In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Onderdelen in deze les
Complot
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Wat denken jullie?
Inside job
Aanslag
Slide 3 - Poll
Slide 4 - Video
conspiracy theory of complottheorie
"een onbewezen verklaring van een gebeurtenis, ontwikkeling of toestand, die vragen oproept.
In deze theorieën gaat het vaak om samenzweringen van machtige, boosaardige geheime groepen terwijl er ook meer logische verklaringen zijn"
Slide 5 - Tekstslide
conspiracy theory of complottheorie
1 (geheime) organisatie die bewust activiteiten onderneemt om controle te verwerven (vb. 'de elite', 'de Illuminati', ' de Joden', ...)
Verborgen hand achter gebeurtenissen
De complotdenker ziet als enige hoe het 'echt' is.
Zelfbevestigend / auto-immunisatie
-> 'Critici maken deel uit van complot'
-> 'Feiten doen er niet toe'
Ontstaan vaak rond onverwachte politieke events (moord JFK, 9/11,...)
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Kenmerken complottheorie
zelfbestigend / auto-immunisatie
'Critici maken deel uit van complot'
'Feiten doen er niet toe'
Ontstaan vaak rond onverwachte politieke events (moord JFK, 9/11,...)
Bestaan er dan geen complotten?
Jawel, maar:
steeds erg weinig betrokkenen
vb: Watergate, moord op Caesar, aanslag(en) op politieke leiders.
Ook 9/11 was een complot, maar niet op de manier die complotdenkers beweren.
Slide 8 - Tekstslide
VAN ALLE TIJDEN
In de derde eeuw bijvoorbeeld werd onder christenen het gerucht verspreid dat Jezus en Maria Magdalena getrouwd waren; een mythe die in het bekende boek en dito film De Da Vinci Code na 17 eeuwen nog steeds nagalmt.
In de Middeleeuwen kregen Joden en ook Roma (‘zigeuners’) de schuld van het uitbreken van
de pest. Joden werden beschuldigd van het feit dat ze christelijke kinderen hadden vermoord, om het bloed van hen te gebruiken bij het maken van matses.
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Einde van Illuminati?...
Slide 11 - Tekstslide
Is de maanlanding echt of niet?
Slide 12 - Tekstslide
Consensus
Binnen de Flat Earth Society is er consensus over het idee dat de aarde plat is.
Alle ruimte reizen van NASA zijn volgens hen in scène gezet.
Satire
Slide 13 - Tekstslide
Internet Conspiracy Theorists
Slide 14 - Tekstslide
QAnon volgers
Slide 15 - Tekstslide
Wat betekend polarisatie?
Slide 16 - Open vraag
DE DYNAMIEK VAN POLARISATIE
Een complot is dan het toevluchtsoord. Het bevestigt het wantrouwen van ‘jouw’ groep versus een of meer andere groep(en). Een complot is eveneens een uiterst krachtig instrument om twijfel te zaaien in de zogeheten middengroep, leeftijdgenoten die minder gemakkelijk een
standpunt innemen.
Een complotconstruct wordt ook benut om de eigen achterban mee te nemen in de logica die gebruikt wordt om eigen handelen te rechtvaardigen. Om het vijandbeeld handen en voeten te geven.
Slide 17 - Tekstslide
Denkvaardigheden
een soort gereedschap bij het denken
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Kritisch denken is een belangrijke vaardigheid
In de maatschappij wordt een grote zelfstandigheid en zelfredzaamheid van je verwacht. Je moet steeds meer zelf organiseren en oplossen.
Je eigen mening, oordeel en beslissingen worden dus steeds belangrijker.
Slide 20 - Tekstslide
Bij kritisch denken moet je..
je mening kunnen geven met argumenten
jezelf kunnen verplaatsen in het standpunt van iemand anders
kunnen beoordelen of nieuws betrouwbaar is
weten waar je bruikbare informatie haalt
Je leert dus wat kritisch denken is, welke denkvaardigheden er zijn en hoe je informatiebronnen op betrouwbaarheid checkt
Slide 21 - Tekstslide
Bij kritisch denken gaat het om...
A
het altijd innemen van een standpunt dat afwijkt van de groep.
B
nooit tevreden zijn.
C
het vermogen om zelfstandig te komen tot weloverwogen en beargumenteerde afwegingen, oordelen en beslissingen.
D
een vaardigheid waarbij je jezelf aanleert zo simpel mogelijk na te denken zonder enige moeite.
Slide 22 - Quizvraag
Redeneren
Redeneren is ook een onderdeel van kritisch denken. Maar wat is redeneren?
Redeneren is het onderbouwen van een beweren. Bij redeneren vertel je dus waarom je iets vindt/die mening hebt. Je gebruikt dus een argument.
Slide 23 - Tekstslide
Bewijs
Om een mening te vormen, gebruik je informatie. Die informatie gebruik je om je mening kracht bij te zetten. Je mening moet tenslotte ergens op gebaseerd zijn en niet "gewoon, omdat het zo is".
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Informatie
Om een mening te vormen heeft men dus informatie nodig. Tegenwoordig vind je overal informatie. Dit vind je in kranten, boeken of op het internet. Ook social media speelt een rol in informatieverspreiding.
Slide 26 - Tekstslide
'Don't believe anything on the internet just because there's a picture with a quote next to it.'