Keuzedeel pabo WO - les 1 - geschiedenis

Keuzedeel pabo - GS - les 1
Woensdag 3-02-2021 - 14.15 - 15.45 uur






Tijdvak 1. Tijd van jagers en boeren


1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Keuzedeel pabo - GS - les 1
Woensdag 3-02-2021 - 14.15 - 15.45 uur






Tijdvak 1. Tijd van jagers en boeren


Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat verwacht je van dit keuzedeel?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat versta jij onder geschiedenis?

Slide 3 - Open vraag

De manier waarop wij kijken naar het verleden

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijd van jagers en boeren

Tijd van regenten en vorsten



Tijd van monniken en ridders 

Tijd van de wereldoorlogen

Tijd van burgers en stoommachines
Tijd van ontdekkers en hervormers
Tijd van steden en staten
Tijd van de Grieken en Romeinen
Tijd van de televisie en computer
Tijd van de pruiken en revoluties

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als je in een andere tijd geboren had moeten worden, welke tijd zou dat dan zijn geweest?
Leg je voorkeur uit.

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Boeken geschiedenis in huis?
A
Ja
B
Nee...

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Programma les 1
12.30 - 14.00
  • Start en ophalen kennis tijdvakken
  • Informatie opbouw lessen en toets
  • Theorie
  • Opdracht 
  • Pauze 
  • Theorie
  • Opdracht
  • Afronding

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Benodigdheden geschiedenis
Basiskennis toelatingstoets gebaseerd op:
A. Vakgebonden vaardigheden geschiedenis (A.)
B. Tien chronologische tijdvakken, van prehistorie tot heden (B.)

Benodigdheden
  • Handreiking (mapje)
  • Begrippenlijst (mapje)
  • Theoretisch boek
  • Werkboek (werkboek vooral in de les)
  • Leeg schema

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toelatingstoetsen
  • 60 meerkeuzevragen
  • 90 minuten (dyslectici: 120)
  • digitale afname (voorjaar - zomer 2022) via HS

www.goedvoorbereidnaardepabo.nl

timer
5:00

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Algemene thema's & tips
  • Bekijk de filmpjes per vakgebied
  • Lees de handleiding & thema's
  • Maak oefentoetsen
  • Gebruik samenvattingen (schema's)
  • Aanvullend je boek gebruiken
  • Meld je aan op: Studiopabo.nl


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning - zie Teams

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning periode 7 - gs

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Over welke periode gaat dit?
A
>3000
B
3000 v. Chr. - 500 na Chr.
C
500 - 1000
D
1000 - 1500

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Naast de indeling in tijdvakken bestaat er ook een traditionele indeling van de geschiedenis.

Over welke traditionele periode gaat dit tijdvak?
A
Prehistorie
B
Oudheid
C
Vroege Middeleeuwen
D
Late Middeleeuwen

Slide 16 - Quizvraag

Het zegt het al een beetje - pre verwijst naar voor geschiedenis
Wat weet jij al van de prehistorie?

Slide 17 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Doelen tijdvak 1


De prehistorie: 12000 - 3000 voor Christus
De aspirant-student kan:
  1. B.1.1 uitleggen waarom jagers-verzamelaars nomaden waren.
  2. B.1.2 veranderingen toelichten die het gevolg waren van de
    agrarische revolutie.

  • Pak steeds het schema erbij en vul na iedere les aan... 
  • Stel jezelf bij iedere periode de vraag: waarmee begon- en waarmee eindigde deze periode?

Prehistorie = tijd waarover geen geschreven bronnen zijn

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Zie 1.1.1 Een van de theorieeen luidt dat. de homo sapiens konden zich sneller aanpassen dan de andere mensensoorten zoals de neanderthalers. Deze stierven net als alle andere mensensoorten uit/ De homo sapiens bleven als enige over. 
1.1 Levenswijze jagers-verzamelaars
  • Jagers leven v/d natuur en zijn hier afhankelijk van
  • Nomadisch bestaan
  • Werktuigen van vuursteen en botten 
  • Tenten en kleding van dierenhuiden
  • Taakverdeling man/vrouw
  • Toendraklimaat (landschap lage landen)
  • Jacht op mammoeten en rendieren
  • Kunst (beeldjes, grotschilderingen)

Nederland: rendierjagers

Slide 21 - Tekstslide

Dit Tijdvak wordt ook wel Tijd van Jagers en Boeren genoemd. Zorg dat je ieder Tijdvak met beide namen kan aanduiden.

