DEF GGZ LES 3 stemmingsstoornissen

Stemmingsstoornissen
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

Stemmingsstoornissen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

GGZ Lesplanning deze periode

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen 
Je kunt aan het einde van deze les benoemen 

  • Kent de kenmerken, behandelingen en begeleidingsaspecten van stemmingsstoornissen
  • Oefent het geven van begeleiding en psycho-educatie aan zorgvragers met stemmingsstoornissen in casussen.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Hoe ziet deze les eruit?


  • Lesstof vorige week
  • Stemming, stemmingsstoornis
  • Casus
  • Angst, angststoornis
  • Opdracht

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begeleidingsstijlen
Voorbeelden p91, 92,93
Directieve (instructie)stijl: actief, richtinggevend en sterk controlerend. p91

Overtuigende stijl: obv gelijkwaardigheid. Met bewijzen op andere gedachten brengen p92

Participerende stijl: ander centraal stellen, betrokkenheid en oprechte belangstelling p92

Delegerende stijl: verantwoordelijkheid bij de ander leggen. verwijzen naar regels. P93







Slide 5 - Tekstslide

valkuil 1: spontaniteit, betrokkenheid, initiatief en inbreng van eigen ideeën remt, frustraties.

valkuil 2: te overtuigend zijn en daardoor niet openstaan voor de ander of juist de ander te veel laten participeren.

Valkuil 3: kan leiden tot het vervagen van grenzen en verantwoordelijkheden

Valkuil 4: gevoel van afstandelijkheid en onpersoonlijkheid.



Verband begeleidingsstijl - taakvolwassenheid

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gevoel, stemming,emotie
Gevoelens en emoties :van voorbijgaande aard,passend situatie


Stemming
  • van langere duur 
  • een reactie op de manier waarop je je omgeving waardeert. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stemming
Stemming --> bepaalt hoe je je voelt (blij/verdrietig)

Normaal:
Wel eens een dip, vrolijk, iets willen doen

Niet normaal:
Als dip, vrolijkheid, drang om iets te doen, aanhoudt

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stemmingsstoornis (verzamelnaam)
Gemoedsstemming zorgvrager is ziekelijk verstoord òf past niet bij de situatie waar zorgvrager in zit.

  • Heviger
  • Langduriger
  • Anders van karakter

Zo'n tijdelijke periode noem je: episode

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4 vormen verstoorde stemmingsepisode
  1. Depressieve episode - somberheid, bedrukt
  2. Manische episode - uitgelaten, ongeremd
  3. Hypomane episode- mild uitgelaten, ongeremd
  4. Gemengde episode- wisselt voortdurend, prikkelbaar/uitgelaten

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Type I Depressie: zorg + begeleiding
  1. Herkennen depressief gedrag (+postnatale depressie)
  2. Behandeling ( antidepressiva, ECT, Psychotherapie, cognitieve therapie, E-mental Health)
  3. Zorg en begeleiding (empathie, voeding/vocht, hygiëne, activiteit, contact andere, suicidaliteit)


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Casus groepjes 2 personen

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Thieme code: K9BQ9RDL
timer
15:00

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Type II Bipolair: zorg + begeleiding
  1. Herkennen manisch gedrag
  2. Verschillende vormen bipolaire stoornissen
  3. Behandeling ( medicatie, psycho-educatie, ondersteunende therapie)
  4. Zorg en begeleiding (beschermen, grenzen stellen+bewaken, prikkels verminderen, structuur
                                                                                                 bieden)


Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Angsstoornissen

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen 
Je kunt aan het einde van deze les benoemen 

  • Kent de kenmerken, behandelingen en begeleidingsaspecten van angststoornissen
  • Je kunt uitleggen wat een borderline persoonlijkheids- stoornis en een narcistische persoonlijkheidsstoornis inhoudt.
  • Oefent het geven van begeleiding en psycho-educatie aan zorgvragers met angststoornissen in casussen.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer ben jij wel eens bang?

