Coniunctivus in hoofd- en bijzinnen

Coniunctivus in hoofd- en bijzinnen
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Coniunctivus in hoofd- en bijzinnen

Slide 1 - Tekstslide

Coniunctivus in hoofdzinnen
W
A
T

M/V

Slide 2 - Tekstslide

Coniunctivus optativus (W)
(Utinam) mox veniat.                                                   vervulbare wens
Moge hij spoedig komen.

Utinam ipse adesset.                                                         onvervulbare wens
Was hijzelf maar aanwezig.                                              heden

Utinam ipse adfuisset.                                                      onvervulbare wens
Was hijzelf maar aanwezig geweest                            verleden

Slide 3 - Tekstslide

Coniunctivus adhortativus (A)
Eamus.
Laten we gaan.

Gaudeamus igitur.
Laten wij ons daarom verheugen.

Slide 4 - Tekstslide

Coniunctivus dubitativus (T)
Quid agam, iudices, quo me vertam?                       heden 
Wat moet ik doen, rechters,
waarheen moet ik mij wenden?

Quid facerem                                                                    verleden
Wat had ik moeten doen?

Slide 5 - Tekstslide

Coniunctivus potentialis (M)
Aliquis dicat.                                                                       heden 
Aliquis dixerit.
Iemand zou dat kunnen zeggen

Haud facile discerneres.                                           verleden
Je had dit niet gemakkelijk
kunnen onderscheiden.

Slide 6 - Tekstslide

Coniunctivus prohibitivus (V)
Ne timeamus neve fugiamus.
Laten wij niet bang zijn en niet vluchten.

Slide 7 - Tekstslide

Coniunctivus in bijzinnen
Bijzinnen worden ingeleid door:
1  voegwoord
2 betrekkelijk voornaamwoord
3 vraagwoord

Slide 8 - Tekstslide

Coniunctivus in bijzinnen
Venio, cum me vocas.                                  (wanneer)

-Cum fatigatus essem, tamen veni.      (hoewel)
-Non veni, cum fatigatus essem.            (omdat)           HOT!!!
-Veni, cum me vocares.                               (toen)

Slide 9 - Tekstslide

Coniunctivus in bijzinnen
Veni, ut me vocavisti.             (zodra)
Veni, ut dixeram.                      (zoals)

-Edimus, ut vivamus.                                                  (opdat / om te)
-Ita fatigatus eram, ut non venirem.                    (dat)


Slide 10 - Tekstslide

Coniunctivus in bijzinnen
-Cucurrit, ne sero veniret.        (opdat niet)
-Timeo, ne veniat.                         (dat)


                           Na verba impediendi vertaal je 'ne' niet!


Slide 11 - Tekstslide

Coniunctivus in bijzinnen
-Milites vidi, qui domum custodiebant.

-Milites vidi, qui domum custodirent.       (moesten / om te)


                       coniunctivus finalis

Slide 12 - Tekstslide

Coniunctivus in bijzinnen
-Rogo te, quis sis.
-Rogo te, cur dormires.
-Rogavi eos num Romani essent.
-Rogavi eos utrum Romani essent, an Galli.

                       coniunctivus in afhankelijke vraagzinnen
                       vertalen als indicativus

Slide 13 - Tekstslide

Coniunctivus in bijzinnen
Vertaaltips:

-Een coniunctivus in de bijzin vertaal je vrijwel als een indicativus.
-Let op de vertaling van cum en ut.
-Coniunctivus in betrekkelijke bijzinnen: moe(s)ten / om te

Slide 14 - Tekstslide

Coniunctivus finalis
dat, dat niet:   ne, ne non (bij verba timendi)

Timeo ne veniat.

Labienus veritus est (= vreesde) ne hostium impetum sustinere non posset.

Slide 15 - Tekstslide

Oratio obliqua
              indirecte rede

Caesar scripsit ad senatum se venisse, vidisse, vicisse.

Polyphemus Ulixem rogavit quis esset.


Slide 16 - Tekstslide