Tijdvak van jagers en boeren eindigde pas rond 3000 v c. toen het schrift ontstond. Prehistorie is dus afhankelijk van ongeschreven bronnen en primaire bronnen
Waarom zijn de jagers/verzamelaars nomadisch?

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht: oriëntatievragen & start 1.1.
  • Lees de inleiding op blz 8 en 9 van je boek en paragraaf 1.1 (Jager-verzamelaars)
  • Maak de vragen op bladzijde 6 en 7 (t/m 1.1) van je werkboek


timer
15:00

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antwoorden
3. Hunebedden werden dus 5000 jaar geleden gebouwd.
4. De titel van dit tijdvak is: Tijd van jagers en boeren. Waar denk je zelf aan bij deze begrippen? Noteer bij elk drie zaken.
5. a De witte tekening is: Een pot van aardewerk. Aardewerk potten werden alleen door boeren gebruikt.
b Op de achtergrond zie je: Figuren die met pijl en boog op dieren jagen. Het is een grottekening die door jager-verzamelaars is gemaakt.

1.1.
1. De mens komt oorspronkelijk uit Afrika. Er hebben verschillende mensensoorten bestaan. Twee maal trok een mensensoort uit Afrika weg, zoals ca. 50.000 jaar geleden de Homo sapiens. Homo sapiens is de enige mensensoort die nog bestaat.
2. Het heeft vooral te maken met het klimaat en met de beschikbaarheid van voedsel.
3. De rendieren vertoonden trekgedrag door de afwisseling van seizoenen. De rendierjagers waren van deze dieren afhankelijk en moesten zich dus aanpassen.
4. Bij figuur 1.1 is het landschap open met hier en daar wat (naald)bomen en verder bedekt met sneeuw (het is een toendraklimaat). Bij figuur 1.2 is er meer begroeiing met (loof)bomen en er is water (het is een gematigd of warmer klimaat).


Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pauze!
timer
5:00

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de Agrarische Revolutie...
Waar denk je dan aan?

Slide 26 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Klimaatsverandering
  • Rond 10.000 v. Chr
  • De aarde wordt warmer
  • Toendra -> bosrijk gebied
  • Nederland: moerassen en bossen
  • Veranderende patronen in de natuur
  • Delen van Afrika en Midden-Oosten: droger 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noord-Afrika en Midden-Oosten

  • Droog klimaat: minder begroeiing en water (ontstaan woestijnen)

  • Te weinig voedsel: dieren trekken weg naar vruchtbare gebieden

  • Mensen trekken ook weg of gaan andere middelen van bestaan zoeken om in leven te blijven. 

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vruchtbare halvemaan
  • Gebied in het Midden-Oosten waar de eerste landbouw (10.000 v. Chr.) ontstaat

  • 'De kraamkamer van de beschaving': ontstaan van steden en het schrift

  • maar ook op andere plekken in verschillende tijden  (bijv. in China 8000 v. Chr. ) ontstaat landbouw

Slide 29 - Tekstslide

Ook wel de vruchtbare Sikkel genoemd

In dit gebied in het Midden-Oosten vond de overgang van jagen en verzamelen naar landbouw plaats.
1.2 De Agrarische Revolute
  • Ontstaan landbouw in Midden-Oosten
  • Verspreiding landbouw en veeteelt door Europa
  • Boeren
    zetten de natuur naar hun hand. Specialiseren. 
  • Vaste woonplaatsen (boerderijen) - sedentaire leefwijze (wonen op vaste plek)
  • Meer persoonlijk bezit dan jagers en verzamelaars (aardewerk)
  • Geloof in een hiernamaals (grafgiften)
  • Gelaagde samenleving (hiërarchie) 
  • Ontstaan schrift (kleitabletten, einde prehistorie) 
  • Afvalhopen (bron van ziekten)
  • NL: eerste landbouw door komst Bandkeramiekers in Limburg
  • Hunebedden in Drenthe (Trechterbekercultuur)

