passive

Vergelijk:
A. De man bijt de hond.
B. De hond wordt gebeten.
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Vergelijk:
A. De man bijt de hond.
B. De hond wordt gebeten.

Slide 1 - Tekstslide

Lijdende vorm
Het onderwerp van de zin voert de actie niet zelf uit.
Het is niet zo belangrijk wie de actie wel uitvoert.

Slide 2 - Tekstslide

Passive
To be (am, is are/ was, were) + voltooid deelwoord.
(volt.dw. is ww+ ed/ 3e rijtje)

Slide 3 - Tekstslide

Present simple 
Am/is/are + voltooid deelwoord
The house is painted.- het huis wordt geschilderd.
We are told to listen.- Ons wordt verteld dat we moeten opletten.

Slide 4 - Tekstslide

Past simple
was/were + voltooid deelwoord
The house was painted.- het huis werd geschilderd.
We were told to listen.- Ons werd verteld dat we moeten opletten.

Slide 5 - Tekstslide

Passive 
Active
Passive
present simple
I do the homework.
She eats the apples.
The homework is done (by me).
The apples are eaten (by her).
werkwoord present
am/is/are + voltooid deelwoord
past simple
I did the homework.
She ate the apples.
The homework was done (by me).
The apples were eaten (by her).
werkwoord past
was/were + voltooid deelwoord

Slide 6 - Tekstslide

(Present) Passive:

am/are/is + voltooid deelwoord

Active:
A lot of people speak English.
Passive:
English is spoken by a lot of people.


(Past) Passive:
  
was/were + voltooid deelwoord

Active:
Rosa ate all the cookies.
Passive:
All the cookies were eaten by Rosa.


Slide 7 - Tekstslide

Hoe maak je de passive?
A
have/has + verleden tijd
B
'to be' + voltooid deelwoord
C
'to be' + onregelmatig werkwoord
D
have/has + passief werkwoord

Slide 8 - Quizvraag

Een goede Passive is
A
Jill and Jack are having a great time.
B
Jill and Jack have just killed a dragon.
C
Jill and Jack are asked to shut up and go.
D
Jill and Jack cry like babies and leave.

Slide 9 - Quizvraag

Wat is een goede Passive?
A
The class transforms
B
The class has transformed
C
The class is transforming
D
The class is transformed

Slide 10 - Quizvraag

Een passive maak je met
A
to be + een vervoeging van het werkwoord have
B
to do + voltooid deelwoord
C
to be + voltooid deelwoord
D
to do+ done

Slide 11 - Quizvraag

past simple
was/were+ voltooid deelwoord
The dog was bitten by the cat: De hond werd door de kat gebeten

Slide 12 - Tekstslide

Past simple passive :

Wat is de regel van de past simple?
A
have/has + voltooid deelwoord (helped, found)
B
was/were + voltooid deelwoord
C
vorm van to be + werkwoord + -ing
D
am/is/are + voltooid deelwoord

Slide 13 - Quizvraag

Wat is een goede passive?
A
The girl was taken to hospital.
B
The girl drove to hospital.
C
The girl was thinking of going to hospital

Slide 14 - Quizvraag

Kies de juiste Passive:

Active: I learnt the passive!
A
The passive was learnt by me.
B
The passive was being learnt by me.
C
The passive learned me
D
The passive had been learnt by me.

Slide 15 - Quizvraag

Use past simple passive:
The school ......................in 1991.( build)
A
was being built
B
was built
C
was build
D
is build

Slide 16 - Quizvraag

Use past simple passive:
The film ...................(shoot) in Texas.
A
was shooting
B
was shot

Slide 17 - Quizvraag