 Spanje in beeld 

Slide 7 - Tekstslide

Gebiedskenmerken
Gebiedskenmerken vertellen iets over het gebied dat je bekijkt.
Je kijkt dan vooral naar:
  • het landschap, 
  • ligging van het gebied, 
  • klimaat, 
  • hoe de bodem gebruikt wordt en hoe het landschap is ingericht
In de volgende slide zie je welke gebiedskenmerken er zijn. Deze bron staat ook in je basisboek. Figuur 1.6

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Bekijk de video
Beschrijf een aantal gebiedskenmerken van Spanje
(ligging, de natuurlijke omgeving en het ingerichte landschap)
Na de video volgt een slide met een vraag. Let dus goed op.

Wat wil het bureau voor toerisme bereiken met deze video?

Slide 10 - Tekstslide

0

Slide 11 - Video

Beantwoord nu de vraag:
Wat wil het Spaanse bureau voor toerisme bereiken met de video die je net zag?

Slide 12 - Open vraag

Wat valt je op aan de kaart van Spanje die je zo te zien krijgt?

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Wat valt op als je de kaart van Spanje bekijkt?

Slide 15 - Open vraag

Opvallend fysische kenmerken 
Veel reliëf:
Centraal deel Spanje = hoogvlakte - Meseta
langs de randen liggen bergen.
Langs de kust is het wat vlakker


Slide 16 - Tekstslide

Opvallende fysische kenmerken? 
Meseta: de spaanse hoogvlakte
  • 500 miljoen jaar oud
  • Gevormd door endogene krachten. 
  • In loop van tijd door wind en water afgesleten --> EROSIE
  • De meseta is in het oosten hoger dan in het westen. --> Wat betekent dan voor rivieren?


Rivierloop
Door de ligging van de gebergten lopen de rivieren in Spanje van oost naar west

Slide 17 - Tekstslide

Opvallend fysische kenmerken? (2)
Klimaat
Weet je ze nog? A / B / C / D / E
Welke in Spanje?

Slide 18 - Tekstslide

Klimaten in Spanje?
5 klimaten => Zie kaartje!
  1. Zeeklimaat Cf (groen)
  2. Middellandse Zeeklimaat Cs (geel)
  3. Landklimaat Df(oranje)
  4. Hooggebergteklimaat EH (blauw)
  5. Steppeklimaat/Aride BS(rood)

Slide 19 - Tekstslide

Waarom is het in Spanje warmer dan in Nederland?

Slide 20 - Open vraag

Klimaat: droog & nat
Zomer                Droog:
Zomer in Spanje erg droog
Problemen:
Watertekorten, bosbranden
oplossing: stuwmeren en zuinig zijn met water

Winter                Nat:
Regen en overstromingen:
Hevige regenval = veel overstromingen.

Slide 21 - Tekstslide

Droogte / Nat
In Spanje is het ’s zomers regelmatig extreem droog. Als de voorafgaande winter en het voorjaar ook droog zijn geweest, ontstaan er watertekorten. In Spanje zijn ze daarom zuinig met water. Ze verzamelen zo veel mogelijk water in stuwmeren. Zo’n stuwmeer ontstaat door de aanleg van een dam die een dal afsluit. Maar na een lange periode van droogte zijn die maar voor een deel gevuld. Dan is er te weinig water voor de irrigatie van de akkers. Een ander probleem van de droogte is de toenemende kans op bosbranden.



Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Link

Bevolkingskenmerken
Bevolkingskenmerken zeggen iets over de bevolking in een land.  ze vertellen hoeveel mensen er wonen en waar die mensen wonen, of het land rijk of arm is, wat voor cultuur een land heeft en hoe dat land geleid wordt. Zie oko de volgende slide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Demografie
Demografie is aardrijkskunde die zich bezig houdt met de bevolking. De aantallen en de samenstelling.
Daar horen bijvoorbeeld geboorte, sterfte en migratie bij. De volgende slides gaan hierover.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Bevolking: groei of afname?
Geboortecijfer-steftecijfer= saldo natuurlijke bevolkingsgroei
  • Meer geboorte dan sterfte= geboorte overschot
  • Meer sterfte dan geboorte= sterfte overschot

Immigratie - emigratie= migratiesaldo
  • meer immigranten= positief migratiesaldo
  • meer emigranten= negatief migratie saldo
per 1000 mensen
Geboorte en sterfte berekenen we vaak per 1000 mensen per jaar. Dit noemen we relatieve cijfers.
Op deze manier kunnen we landen als Nederlad en China ( die allebei een heel ander bevolkingsaantal hebben) met elkaar vergelijken. We noemen dit getal promille, oftewel, per 1000

Als je alleen naar absolute cijfers zou kijekn dan heeft China natuurlijk veel meer geboorten en sterfe dan Nederland. Door relatieve getallen te gebruiken kan je wel vergelijken.

Slide 28 - Tekstslide

Opvallende demografische kenmerken

Geboorte en sterfte
  • Tot 1975 Spanje jonge
    bevolking, daarna nam
    aandeel ouderen toe
  • 2008: Sterfteoverschot 


Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

UIt hoeveel sectoren bestaat de beroepsbevolking?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 31 - Quizvraag

4 sectoren Beroepsbevolking
Beroepsbevolking: Mensen die werken of kunnen werken. Meestal mensen tussen 19 en 66 jaar.
4 sectoren:
  • Primaire sector: Haalt producten uit de natuur, zorgt voor grondstoffen en eten
  • secundaire sector: industrie, verwerkt producten uit de primaire sector tot dingen die we kunnen gebruiken
  • Tertiaire sector: Dienstensector. Deze mensen maken niets, maar verlenen een dienst
  • Quartaire sector: Ook diensten, maar dan mensen die daar geen winst mee maken.

