thema 1
1 / 13
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Welke Franse leenwoorden ken je nog?
Slide 2 - Woordweb
Welke Franse woordjes ken je nog?
Slide 3 - Woordweb
hoe begroet je in het Frans?
A
bonjour
B
salut
C
coucou
D
alle antwoorden zijn goed
Slide 4 - Quizvraag
Wat is de betekenis van: Tu as quel âge?
A
Hoe heet je?
B
Hoe oud ben je?
C
Waar woon je?
Slide 5 - Quizvraag
Zeg je in het Frans: ik heb 12 jaar
of ik ben 12 jaar?
of ik ben 12 jaar?
A
ik heb
B
ik ben
Slide 6 - Quizvraag
Wat is de betekenis van: j'habite à ?
A
Waar woon je?
B
ik woon in
C
ik heet
D
hoe heet je?
Slide 7 - Quizvraag
Hoe vraag je in het Frans: hoe gaat het?
A
Comment ça va?
B
Ça va?
C
je m'appelle
Slide 8 - Quizvraag
16
6
13
20
14
0
quatorze
vingt
six
treize
zéro
seize
Slide 9 - Sleepvraag
Combinez les chiffres
timer
1:30
sept
dix
quatre
six
un
neuf
cinq
huit
deux
trois
1
2
3
5
4
6
7
8
9
10
Slide 10 - Sleepvraag
Combinez les chiffres
timer
2:00
dix-sept
vingt
quatorze
seize
onze
dix-neuf
quinze
dix-huit
douze
treize
11
12
13
15
14
16
17
18
19
20
Slide 11 - Sleepvraag
je
tu
il / elle
nous
vous
ils/elles
Combineer de juiste vorm van 'être' met het onderwerp
Het persoonlijk voornaamwoord (onderwerp)
ik
jij
hij / zij
wij
jullie / u
zij
