Link 6.2

Lesplan
1. Woorden: thema 6. 
2. Link 6.2. 
3. Huiswerk nakijken: Straatnamen.
4. Grammatica: zinnen maken. 
5. Huiswerk.


1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2ISK

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 180 min

Onderdelen in deze les

Lesplan
1. Woorden: thema 6. 
2. Link 6.2. 
3. Huiswerk nakijken: Straatnamen.
4. Grammatica: zinnen maken. 
5. Huiswerk.


Slide 1 - Tekstslide

Straatnamen

Kijk naar de straatnamen als je van school naar huis gaat en beantwoord de volgende vragen: 
1) Door welke straten ga je? Schrijf 5 straatnamen op. 
2) Schrijf 3 dingen op die je nog meer ziet in de straat. Bijvoorbeeld: school, ziekenhuis of postkantoor. 
3) Zijn er winkels in jouw straat? Zo ja, welke winkels? 

Slide 2 - Tekstslide

Na deze les: 

1. .... kun je de weg vragen.
2. ....kun je beter zinnen maken in het Nederlands. 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Link

Slide 5 - Link

Log in bij de Link

thema 6.2 
opdracht 7

Slide 6 - Tekstslide

De weg vragen

A: Mag ik u wat vragen?
B: Natuurlijk.
A: Ik zoek het station.
      Weet u waar het station is?
B: Ja hoor, dat weet ik.
      Je loopt eerst rechtdoor.
      Dan neem je de eerste straat rechts.
      Dan de tweede straat links. Daarna neem je de derde straat rechts. 
      Het station zit aan de linkerkant. 
A: Duidelijk, bedankt!










Slide 7 - Tekstslide

Voorbeeld
1) Je loopt eerst rechtdoor.
2) Bij de Etos ga je naar rechts/links.
3) Dan neem je de tweede straat links/rechts.
4) Mijn huis zit aan de rechterkant/linkerkant.
5) Tegenover de Zeeman.



Slide 8 - Tekstslide

De weg vragen

Hallo mevrouw/meneer,
mag ik u wat vragen? 

Waar is de bushalte/supermarkt? 



Mogelijke antwoorden

1) Sorry, ik begrijp u niet. 

2) Kunt u dat herhalen? 

3) Kunt u alstublieft wat langzamer praten? 



Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Link

Slide 11 - Link

Vragen maken
1. Ik kom uit Syrië. -  Een zin
Kom je uit Syrië? - Een vraag
Komt hij uit Syrië? - Een vraag
                                                                   werkwoord    wie/wat   de rest? 
2. Ik drink koffie. - Een zin                 Kom                  je           uit Syrië?
Drink je koffie? - Een vraag              Drinkt               zij            koffie?
Drinkt zij koffie? - Een vraag

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Link

Slide 14 - Tekstslide

Sorry, te laat!
Je bent laat voor je les.
Wat doe je? Kies een antwoord.
__ Ik bel. 
__ Ik stuur een bericht.
______________________________
Naar wie bel je of stuur je het bericht?  ______________________________________________

Schrijf een bericht naar je docent:
- groet de docent;
- schrijf dat je later komt;
- schrijf waarom je later komt;
- schrijf van wie dit bericht is. 

Slide 15 - Tekstslide

Huiswerk
Huiswerk voor woensdag:
online 6.3
(opdrachten 1-6)
Grammatica: 2.7 en 2.8. 
Huiswerk voor vrijdag: 
Uitspraak 1 en 2
Sorry, te laat!



Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Link

Klasafspraken

Slide 18 - Tekstslide