Pak je schrift en je pen.
Schrijf deze zinnen over en vul het goede woord in.
1. Ik verveel …………
2. …………….zus kan vandaag niet werken.
3. ......... moeder belt …………….soms als ik op school ben.
4. Blijf af! Dat is ……………..tas!
5. Mijn vriend helpt ………………..
6. Ik sta voor het raam, Sanne ziet ………………….