Week 9 Les 1 Chap 4 les 4a

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Top Mode! H1 Chapitre 4

Leerdoelen

Aan het einde van deze les heb je de werkwoorden être / avoir / parler herhaald en ken je het werkwoord mettre geleerd.

ik ben

1. tu es
2. j'ai
3. il est
4. je suis

hij is

1. il a
2. il est
3. il parle
4. il met

wij zijn

1. Vous êtes
2. Ils sont
3. Nous sommes
4. Nous avons

u bent

1. vous êtes
2. nous sommes
3. il est
4. vous avez

jij hebt

1. tu as
2. il a
3. tu es
4. j'ai

zij heeft

1. elles ont
2. elle est
3. elles sont
4. elle a

zij (v) hebben

1. elles ont
2. ils ont
3. elles sont
4. ils sont

jullie hebben

1. nous avons
2. ils ont
3. vous avez
4. vous êtes

ik praat

1. je parle
2. je parles

jullie praten

1. nous parlons
2. vous parlez

zij (m) praten

1. nous parlons
2. ils parlent
3. elles parlent

wij praten

1. vous parlez
2. nous parlons

jij trekt aan

1. tu mets
2. tu met

wij trekken aan

1. nous mettons
2. nous mettez

zij trekt aan

1. elle mets
2. elle met

ik trek aan

1. je met
2. je mets

En nu allemaal door elkaar!!!

je suis =

nous avons =

ils mettent

tu mets

vous avez

ik trek aan =

hij heeft =

zij is =

jullie hebben =

wij trekken aan =

Nu maak je: chap 4 les 4 opdrt. 9

Les devoirs 

TB blz 21 : werkwoord être

TB blz 28 : werkwoord avoir

TB blz 53: werkwoorden op -ER

TB blz 62: werkwoord mettre

Niet vergeten: vrijdag 12 maart = leestoets chap 3 en 4