Meestal geldt: hoe rijker het land, hoe groter de tertiaire en quartaire sector.

Slide 32 - Tekstslide

Tertiaire sector-Vluchtsector
In sommige arme landen is de tertiaire sector ook heel groot.
Er zijn dan veel mensen werkloos, en zij gaan dan baantjes zoeken waar ze iets mee kunnen verdienen.
Dit zijn baantjes als schoenpeotser, koffers dragen van toeristen, afval inzamelen, enz.
Dit noem je de ¨vluchtsector". Deze mensen "vluchten" naar dit soort baantjes. Ze verdienen daar weinig geld mee.

Slide 33 - Tekstslide

Sleep de beroepen naar de juiste sector
primaire sector
Secundaire sector
Tertiaire sector
Quartaire sector
Bouwvakker
Bakker
Fabrieksarbeider
Verpleger
Politie agent
Buschauffeur
Docent
cassiere
Houthakker
Boer

Slide 34 - Sleepvraag

En wat verdienen die mensen?
BNP/BBP= het inkomen van een land van alle mensen bij elkaar opgeteld
BNP per hoofd= het gemiddelde inkomen
Dit bereken je door het BBP/BNP te delen door het aantal inwoners van een land.

BNaantalPinw.

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Video

In een land is het BNP € 880.000.000.000
Er wonen 17.000.000 mensen
Wat is het BNP per hoofd?
A
€0,0000193
B
€51.764,-
C
€5176,40
D
€19.300

Slide 37 - Quizvraag

Economische kenmerken Spanje
Beroepsbevolking Spanje
  • Meeste mensen
    werkzaam tertiaire
    sector
  • Slechte staat
    economie; kwart was
    werkloos in 2012. 
  • Nu 14% (NL 3,3%)

Slide 38 - Tekstslide

Migratie
Migratie betekent letterlijk verhuizen.

Je bent een migrant als je tenminste verhuist van de ene stad of dorp naar een andere stad of dorp.

In het volgende filmpje wordt migratie verder uitgelegd.

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Video

Iemand die Nederland verlaat om in Spanje te gaan wonen is een
A
migrant
B
immigrant
C
emigrant
D
een emigrant en een immigrant

Slide 41 - Quizvraag

Leg uit waarom iemand die naar een ander land vertrokken is om daar te gaan wonen zowel een emigrant is als een immigrant

Slide 42 - Open vraag

Emigratie 
Emigratie:
  • Veel werkloosheid
    onder jongeren.
    Veel emigratie van
    jongeren naar het
    buitenland

Slide 43 - Tekstslide

Autonome gebieden
Autonomie gebieden in een land zijn gebieden die veel zelfstandigheid hebben en die zelf ook beslissingen kunnen nemen over wat er in hun gebied gebeurt. Ze horen wel bij een land, maar doen bepaalde dingen anders. 
Zo kunnen ze bijvoorbeeld een eigen taal of andere cultuur hebben.
De Basken in Spanje zijn een autonome groep, het liefst zouden zij hun eigen land hebben 
->Baskenland



Slide 44 - Tekstslide

Videoles.


De les van paragraaf 8.1 is ook ingesproken door Dhr Jaggoe.
Klik op deze link voor de uitleg: https://www.youtube.com/watch?v=HBftAToyz8E

Slide 45 - Tekstslide

Werk aan je weektaak

Ga naar de Geo Online en maak
  • H8 Par 8.1: opgave
    1 tot en met 10
  • daarna ga je verder in deze les

Slide 46 - Tekstslide

Checken Leerdoelen 
  • Wat zijn de belangrijkste gebiedskenmerken van Spanje?
  • Wat zijn de belangrijkste bevolkingskenmerken van Spanje?

Slide 47 - Tekstslide

Check wat je weet
Testen wat je nu weet!
5 vragen

Slide 48 - Tekstslide

Als je van Portugal naar Spanje migreert wat ben je dan voor Spanje
A
emigrant
B
immigrant

Slide 49 - Quizvraag

Hoogteligging is in Spanje een belangrijke factor voor de verdeling van klimaten
A
waar
B
niet waar

Slide 50 - Quizvraag

Wat is geen gevolg van de 3 droogteproblemen van Spanje?
A
Verzilting
B
Verdroging
C
irrigatie
D
Verwoestijning

Slide 51 - Quizvraag

Welke klimaatfactor zorgt ervoor dat het gemiddeld warmer is in Spanje dan in Nederland
A
Breedteligging
B
Hoogteligging
C
Afstand tot de zee
D
Gesteldheid van het aardoppervlak

Slide 52 - Quizvraag

Hoe gaan ze in Spanje om met watertekorten?
A
Ze verzamelen water in stuwmeren
B
Ze halen water uit de zee
C
Ze zetten het waterverbruik op rantsoen
D
Ze hebben geen last van water tekorten

Slide 53 - Quizvraag

Waar heb je nog extra uitleg bij nodig?

Slide 54 - Open vraag

Klaar!
Als het goed is heb je nu par 8.1 af.

Slide 55 - Tekstslide