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eerste boeren in NL
  • Bandkeramiekers - Zuid-Limburg (tot 4400 v. Chr) -> vorm van banden

  • Trechterbekercultuur - Noord-Nederland      (rond 3500 v. Chr.)- 'Hunebedbouwers'

  • Vanaf 3000 v. Chr. zijn er in Nederland geen jager-verzamelaars meer

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe werden hunebedden gebouwd?
Maak een snelle schets als antwoord.
Gebruik papier en een zwarte stift.
Een foto van de tekening kun je hieronder uploaden.
timer
3:00

Slide 33 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht: vragen maken opdracht 1.2
  • Lees paragraaf 1.2. De overgang van jagen en verzamelen naar landbouw. 
  • Maak opdracht 5 t/m 9



timer
12:50

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

6. Leg uit wat wordt bedoeld met Agrarische revolutie

Slide 36 - Woordweb

. De Agrarische Revolutie is de overgang van een nomadische samenleving (rondtrekken als jager-verzamelaars) naar een agrarische (of landbouw) samenleving (boeren met een vaste woonplaats). In de loop der tijd ontstond een complexe maatschappij en werden nieuwe technieken ontwikkeld.
Antwoorden 1.2
5. Dit gebied wordt door zijn vorm de ‘Vruchtbare Halvemaan’ genoemd.
8. 






Rest van de vragen - zie volgende slides - de antwoorden voer je in

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

7.a. Noem een positief gevolg van de overgang van jagen-verzamelen naar landbouw

Slide 38 - Woordweb

a Positieve gevolgen: De bevolking nam toe. Mensen konden zich specialiseren. Er werden nieuwe technieken (spinnen, weven) ontwikkeld en uitvindingen (metaal, ploeg, wiel) gedaan.
7b. Noem een negatief gevolg van de overgang van jagen-verzamelen naar landbouw

Slide 39 - Woordweb

b. Negatieve gevolgen: Boeren besteedden meer tijd aan het verkrijgen van voedsel dan jager-verzamelaars.
Er ontstond erosie van de bodem. Ziekten werden van dier op mens overgebracht. 
Bandkeramiekcultuur
Trechterbekercultuur

Grafgiften
Eerste boeren
Drenthe
Vuursteen
Hunebedden
Grafkamers
Zuid-Limburg
Lössgrond
Grafkuilen

Slide 40 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Antwoorden 1.2

6. De Agrarische Revolutie is de overgang van een nomadische samenleving (rondtrekken als jager-verzamelaars) naar een agrarische (of landbouw) samenleving (boeren met een vaste woonplaats). In de loop der tijd ontstond een complexe maatschappij en werden nieuwe technieken ontwikkeld.

7. a Positieve gevolgen:
De bevolking nam toe. Mensen konden zich specialiseren. Er werden nieuwe technieken (spinnen, weven) ontwikkeld en uitvindingen (metaal, ploeg, wiel) gedaan.
b. Negatieve gevolgen: Boeren besteedden meer tijd aan het verkrijgen van voedsel dan jager-verzamelaars.
Er ontstond erosie van de bodem.
Ziekten werden van dier op mens overgebracht. 
Toelichting: Veel ontwikkelingen zijn niet duidelijk positief of negatief te noemen. Enkele voorbeelden: Boeren zetten de natuur naar hun hand, maar dat leidde wel tot erosie (uitputting van de bodem). Landbouwsamenlevingen waren hiërarchisch (gelaagd) met een elite, boeren en slaven. In samenlevingen van jager-verzamelaars was men meer gelijk. Iedereen droeg bij aan het verzamelen van voedsel en men had weinig bezittingen.

