cardio deel 2: anatomie en fysiologie

Welkom
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
CardiologieHoger onderwijs

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Weet je het nog?

Slide 3 - Tekstslide

Het verschil tussen het einddiastolisch volume en het eindsystolisch volume in het hart is het slagvolume
A
juist
B
fout
C
ik weet het niet

Slide 4 - Quizvraag

de wand van de rechter ventrikel is dunner dan die van de linker ventrikel omdat
A
de kleine circulatie minder belangrijk is dan de grote circulatie
B
de systolische BD rechts lager is dan links
C
het hartminuutvolume rechts kleiner is dan links
D
het slagvolume links groter is dan rechts

Slide 5 - Quizvraag

de mitralisklep bevindt zich tussen
A
linker atrium en linker ventrikel
B
linker ventrikel en aorta
C
rechter atrium en rechter ventrikel
D
rechter ventrikel en arteria pulmonalis

Slide 6 - Quizvraag

de afterload is het eindsystolisch volume
A
juist
B
fout

Slide 7 - Quizvraag

tussen het rechter atrium en het rechter ventrikel bevindt zich
A
de atrioventriculaire knoop
B
de mitralisklep
C
de tricuspidalisklep
D
de bundel van His

Slide 8 - Quizvraag

de hoeveelheid bloed die per minuut door de rechter ventrikel naar de longen wordt geperst is gelijk aan
A
de helft van het hartminuutvolume
B
de helft van het slagvolume
C
het hartminuutvolume
D
het slagvolume

Slide 9 - Quizvraag

welk hieronder genoemd bloedvat mondt NIET uit in de rechter boezem
A
sinus coronarius
B
vena pulmonalis
C
vena cava inferior
D
vena cava superior

Slide 10 - Quizvraag

de grote bloedsomloop eindigt in het
A
linker atrium
B
linker ventrikel
C
rechter atrium
D
rechter ventrikel

Slide 11 - Quizvraag

de tricuspidalisklep bevindt zich tussen
A
linker atrium en linker ventrikel
B
linker ventrikel en aorta
C
rechter atrium en rechter ventrikel
D
rechter ventrikel en arteria pulmonalis

Slide 12 - Quizvraag

het hartminuutvolume zal toenemen bij een toename van de contractiliteit, toename van de preload en afname van de afterload
A
juist
B
fout

Slide 13 - Quizvraag

de ejectiefractie zal afnemen bij een verhoogde perifere weerstand
A
juist
B
fout

Slide 14 - Quizvraag

1.bij de systole zijn de halvemaanvormige kleppen geopend
2.bij de diastole zijn de atrioventriculaire kleppen gesloten
A
1 en 2 zijn juist
B
alleen 1 is juist
C
alleen 2 is juist
D
1 en 2 zijn niet juist

Slide 15 - Quizvraag

de sinus coronarius mondt uit in het rechter ventrikel
A
juist
B
fout

Slide 16 - Quizvraag

tijdens de systole trekt de kamerwand samen, zijn de AV-kleppen open en de halvemaanvormige kleppen gesloten
A
juist
B
fout

Slide 17 - Quizvraag

bij een normaal hartritme ontladen de hartspiercellen vanuit het re atrium over het li atrium om vervolgens via de AV-knoop doorheen de bundeltakken en bundel van His tot in de purkinjevezels
A
juist
B
fout

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide