Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
2.2 Gedichten/ figuurlijk taalgebruik.
Wat is figuurlijk taalgebruik?
A
Precies zoals het er staat.
B
Er wordt iets anders bedoeld dan er staat.
1 / 13
volgende
Slide 1:
Quizvraag
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
In deze les zitten
13 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslide
.
Lesduur is:
120 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Wat is figuurlijk taalgebruik?
A
Precies zoals het er staat.
B
Er wordt iets anders bedoeld dan er staat.
Slide 1 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van figuurlijk taalgebruik?
A
Mijn kapper zit met haar handen in mijn haar.
B
De wedstrijd was onwijs spannend.
C
Onder de boom lag een dode vogel.
D
Ik zit met mijn handen in het haar.
Slide 2 - Quizvraag
Is dit letterlijk of figuurlijk taalgebruik?
A
Letterlijk
B
Figuurlijk
Slide 3 - Quizvraag
Welke zin is figuurlijk taalgebruik?
A
Dat is een goed middel voor je zieke paard.
B
Een paardenmiddel voor die kwaal.
Slide 4 - Quizvraag
Welke zin is figuurlijk taalgebruik?
A
Mijn broer is een beer van een kerel.
B
In het bos is een beer gespot.
Slide 5 - Quizvraag
Uitdrukkingen zijn figuurlijk taalgebruik.
A
waar
B
niet waar
Slide 6 - Quizvraag
Is dit letterlijk of figuurlijk taalgebruik?
'Ze kookt van woede.'
A
Figuurlijk taalgebruik
B
Letterlijk taalgebruik
Slide 7 - Quizvraag
Welke zin is figuurlijk taalgebruik?
A
Veronique draagt een gouden ring.
B
Hij scoorde ringloos in de basket.
C
Door hem ben ik nu de sigaar.
D
Hij rookte stiekem een sigaar.
Slide 8 - Quizvraag
Wat is geen voorbeeld van figuurlijk taalgebruik
A
Het zag zwart van de mensen
B
Ik vond het maar een mager cijfer
C
Gisteren was er een spektakelwedstrijd op tv!
D
Dat is niet iets om over naar huis te schrijven
Slide 9 - Quizvraag
Welke zin is figuurlijk taalgebruik?
A
Zij is op het paard getild.
B
Zij is over het paard getild.
Slide 10 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van figuurlijk taalgebruik?
A
Na drie uur vertrok hij naar Japan.
B
De president van Amerika bracht in juli een bezoek aan Duitsland.
C
De pers noemde het een bliksembezoek.
Slide 11 - Quizvraag
Wat is geen voorbeeld van figuurlijk taalgebruik
A
Dat was op de valreep
B
Het water liep hem in de mond
C
Mijn moeder zegt dat ik dat niet moet doen
D
Het zit me niet lekker
Slide 12 - Quizvraag
opdrachten
maak opdrachten van blz. 104 t/m 107.
klaar: laten zien en zelfstandig nakijken.
klaar werk: leren M&M
Slide 13 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
figuurlijk taalgebruik 3K en 3B
Januari 2024
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
klas 2 letterlijk en figuurlijk taalgebruik
Juni 2024
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 2,3
klas 2 letterlijk en figuurlijk taalgebruik
December 2023
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 2,3
figuurlijk taalgebruik 3M
Februari 2024
- Les met
12 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
18-03-2022 letterlijk en figuurlijk taalgebruik
November 2023
- Les met
11 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3
Woordenschat H3
November 2023
- Les met
28 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
figuurlijk taalgebruik 3K en 3B
Februari 2022
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
figuurlijk taalgebruik B2C
Augustus 2022
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3