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.3 Religieuze uitingen
  • Geen schriftelijke bronnen: alleen mogelijke verklaringen
  • Uitingen religieus gevoel -> beeldjes e.d.
  • Grafgiften -> leven na de dood

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht: vragen maken opdracht 1.3
  • Lees paragraaf 1.3. Religieuze uitingen 
  • Maak opdracht 10



timer
5:00

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antwoorden opdracht 1.3
10 Er zijn geen geschreven bronnen uit de tijd van jagers en boeren. We weten dus niet wat mensen toen dachten. Waarom denkt men bij archeologische vondsten, zoals rotstekeningen, grafgiften en beeldjes, toch aan religieus besef?

Kunstuitingen in het verleden hadden vaak een relatie met religie. Dat geldt ook voor het brengen van offers, bijvoorbeeld door kostbaarheden op een speciale plek te begraven. Verder worden grafgiften vaak gezien als een geloof in een hiernamaals.

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Bewoning Nederland in de prehistorie

In de periode tussen 12.000 en 8.000 jaar geleden leefden er in het gebied waar nu Nederland ligt wel mensen, maar was het gebied toch grotendeels onbewoond.

Hoe kwam dat?
A
Het gebied bestond uit bijna ondoordringbaar oerwoud.
B
Het gebied was een heet en droog woestijngebied.
C
Het gebied was een koude onbegroeide vlakte.

Slide 45 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

2. Interpretatie archeologische vondsten

Archeologen hebben aanwijzingen dat de prehistorische boeren van de bandkeramische cultuur, die voorkwam in Europa tussen 5500 tot 4400 v.C., geloofden in een leven na de dood.

Welke archeologische vondsten wijzen hierop? Vondsten van …
A
paalsporen van grote bouwwerken tot een lengte van 40 meter
B
putten met slachtafval
C
urnenvelden
D
vuurstenen pijlpunten en gereedschappen in een graf

Slide 46 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

3.

Op de foto staan sporen van de oudste boerderijen die in
NL gevonden zijn. Goed te zien zijn de resten v/d palen
waarmee deze woningen waren gebouwd.
Waar in NL kan deze vondst gedaan zijn?


A
In Drenthe
B
In Flevoland
C
In Gelderland
D
In Limburg

Slide 47 - Quizvraag

De boeren van de Swifterbandcultuur behoorden, samen met de boeren van de Vlaardingencultuur tot de "natte" boeren.
Net als bij de bosjagers kun je ook bij de boeren in Nederland spreken van “droge boeren” en “natte boeren”. De “droge boeren” leefden op de hoge zandgronden en de “natte boeren” in de moerassen van west- en midden Nederland.
Samen met de Vlaardingencultuur (3400 – 2500 v. Chr.) behoren de boeren van de Swifterbandcultuur tot de “natte boeren”.
Het waren geen echte boeren. Het waren bosjagers die voornamelijk van de visvangst en de jacht leefden. Maar vanaf 4500 v. Chr. had het idee van de landbouw ook deze bosjagers bereikt. Zij hielden koeien en varkens op hoger gelegen plekken in het moeras. Maar vissen en jagen bleven hun voornaamste voedselbronnen.
Zij kenden wel granen en peulvruchten. Maar die verbouwden zij niet zelf. Daarvoor was de grond in het moeras veel te nat. Zij verkregen de granen en peulvruchten door ruilhandel met de “droge boeren” uit Oost-Nederland. Met name met de boeren van de Trechterbekercultuur.
Tussen 3700 en 3500 v. Chr. hebben de Swifterbandmensen hun woongebied in Flevoland verlaten. Waarschijnlijk als gevolg van wateroverlast. Het werd te nat om er nog langer te wonen.
Wat neem je mee uit deze les?
Hoe vond je het gaan?

Slide 48 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Afronding & volgende week
Huiswerk
  • Filmpjes na deze les bekijken
  • Verder lezen H1 & handreiking
  • Maken vragen theorieboek
  • Start invullen schema

Volgende week - les 2
  • Verder met theorie H1
  • Verder met werkboek H1
  • Overgang naar 'de historie'


Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 50 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 51 - Video

Deze slide heeft geen instructies