3.3 serie & parallel schakelingen

3.3 serie en parallel schakelingen
Goedemorgen! Pak allemaal je aantekeningenschrift, rekenmachine en een pen erbij.
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

3.3 serie en parallel schakelingen
Goedemorgen! Pak allemaal je aantekeningenschrift, rekenmachine en een pen erbij.

Slide 1 - Tekstslide

Serieschakeling
Alles staat met elkaar verbonden.
Gaat de batterij uit => alle lampjes uit
Stroomsterkte is overal gelijk!
Spanning verdeeld zich over twee lampjes!

Slide 2 - Tekstslide

Je ziet; stroomsterkte is overal gelijk
Spanning verdeeld zich gelijk over de lampjes

Slide 3 - Tekstslide

Parallelschakeling
Er zijn vertakkingen
Elke lamp/apparaat kan je apart aan en uitzetten
Stroomsterkte verdeeld zich over de lampjes
De spanning is overal gelijk

Slide 4 - Tekstslide

Parallelschakeling
Er komt 12V uit de batterij en die komt bij elke lamp aan = spanning is gelijk!
De stroomsterkte verdeeld zich!

Slide 5 - Tekstslide

Aantekening:
Serieschakeling
Parallelschakeling
Stroomsterkte (I)
Overal gelijk.



Itotaal= I1=I2=I3...
Verdeeld zicht over iedere vertakking van de stroomkring.

Itotaal=I1+I2+I3...
Spanning (U)
Verdeeld zich over elk apparaat.

Utotaal=U1+U2+U3...
Overal gelijk.


Utotaal=U1=U2=U3...

Slide 6 - Tekstslide

De spanning is 63 volt en de stroomsterkte 5 Ampère. Hoeveel volt krijgt elk lampje? En hoeveel stroomsterkte?
A
Elke lamp krijgt 63 volt en 5 ampere
B
Elke lamp krijgt 63 volt en 0,7 ampere
C
Elke lamp krijgt 9 volt en 5 ampere
D
Elke lamp krijgt 9 volt en 0,7 ampere

Slide 7 - Quizvraag

De spanning is 63 volt en de stroomsterkte 5 Ampère. Hoeveel volt krijgt elk lampje? En hoeveel stroomsterkte?
A
Elke lamp krijgt 63 volt en 5 ampere
B
Elke lamp krijgt 63 volt en 0,7 ampere
C
Elke lamp krijgt 9 volt en 5 ampere
D
Elke lamp krijgt 9 volt en 0,7 ampere

Slide 8 - Quizvraag

Batterijen serie geschakeld 
De totale spanning is de spanning van elke batterij bij elkaar opgeteld.

Dus Utotaal = U1 + U2 + U3....
Utotaal =1,5+1,5 +1,5 = 4,5 V

Slide 9 - Tekstslide

Batterijen parallel geschakeld
De totale spanning is gelijk aan de spanning van één batterij.

Dus Utotaal = U1=U2=U3....

Utotaal = 1,5 V

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Zelfstandig aan de slag
Maken opdrachten van paragraaf 4.3

Slide 12 - Tekstslide