Slide 19 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

H11 Angst en aan angst gerelateerde stoornissen
Angststoornissen:
  • Specifieke fobieën, bijv. hoogtevrees, vliegangst, claustrofobie
  • Sociale angststoornis: sociale fobie
  • Paniekstoornis: plotselinge angst, bang om dood te gaan, ontstaat vaak op moment van ontspanning
  • Agorafobie: overal bang voor buiten de eigen omgeving
  • Generaliseerde angststoornis: langere tijd overdreven angstig en voortdurend bezorgd

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een voorbeeld van een fobie?
A
Een plotselinge angst om dood te gaan
B
Hoogtevrees
C
Bang voor gezelschappen
D
Bang zijn buiten eigen omgeving

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een obsessieve-compulsieve stoornis?
A
Last van claustrofobie
B
Langere tijd overdreven angstig en bezorgd
C
Extreem bang zijn bij lichamelijke klachten
D
Last van dwanggedachten en dwanghandelingen

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

H11
Aan angst gerelateerde stoornissen:
  • Obsessieve-compulsieve stoornis: ernstig last van herhalende dwanggedachten (obsessies) en dwanghandelingen (compulsies)
  • Psychotrauma en stres gerelateerde stoornis: lijden aan de gevolgen van een psycho-traumatische gebeurtenis
  • Somatisch symptoom en verwante stoornissen: extreem bang zijn bij lichte lichamelijke klachten (denken een ernstige ziekte te hebben en daarin niet gerustgesteld kunnen worden

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn kenmerken van angst?

Slide 25 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Dwangmatige persoonlijkheidsstoornis:
  • Perfectionisme en starheid, buitengewoon ordelijk
  • Kan moeilijk omgaan met onduidelijkheid en moeilijk zijn gevoelens uiten
  • Uiterst precies en toegewijd (ideale werknemer)

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken van angst:
  • Lichamelijke klachten zoals stekende hoofdpijn, slaapproblemen, gebrek aan eetlust/geen hap door de keel kunnen krijgen, benauwd voelen/beklemmend gevoel op de borst, niet kunnen concentreren
  • Voorhoofd fronsen
  • Wijd opengesperde ogen/vergrote pupillen
  • Hevig transpireren (angstzweet)
  • Hartkloppingen
  • Ademnood
  • Trillen/beven
  • Misselijkheid en diarree
  • Tintelingen in handen en voeten
  • Knikkende knieën
  • Gevoel van onwerkelijkheid (alsof je naar een film kijkt)

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Borderline persoonlijkheidsstoornis:
  • Diepgaand patroon van instabiliteit in relaties, zelfbeeld en stemming
  • Impulsiviteit in gedrag

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Narcistische persoonlijkheidsstoornis:
  • Diepgaand patroon van zelfingebeelde belangrijkheid en uniekheid
  • Behoefte aan bewondering
  • Gebrek aan invoelend vermogen (empathie)

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Begeleiding als IG’er 
  • Accepteer de mens, niet zijn/haar gedrag als dit niet goed is
  • Wees empathisch, maar stel je grenzen
  • Wees duidelijk en consequent
  • Wees op de hoogte van het ziektebeeld en de behandeling, in je boek staan bij elk ziektebeeld in blauwe vlakken aanwijzingen
  • Lees ook vooral de casussen, in blauwe letters in je boek. Deze zijn erg verhelderend

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen 
Je kunt aan het einde van deze les benoemen 

  • Kent de kenmerken, behandelingen en begeleidingsaspecten van angststoornissen
  • Je kunt uitleggen wat een borderline persoonlijkheids- stoornis en een narcistische persoonlijkheidsstoornis inhoudt.
  • Oefent het geven van begeleiding en psycho-educatie aan zorgvragers met angststoornissen in casussen.

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk voor 28-11-2023
Lezen 
Boek: Traject V & V
Module 4
  •  H10, H11, H29

       

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies