Laten we eerst al eens kennismaken met een aantal reliëfvormen
de horizon
de vlakte
plateau - hoogvlakte
heuvel - duinen
berg - gebergte
Slide 3 - Tekstslide
de horizon
= lijn in de verte tussen lucht en aarde
Slide 4 - Tekstslide
de vlakte
= uitgestrekt gebied zonder noemens-waardige hellingen en zonder of met hooguit een lage begroeiing
Horizon : _______________
Slide 5 - Tekstslide
een plateau of hoogvlakte
= hoog gelegen vlak landschap; hoogvlakte. een plateau kann tot 100 m boven het zeeniveau liggen.
Horizon : _______________
Slide 6 - Tekstslide
een heuvel
=een landvorm met zachte hellingen Een top die max 200 m hoog is, is een heuvel.
heuvelland
hHorizon:
Slide 7 - Tekstslide
berg = Een berg is in het algemeen hoger en steiler dan een heuvel, De top steekt meer dan 200 m boven de omgeving uit.
gebergte = een verzameling van bergen die met elkaar een groter geheel vormen
Deze reliëfvorm bestaat niet in België
Slide 8 - Tekstslide
STOP!
einde les 10
We gaan nu samen het werkschrift invullen.
Slide 9 - Tekstslide
Les 11 - =reliëfvormen op kaart
Slide 10 - Tekstslide
De maquetten en de plattegrond van een berg
groene pion staat aan de voet van de berg.
gele pion staat op de helling van de berg.
rode pion staat bijna op de top van de berg.
hoe korter ze bij elkaar staan, hoe steiler de helling. Dat zie je ook rechts op de plattegrond: de hoogtelijnen rechts staan korter bij elkaar dan aan de linkerkant.
0m = hoogte zeewater bij laag water
Slide 11 - Tekstslide
Op landkaarten van België geldt volgende indeling: